Medicatie toedienen

Medicatie toedienen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Medicatie toedienen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevoegd en bekwaam

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wet BIG staat voor:
A
Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg
B
Wet Bekwaamheid Individuele Gezondheidszorg
C
Wet Beroepen Inspectie van Gezondheid
D
Wet Beroepen In de Gezondheidszorg

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Tabletten, dragees en capsules kunnen zo gemaakt zijn dat de werkzame stof niet in de maag, maar pas in de dunne darm vrijkomt. Hierdoor kan het maagzuur het medicijn niet aantasten.
Deze medicijnen mogen nooit gekauwd, gebroken of gemalen worden.

Zetpillen bestaan uit een gemakkelijk smeltende stof waarin de geneesmiddelen zijn verwerkt. Het geneesmiddel wordt via de slijmvlieswand van de darmen snel in het bloed opgenomen.



Een waarschuwing dat dit medicijn  invloed heeft op o.a. je concentratie.

Dit staat vaak op een antibioticakuur

Maagsapresistente tabletten, tabletten met gereguleerde afgifte en tabletten met een vieze smaak hebben iets gemeen, wat?

Een aerosol in een geneesmiddel dat je altijd moet ... voor gebruik.

Geneesmiddelen kunnen blijven hangen in de slokdarm, welke waarschuwingssticker hoort er bij?

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Generieke naam of stofnaam
Merknaam
Soortnaam
Diazepam
Valium®
Benzodiazepine

Slide 6 - Sleepvraag

Stofnaam: de werkzame stof van het medicijn
Merknaam: de naam die de fabrikant geeft
Soortnaam: groep
Indicatie
Contra-indicatie
Aandoening/ziekte of symptoom waarvoor het medicijn wordt voorgeschreven
Medicijn verergert de ziekte, dit is een reden om het medicijn niet te gebruiken

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
5x Juist-regel
Zo nodig medicatie malen
Medicatie toedienen
Aftekenen met paraaf/digitaal
Bijwerkingen observeren

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aspecten controleer je ter voorkoming van fouten bij het distribueren van medicatie bij zorgvragers. Sleep de goede aspecten naar het oranje vlak.
juiste dosis
juiste inname door de zorgvrager
juiste medicijn
juiste tijdstip
juiste uitdeelsysteem
juiste toedingswijze
juiste zorgvrager

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het toedienen van medicijnen die klachten doen verminderen maar de oorzaak niet wegnemen?
A
Placebo effect
B
Profylactische werking
C
Symptoom bestrijding
D
Causale werking

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een reactievermogen sticker is....
A
blauw
B
wit
C
groen
D
geel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicijnen met een causale werking worden palliatieve medicijnen genoemd.
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dragee
tablet
capsule
samengeperst poeder
afgifte van de werkzame stof over een langere periode verspreid
een omhulsel met daarin het medicijn
volledig innemen
kan evt. opgelost worden in water
in overleg met arts/apoteek open te maken

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Bruistablet
D
Capsule

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze medicijnvorm noemen we
A
Dragee
B
Tablet
C
Zetpil
D
Smelttablet

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Smelttablet
D
Capsule

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze medicijnvorm noemen we
A
Drank
B
Klsyma
C
Gel
D
Spray

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze medicijnvorm noemen we
A
Gel
B
Klysma
C
Drank
D
Druppelvloeistof

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Bruistablet
D
Smelttablet

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paracetamol is een
A
Uitsluitend op recept - medicijn
B
Niet recept plichtig -medicijn
C
Homeopathisch middel
D
Alternatief geneesmiddel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Patient weigert medicatie, wat moet je doen...
waar
niet waar
rapporten in zorgdossier
dwingen om te nemen
familie inlichten
op toedieningslijst vermelden
arts waarschuwen
reden achterhalen

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies