Rode wond, decubitus, zalven

Wondzorg
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wondzorg

Slide 1 - Tekstslide

Ontstaanwijze; zie boek blz.142
Huid; hoe zat het ook alweer?

Slide 2 - Tekstslide

Een wond is een verbreking van de continuïteit van weefsel veroorzaakt door een trauma of pathologische aandoening.

Epidermis: Opperhuid (het opperhuidweefsel) bestaat uit een vijftal lagen.
Dermis: Lederhuid geeft de huid zijn stevigheid. Deze laag bestaat uit dicht bindweefsel, verdeeld over twee lagen. In de dermis komen ook talg- en zweetklieren, haarwortels en zenuwen voor. Ook zijn er bloedvaten in deze huidlaag.
Subcutis: De subcutis is onderhuids weefsel dat voornamelijk dient voor vetopslag.

ontstaanswijze van wonden
  • circulatiestoornis, (zie plaatje voet)
  • oncologisch
  • infectiewonden
  • mechanisch
  • chemisch
  • thermisch
  • elektriciteit

Slide 3 - Tekstslide

Ontstaanwijze; zie boek blz.142
Een wond is een beschadiging van het weefsel



Indeling volgens WCS model:

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Time model
  • Er wordt naar factoren gekeken die een rol spelen bij het genezingsproces van een wond
  • Kan gebruikt worden bij het herkennen van een wond en bepalen en evalueren van een wondbehandeling.

Slide 5 - Tekstslide

Time plan: zie boek blz. 152
TIME
  • T = Tissue, weefsel Wat is de kleur?
  • I = Infectie ; is er sprake van een infectie?
  • M = moisture = vocht; produceert de wond veel vocht?
  • E = edge = wondranden ; wat is de toestand van de rand?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode wond

Een rode wond bestaat uit granulatieweefsel en bevindt zich in de regeneratiefase

In deze fase wordt weefsel dat verloren is gegaan, vervangen door nieuw weefsel (epithelialisatie).

Granulatieweefsel is vaatrijk en korrelig bindweefsel dat zich vormt op de bodem van een wond. 

Deze bodem is gezond.

Slide 7 - Tekstslide

In de granulatiefase wordt de beschadigde huid (dermis) vervangen door nieuw weefsel dat granulatieweefsel heet. In deze fase ziet de wond er vaak helderrood uit.

Een gele wond bevindt zich in de reactiefase.

 Het lichaam reageert op de wond door te starten met stolling, vaatvernauwing en afsluiting van de wond.


Dit ziet eruit als een gelig beslag op de wond. Vaak wordt ook exsudaat (wondvocht) gevormd, bestaande uit celresten en samengeklonterde eiwitten.

Gele wond

Slide 8 - Tekstslide

Reactiefase (ontstekingsfase) in deze fase ruimt het lichaam weefsel op, zoals oud bloed en bacteriën. Er zit wondvocht in de wond. Een wond is in deze fase altijd wat rood, gezwollen en pijnlijk.
Zwarte wond

Een zwarte wond dankt zijn kleur aan het afgestorven weefsel (necrose/débris) waar de wond uit bestaat.
Dit weefsel is een voedingsbodem voor bacteriën. De kleur kan ook bruin-grijs-gelig zijn.
Er zijn twee vormen van necrose: harde necrose (korst) en natte necrose.

 

zwarte wond

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decubitus
Is een lokale beschadiging van de huid en onderliggende weefsel, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk of druk in samenhang met schuifkracht'.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat decubitus
* Door zitten of liggen, worden op bepaalde plekken van de huid de kleine bloedvaten en het daaronder gelegen weefsel samengedrukt
* De bloedvaten voorzien de huid en onderliggende weefsel van voedingsstoffen en zuurstof

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat decubitus
* Als de huid en het weefsel te lang van voedingsstoffen en zuurstof onthouden wordt, sterven cellen af en ontstaat decubitus
* Decubitus kan ontstaan door een verminderde toevoer van bloed of door wrijving van de huid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graad 1
Niet wegdrukbare roodheid van intacte huid
Verkleuring van de huid
Warmte
Oedeem

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graad 2
Oppervlakkig huiddefect van de opperhuid en mogelijk de huidlaag eronder
Je ziet dan een blaar
Of oppervlakkige ontvelling

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graad 3
Huiddefect met schade of necrose van huid en onderhuids weefsel
De schade kan zich uitstrekken tot aan het onderliggende bindweefselvlies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graad 4
Uitgebreide weefselschade of weefselversterf (necrose)
Ook aan spieren, botweefsel of ondersteunende weefsels
Soms ook zonder schade aan de opperhuid

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vochtletsel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorging bij vochtletsel
* Regelmatig wassen en goed drogen
* Vermijd zeepproducten, of PH neutrale zeep
* Schoon, droog, glad beddengoed
* Barrierecreme
* Vermijd huid op huid contact
* Ademende kleding

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 fasen wondgenezing
1. Hemostase (stoppen van bloeden)
2. Ontstekingsfase (reactiefase)
3. Granulatiefase (regeneratiefase)
4. Maturatiefase (rijpingsfase)
5. Littekenvorming

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed op wondgenezing
* Hoog bloedsuikergehalte/ diabetes mellitus
* Roken
* Slechte doorbloeding
* Leeftijd
* Gebruik van bepaalde medicijnen
* Tekort aan voedingsstoffen
* Hebben van andere chronische ziekten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve invloed
* Goed eetpatroon
* Voldoende beweging
* Voldoende rust
* Niet roken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondbehandeling
Volg altijd het wond behandelplan van de cliënt
Time Model:
    Stap 1: Tissue
    Stap 2: Infection
    Stap 3: Moisture
    Stap 4: Edge

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode wond
Verwijder verband
Inspecteer de wond
Verzorg de wond en breng nieuw materiaal aan

Rode droge wonden: vochtinbrengende wondbehandeling
Rode natte wonden: vocht regulerende wondbehandeling

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zalven van de huid

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil zalf, crème en lotion

● Een zalf is een vet smeersel, hierin zit weinig water

● Een crème is een samenstelling van vet en water

● Een lotion bevat veel water

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neutrale zalven
* Zorgen ervoor dat de huid vet blijft en niet uitdroogt. 
* Zijn met en zonder doktersrecept verkrijgbaar
* Zijn ongeparfumeerd
* De apotheker maakt ze vaak zelf

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neutrale zalven
*Mensen met eczeem hebben van nature een andere vetsamenstelling van de huid waardoor de huid droger is. 
*Een droge huid geeft meer jeuk en is gevoeliger voor prikkels van buitenaf.
*Een goede verzorging van de huid is de eerste
stap om het eczeem zo rustig en vet mogelijk te houden.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Voorbeelden zijn:
● Cetomacrogolzalf;
● Lanettezalf;
● Paraffinevaseline;
● Vaselinelanettecrème
● Cetomacrogolcrème
● een combinatie Vaselinecetomacrogolcrème.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zalfadviezen (bij eczeem)
● Let op de houdbaarheidsdatum op pot of tube.
● Was uw handen voordat u gaat zalven en zorg voor warme handen. Draag handschoenen
●  op de huid aanbrengen en uitsmeren;
● Probeer telkens dezelfde volgorde van zalven aan te houden, bijvoorbeeld van boven naar beneden, zodat
u geen lichaamsdelen overslaat. Waar u begint maakt niet uit.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

● Zorg voor voldoende hygiëne. Schep de zalf met een lepel of spatel uit de pot zodat u niet steeds met de
handen in de zalfpot zit. Dit geldt zeker bij open eczeem.
  • Hormoonzalf moet goed verdeeld over de lichaamsdelen met eczeemplekken worden aangebracht.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonzalf
* Onderdrukkende werking; 
als je stopt komen de klachten terug.

* Soms wisseltherapie: 
b.v. 3 dagen smeren en dan 4 dagen rust
dit i.v.m. gewenning

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoeveel gebruik ik nu?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FTU : finger tip unit

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten

-op evt open plekjes door krabben mag je gewoon zalf gebruiken.
- dun smeren, dik heeft geen beter resultaat:
de huid neemt maar een bepaalde hoeveelheid hormoon op.
- altijd handschoenen gebruiken

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steriele handschoenen
https://www.youtube.com/watch?v=KERtfaI-L5k



Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies