Herhaling HC 4

Paragraaf 4.1 
Duitsland t/m 1945 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4.1 
Duitsland t/m 1945 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Duitsland 
1924-1929
  • Politiek en economisch gaat het beter met het land
  • Verdrag van Locarno (1925), Kellog-Briand-Pact (1928)
  • Duitsland is in 1926 lid van de Volkenbond geworden 
  • De Amerikanen steunen de Duitse economie met het Dawesplan
  • Mensen hebben weer vertrouwen en lijken Hitler te zijn vergeten...

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Machtingswet
24 maart 1933
  • De brand komt Hitler wel érg goed uit: hij kan de noodtoestand in Duitsland uitroepen (Rijksdagbrandverordening, februari 1933)
  • Een maand later neemt het Duitse parlement een noodwet aan, de Machtigingswet.
  • Deze wet geeft Hitler onbeperkte macht: Duitsland is een dictatuur.

Slide 7 - Tekstslide

Buitenlandse politiek:
Heim ins Reich
  • Alle Duitssprekenden in één Duits rijk. 
  • Maart 1938: Oostenrijk sluit zich vrijwillig aan bij Nazi-Duitsland
  • Hitlers zinnen zijn nu gezet op het Sudetenland. Dit gebied met drie miljoen Duitse inwoners moest bij het rijk komen! 

Slide 8 - Tekstslide


Appeasementpolitiek

Groot-Brittanië en Frankrijk hoopten door middel van diplomatie de vrede te behouden door toe te geven aan de eisen van Hitler. 


Slide 9 - Tekstslide

Paragraaf 4.2 
Duitsland t/m 1961

Slide 10 - Tekstslide

Heimatvertriebenen

Grote stroom van:
- terugkerende soldaten
- terugkerende slachtoffers van het naziregime
- 13 miljoen Duitse minderheden moesten vluchten

Slide 11 - Tekstslide

Verdeling van Duitsland

  • Vier bezettingszones onder leiding van: Frankrijk, Engeland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten

  • Ook Berlijn wordt in 4 zones verdeeld

  • Reizen tussen bezettingszones is geen probleem

  • Ondertussen begon men met denazificatie:
    Neurenbergse-Processen
    Sovjet-Unie ontsloeg 500.000 nazi's 
  • Onenigheid toekomst Duitsland

Berlijn is, net als Duitsland, verdeeld in 4 bezettingszones. Omdat Berlijn in de Sovjet-zone ligt, liggen de Berlijn-bezettingszones van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten dus ook in de Sovjet-zone.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit dat door de oprichting van de NAVO en het Warschaupact blokvorming een feit was.

Slide 13 - Open vraag

Oprichting West-Duitsland (BRD) 
en 
Oost-Duitsland (DDR)
mei (BRD) en oktober (DDR) 1949

Slide 14 - Tekstslide

BRD
  • Parlementaire democratie
  • bondskanselier 1949-1963: Konrad Adenauer (CDU)
  • Gericht op wederopbouw en stabilisering
    1951: BRD bij de EGKS (Europese Gemeenschap Kolen en Staal)
    1955: BRD bij de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) 

Slide 15 - Tekstslide

Westbindung
Adenauer wilde zo nauw mogelijk samenwerken met het westen.
Hereniging kon pas als het communisme verdween in Oost-Duitsland.
Hij erkende de DDR niet

Slide 16 - Tekstslide

"Groene grens"
  • Honderdduizenden Oost-Duitsers trokken naar West-Duitsland
  • Daarom sloot Ulbricht de grens met West-Duitsland.
  • Maar de grens tussen Oost- en West-Berlijn moest van de SU open blijven.
  • Gevolg: drie miljoen mensen verlieten de DDR.

Slide 17 - Tekstslide

1961 De Berlijnse Muur
  • In de jaren vijftig reisden DDR-burgers gewoon naar West-Berlijn als ze dat wilden. Zij zagen met eigen ogen het grote verschil in welvaart. 
  • Steeds meer DDR burgers besloten naar West-Berlijn te verhuizen. Vooral jonge en hoogopgeleide DDR- burgers ontvluchtten het land.  
  • Tussen het voorjaar van 1949 en augustus 1961 vertrokken bijna 3 miljoen Oost-Duitsers via Berlijn naar het Westen.

Slide 18 - Tekstslide

1961 De Berlijnse Muur 
De Sovjet-Unie gaf  DDR-regering toestemming om deze leegloop te stoppen.  Op 13 augustus 1961 begon de bouw van een afscheiding dwars door Berlijn.  

Binnen drie dagen werd er een muur gebouwd, die in de maanden erna verhoogd en versterkt werd.  Er kwamen zoeklichten, prikkeldraad en wachtposten.  De Berlijnse muur was een feit.

Let op: Verwar het IJzeren Gordijn niet met de Berlijnse Muur! 

Slide 19 - Tekstslide

Paragraaf 4.3 
Duitsland t/m 1991

Slide 20 - Tekstslide

Kalmte na de storm 

  • Na Cubacrisis: 'hotline' aangelegd 
  • Periode van detente (ontspanning)
  • Echter: geen veranderingen in het Oostblok
  • 1968: Praagse Lente: 
  • Dubcek wil democratische hervormingen >
  •  SU-leider Brezjnev (1964-1982) grijpt in: Brenzjnevdoctrine 
  • militair ingrijpen 
  • Dubcek afgezet, hervomingen teruggedraaid

Slide 21 - Tekstslide

detente

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

“Als we dit doen, bedrijven we geen politiek van het afstand doen van rechten, maar een politiek van het verstand.” Willy Brandt

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Berlijnse muur valt op 9 november, 1989

Slide 30 - Tekstslide

Helmut Kohl
De bevolking van de DDR wilde een hereniging. Bij de verkiezingen stemden zij veel op de CDU, de partij van Helmut Kohl
De DDR was door de slechte economie praktisch failliet. De hereniging zou dit economische probleem voor de voormalige DDR gaan oplossen
Ook de Westduitsers waren voorstander van een hereniging.  Later viel dit niet altijd mee. Er kwam een soort solidariteitsbelasting voor de Westduitsers. Het heeft veel geld gekost om de Oostduitse economie op orde te krijgen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

De figuur links op de afbeelding is Helmut Kohl, de bondskanselier van West-Duitsland

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide