Begeleiden bij emotionele en sociale problemen

Begeleiden bij emotionele en sociale problemen
Begeleiden bij emotionele en sociale problemen 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden bij emotionele en sociale problemen
Begeleiden bij emotionele en sociale problemen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
- Wat weten we nog?
- Oefenen met een casus
- Aan de slag met Zorgpad 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn emoties?
A
emotie is dat je blij bent
B
emotie is een gevoel, het kan blij, boos, bang of verdrietig zijn
C
emotie is dat je huilt bij een film of programma
D
emotie is dat het onderwerp van een programma zielig is

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Observeren is:
A
Hetzelfde als kijken
B
Iemand vragen stellen
C
Waarnemen van gedrag
D
Iemand recht in de ogen kijken

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Signaleren is:
A
Iets opmerken
B
Iets opmerken wat niet besproken hoeft te worden
C
Iets opschrijven
D
Iets opmerken en dit aan anderen laten weten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een interventie?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke 5 valkuilen kun je trappen als je in gesprek bent met een cliënt?
A
Oplossen, bagatelliseren, vergelijken, veroordelen en dramatiseren
B
Oplossen, overdrijven, vergelijken, veroordelen en dramatiseren
C
Oplossen, bagatelliseren, vergelijken, teveel over jezelf praten en dramatiseren
D
Oplossen, bagatelliseren, vergelijken, veroordelen en overdrijven

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Kleine: ‘Mijn kinderen komen zo weinig op bezoek!’
Karin: ‘U moet ze maar eens uitnodigen! Of zal ik dat voor u doen?’

In welke valkuil trapt de verzorgende?
A
Oplossen
B
Bagatelliseren
C
Vergelijken
D
Dramatiseren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgvrager geeft, na een borstsparende operatie aan, het allemaal verschrikkelijk te vinden.
De verzorgende reageert als volgt: "Het had erger gekund, het had ook een amputatie kunnen zijn."

In welke valkuil trapt de verzorgende?
A
Oplossen van het probleem
B
Bagatelliseren (kleiner maken)
C
Vergelijken (met andere situatie)
D
Dramatiseren

Slide 9 - Quizvraag

  • Oplossen
  • Bagatelliseren: afzwakken/onderschatten van de huidige situatie
  • Vergelijken met een andere situatie
  • Beoordelen/veroordelen: mening geven over een situatie
  • Dramatiseren: er dingen bij verzinnen en je richten op de negatieve emoties in het verhaal
Meneer Kleine: ‘Mijn kinderen komen zo weinig op bezoek!’
Karin: ‘Ach ja, uw kinderen hebben het vast druk’.

Dit is een voorbeeld van bagatelliseren, hoe zou je 'beter' kunnen reageren?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw de Jong: ‘Mijn kinderen komen zo weinig op bezoek!’
Verzorgster: ‘Ja, daar heeft mevrouw Jansen ook last van!’

In welke valkuil trapt de verzorgende?

A
Oplossen
B
Bagatelliseren
C
Vergelijken
D
Veroordelen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Jonkman: ‘Mijn kinderen komen zo weinig op bezoek!’
Verzorgster: ‘Wat een rotkinderen!’ Of: ‘U loopt ook alleen maar te klagen!’

In welke valkuil trapt de verzorgende?
A
Oplossen
B
Dramatiseren
C
Vergelijken
D
Veroordelen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Terpstra: ‘Mijn kinderen komen zo weinig op bezoek!’
Verzorgster: ‘O nee, zou er iets ergs aan de hand zijn? De laatste keer zag uw dochter er al heel erg moe uit, misschien heeft ze ...’

In welke valkuil trapt de verzorgende?
A
Oplossen
B
Vergelijken
C
Dramatiseren
D
Bagatelliseren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met het oefenen van een begeleidingsgesprek. 

In drietallen: 

1. Pieter
2. De verzorgende die het gesprek voert
3. Observeert en voelt het formulier in 

Klaar? 
Dan wissel je van rol!

Uiteindelijk heb je 3 ingevulde formulieren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar? 
Maken 7.5.3. casus Pieter 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies