Laatste les H1C

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Testweek

lessons           

Slide 3 - Tekstslide

  • Taking the register (roll call)
  • What do you need?
  • Learning goals
  • Homework check
  • New Grammar (vergelijken)
  • New Grammar (should/shouldn't)
  • Let's get busy (exercises)
  • Homework

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

iPad      workbook      binder          pen         airpods
                       B                              and pencil

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


How are you today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

  • Leren hoe je vergelijkingen maakt
  • Leren wanneer je should en shouldn't gebruikt

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

vergelijken

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

  • Mr. Rademaker is smart.

Vergrotende trap: ...+er (than)
  • Mr. Veenstra is smarter than mr. Rademaker.

Overtreffende trap: (the) ...+est
  • Mister Sebel is the smartest.

Trappen van vergelijking (1 lettergreep)

Slide 13 - Tekstslide

  • Bij woorden die eindigen op -e, zet je alleen -r / -st erachter
  • wise - wiser (than) - (the) wisest

  • Bij woorden die eindigen op klinker gevolgd door een medeklinker   verdubbeld de laatste letter:
  • hot - hotter (than) - (the) hottest

  • Bij woorden die eindigen op -y, veranderd de -y in -i
  • cozy - cozier (than) - (the) coziest
Let op:

Slide 14 - Tekstslide



good
better
best

bad
worse
worst




little (weinig)
less
least

many
more
most

Slide 15 - Tekstslide

  • Mr. Burger is fantastic.

Vergrotende trap: more ... than
  • Mr. Remmers is more fantastic than mr. Burger.

Overtreffende trap: the most  ...
  • Mister Sebel is the most fantastic.

Trappen van vergelijking (3 lettergrepen)

Slide 16 - Tekstslide


Welk cijfer geef jij deze uitleg?
110

Slide 17 - Poll

Lesson 1: Reading

Study: vergelijken, page 129, Workbook B / Screenshot



Raise your hand when you're done        

Slide 18 - Tekstslide

Write 10 comparisons
Gebruik de vergrotende EN overtreffende trap

Slide 19 - Tekstslide

  • age: older than / the oldest / younger than / the youngest
  • height: taller than / the tallest / shorter than / the shortest
  • weight: havier/lighter than / the haviest/lightest
  • intelligent: smarter than / the smartest / more intelligent than / 
                     the most intelligent
  • happy: happier than / the happiest
  • good: better than / the best
Comparisons

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

should / shouldn't

Slide 23 - Tekstslide

  • Should: zou (eigenlijk) moeten
  • Gebruik: iemand advies geven
  • You should study more if you want to pass the test.

  • Shouldn't: zou (eigenlijk) niet moeten
  • Gebruik: iemand iets af raden
  • You shouldn't drink so many fizzy drinks, it's bad for you.

  • Should en shouldn't worden altijd gevolgd door het hele werkwoord.
Should / shouldn't

Slide 24 - Tekstslide


Welk cijfer geef jij deze uitleg?
110

Slide 25 - Poll

Lesson 2: Writing

Study: Vocab 6.2, page 131, Workbook B / Screenshot

Do: Exercise 23, page 61, Workbook B    


Raise your hand when you're done        

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Exercise 18 (page 58)
  1. shouldn't
  2. should
  3. shouldn't
  4. should
  5. should
  6. should

Slide 28 - Tekstslide

Extra Exercises

Fill in 1
Fill in 2
Give advice 1

Raise your hand when you're done   


Slide 29 - Tekstslide

Go to: Puzlit

Slide 30 - Tekstslide

Blooket

Slide 31 - Tekstslide



Vocab 6.1+6.2, page 131, Workbook B
's / s', page 128, Workbook B / Screenshots
place and time, page 128, Workbook B / Screenshots
prepositions, page 128, Workbook B / Screenshots
comparisons, page 129, Workbook B / Screenshots
could / couldn't, page 129, Workbook B / Screenshots



Slide 32 - Tekstslide

Thanks for your attention

Slide 33 - Tekstslide