2.4-2 DNA: het besturingssysteem van de cel 4V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel - deel 2
 - deel 2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel - deel 2
 - deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Doel 2.4
☐ 13b. Je vertaalt de RNA-code naar aminozuren en andersom.
☐ 14. Je beschrijft de vorming en de afwerking van eiwitten door organellen.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten bestaan uit een keten van aminozuren. Er zijn 20 verschillende aminozuren (BINAS 67H1).
Elk eiwit heeft een unieke volgorde en lengte.

Bijv. 
Hemoglobine: 4 ketens van 140 aminozuren
Insuline: 51 aminozuren


Slide 4 - Tekstslide

Translatie
Tijdens de translatie wordt de nucleotidevolgorde uit het RNA vertaalt naar een aminozuurvolgorde in het eiwit.

Slide 5 - Tekstslide

Translatie
Het mRNA verlaat de kern (via een kernporie) naar het cytoplasma en bindt aan een ribosoom.

Het ribosoom leest het mRNA in steeds 3 basen tegelijk (triplet/ codon).

Slide 6 - Tekstslide

Translatie
BINAS 71 G. Stel codon AAG. 

Slide 7 - Tekstslide

Translatie
BINAS 71 G. Stel codon AAG. 

Slide 8 - Tekstslide

Translatie
BINAS 71 G. Stel codon AAG. 

Slide 9 - Tekstslide

Translatie
BINAS 71 G. Stel codon AAG. 

Slide 10 - Tekstslide

Translatie
Translatie begint altijd bij een AUG code (het startcodon). Hiermee wordt een methionine aminozuur ingebouwd.

Er zijn een paar mogelijke stopcodons waarmee de translatie stopt.

Slide 11 - Tekstslide

Translatie

Slide 12 - Tekstslide

Translatie
Moet je dit leren?

BINAS 71J

Slide 13 - Tekstslide

Transcriptie en translatie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Van polypeptideketen naar eiwit
Ribosoom vrij in het cytoplasma?
Eiwit komt ook in het grondplasma

Ribosoom vast aan het RER?

Eiwit komt in het RER


Slide 16 - Tekstslide

Van polypeptideketen naar eiwit
in RER:
  • Eiwitvouwing (bepaalt de uiteindelijke vorm dus de werking)
  • Controle (ter voorkoming van verkeerd werkende eiwitten in het lichaam)
  • Adreslabel (waar moet het eiwit naartoe)

Slide 17 - Tekstslide

Van polypeptideketen naar 
eiwit

Als het eiwit klaar is wordt een blaasje 
afgesnoerd en dit wordt gefuseerd 
met het golgisysteem.
Nu zit het eiwit in het golgisysteem. 

BINAS 79D

Slide 18 - Tekstslide

Van polypeptideketen naar eiwit
Het golgisysteem verpakt de eiwitten voor de definitieve bestemming:
  • Lysosomen (blaasje in de cel met een enzym)
  • Transportblaasje (voor transport naar buiten de cel)
  • Transportblaasje (membraan eiwitten)
BRON 18

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Celdifferentiatie
Gespecialiseerde cellen ontstaan door celdifferentiatie.

Celdifferentiatie ontstaat doordat in verschillende cellen verschillende eiwitten worden gemaakt.

Eiwitten bepalen ook eigenschappen, ander eiwit = andere eigenschappen.

Slide 21 - Tekstslide

Doel 2.4
☐ 13b. Je vertaalt de RNA-code naar aminozuren en andersom.
☐ 14. Je beschrijft de vorming en de afwerking van eiwitten door organellen.


Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Kies een leerweg (default B).
Maak 2.4 

Slide 23 - Tekstslide