staal taal thema licht groep 7
1 / 16
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
dempen, minder fel laten schijnen
A
de fitting
B
dimmen
C
natuurlijk
D
de levensduur
Slide 2 - Quizvraag
Een houder waarin je een gloeilamp draait.
Slide 3 - Open vraag
Fel gekleurd licht uit glazen buizen dat vaak voor reclame gebruikt wordt.
A
ultraviolet
B
de lichtbron
C
fluorescerend
D
het neonlicht
Slide 4 - Quizvraag
Een voorwerp dat licht terugkaatst.
Slide 5 - Open vraag
Soort licht dat mensen niet kunnen zien, maar wel kunnen voelen als warmte.
A
ultraviolet
B
het weerlicht
C
infrarood
D
het schijnsel
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het tegengestelde van kunstmatig?
Slide 7 - Open vraag
Onrustig branden (van een vlam)
A
dimmen
B
sneuvelen
C
verblinden
D
flakkeren
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een synoniem van kapotgaan?
Slide 9 - Open vraag
Welk verschijnsel
zie je hier?
zie je hier?
Slide 10 - Open vraag
absorberen
bundelen
corrigeren
aansluiten
verbeteren
iets verbinden
samen-voegen
opzuigen
Slide 11 - Sleepvraag
De euro, een kilogram, lumen zijn voorbeelden van een:
A
energiebron
B
lichtstraal
C
fitting
D
eenheid
Slide 12 - Quizvraag
Een gekleurd puntje op een beeldscherm van een computer of een digitaal beeld.
Slide 13 - Open vraag
Een driehoekig geslepen stuk glas dat licht in meer kleuren verdeelt.
A
de pixel
B
het prisma
C
de regenboog
D
het zonnepaneel
Slide 14 - Quizvraag
Communiceren met bijvoorbeeld licht of geluid.
Slide 15 - Open vraag
het baken
energiezuinig
de energie
de variëteit
Als iets weinig energie gebruikt, zoals een spaarlamp.
Een kracht die omgezet kan worden in licht, warmte of beweging.
Een herkenningsteken op het water of op het land waarmee schippers hun route bepalen.
Een heleboel verschillende.
