EHBO les 1


EHBO les 1
  • regels
  • alarmcentrale
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingEHBOMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les


EHBO les 1
  • regels
  • alarmcentrale

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Doel les 1:
  • Ik kan uitleggen wat EHBO betekent.
  • Ik kan vertellen wat de 5 stappen van EHBO zijn.
  • Ik weet hoe ik hulp kan regelen.
  • Ik kan 5 accessoires vertellen die in een EHBO koffer zitten


Slide 3 - Tekstslide

EHBO
Eerste
Hulp
Bij
Ongevallen / Ongelukken


Slide 4 - Tekstslide

EHBO basis regels
  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij zit of ligt

Slide 5 - Tekstslide

Meldkamer / Centrale

Wie heb je nodig?
Waar ben je?
Wat is er gebeurd?
Wie is er gewond?


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Waar staat de afkorting EHBO voor?
A
Eerst helpen, blijf kalm.
B
Eerste hulp bij onder uitgaan.
C
Eerste hulp bij oproepen.
D
Eerste hulp bij ongevallen.

Slide 9 - Quizvraag

Er zijn vijf stappen in de ehbo, waaronder
a. alarmeren, b. ehbo verlenen,
c. veiligheid, d. slachtoffer.
Wat is de juiste volgorde?
A
a - b - c - d
B
a - b - d - c
C
c - d - a - b
D
c - d - b - a

Slide 10 - Quizvraag

Wie verleent EHBO?
A
Iedereen
B
De dokters in het ziekenhuis
C
Politie, brandweer en ambulance
D
Alleen mensen met een EHBO-diploma

Slide 11 - Quizvraag

EHBO



Verslikking

Slide 12 - Tekstslide

EHBO basis regels
  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij zit of ligt

Slide 13 - Tekstslide

Verslikken
Huig en strotklepje zorgt ervoor dat het eten niet in je neusholte of luchtpijp komt.

Als het mis gaat sluit je huig/strotklepje niet goed af

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Verslikking met praten
Stap 1: aanzetten tot hoesten

Stap 2: 5x slaan tussen de schouderbladen; 
                                               andere hand op de borstkas

Controleer of er iets in de mond zit: evt lepelen

Slide 16 - Tekstslide

Verslikking zonder geluid
Stap 1: 112 bellen
Stap 2: vraag of het slachtoffer kan hoesten
Stap 3: 5x slaan tussen de schouderbladen;
                                               andere hand op de borstkas
Stap 4: heimlich-greep
Stap 5: doorsturen naar de huisarts

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Vandaag
Quizt 't

Slide 20 - Tekstslide

Iets
"iets" = een voorwerp, een ding, een gebeurtenis, een dier of een abstract begrip.

Slide 21 - Tekstslide

Iemand
"iemand" kan dood of levend zijn, echt of verzonnen. Kan ook een groep mensen zijn; bv The Beatles, of dieren met een persoonlijkheid; bv Donald Duck.

Slide 22 - Tekstslide

Ergens
"ergens" = steden, wateren, geografische plaatsen en dergelijke. Kan ook een bezienswaardigheid zijn. 

Slide 23 - Tekstslide

EHBO koffer

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Video