Notaties van zuur-base reacties

Lesdoelen deze les

  • De leerling kan het verband leggen van een zwak zuur, wanneer deze gekoppeld is aan een goed zout. 
  • De leerling kan een zuur-base-reactie herkennen.  
  • De leerling kan een zuur-base-reactie opstellen.  
  • De leerling kan de notatie geven van een oplossing waar een zuur-base-reactie heeft plaatsgevonden.  
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen deze les

  • De leerling kan het verband leggen van een zwak zuur, wanneer deze gekoppeld is aan een goed zout. 
  • De leerling kan een zuur-base-reactie herkennen.  
  • De leerling kan een zuur-base-reactie opstellen.  
  • De leerling kan de notatie geven van een oplossing waar een zuur-base-reactie heeft plaatsgevonden.  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verband tussen zout - zuur/base
Zoals je hebt gezien, bestaat sommige zouten ook uit zuren en basen. Wanneer je weet dat je natronloog hebt, wat bestaat uit natriumionen en hydroxideionen, weet je dat als de notatie van de oplossing geweest wordt dat je dit opschrijft: 
Na+ (aq) + OH- (aq) ipv ze aan elkaar. 


Je weet namelijk dat natriumzouten altijd goed oplossen!

Slide 2 - Tekstslide

Onderwijsleergesprek

Voorbeeld met bariumoxide
  • BaO is een zout, wat bestaat uit Ba2+ en O2- ionen.
  • O2- is een sterke base, dus zal volledig ioniseren .
  • O2- neemt H+ op van H2O, waarbij OH- ontstaat.

  • H2O kan zowel als zuur en als base reageren.
  • In dit geval reageert het als zuur: hij staat een H+ af, waarbij OH- overblijft.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuur-base reacties 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuur-base reacties 

  • Een zuur kan een H+ afstaan (H+ donor)
  • Een base kan een H+ opnemen  (H+ acceptor) 
  • Als ze elkaar tegenkomen kunnen ze een reactie aangaan
  • Dan heb je een zuur-base reactie 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neutraliseren
Zure oplossing: H3O+ (aq)
Basische oplossing: OH (aq)

Deze kunnen reageren:
H3O+ (aq) + OH (aq) → 2 H2O (l)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuur-base-reactie
Altijd een reactie van H3O+ met een base

Bij een slecht oplosbaar zout of vast zout, komt het metaalion vrij (sowieso alle oxide-zouten, kijk in je BINAS!)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zuur-base-reacties
H3O+ + NH3 --> NH4+ + H2O
H3O+ + OH- --> H2
4 H3O+ + 2 O2- -->  6 H2O
H3O+ + CO32- --> HCO3- +  H2O

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoutzuur en natronloog
1. Namen en formules:             zoutzuur: H3O+ (aq) + Cl (aq)
                                                        natronloog: Na+ (aq) + OH (aq)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vb1: zoutzuur en natronloog
1. Namen en formules:         zoutzuur: H3O+ (aq) + Cl (aq)
                                                        natronloog: Na+ (aq) + OH (aq)
2a. Wat is het zure deeltje?                        H3O+ (aq)
2b. Wat is het basische deeltje?             OH (aq)
3. Schrijf de zuur-base-reactie op
                  H3O+ (aq) + OH (aq) → 2 H2O (l)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Salpeterzuur en magnesiumoxide
1. Namen en formules:          salpeterzuur: H3O+ (aq) + NO3 (aq)
                                               magnesiumoxide: MgO (s)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vb2: salpeterzuur en magnesiumoxide
1. Namen en formules: salpeterzuur: H3O+ (aq) + NO3 (aq)
                                               magnesiumoxide: MgO (s) 

2. Wat is het basische deeltje?                        O2–  in MgO
3. Schrijf de zuur-base-reactie op
                  H3O+ (aq) + MgO (s) → Mg2+ (aq) + H2O (l)
                  2 H3O+ (aq) + MgO (s) → Mg2+ (aq) + 3 H2O (l)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Base + zuur =

(in een juiste verhouding)
A
Nog steeds zuur
B
Nog steeds basisch
C
Neutraal
D
Er zal niets gebeuren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een zuur-base reactie wordt een...
A
H+ overgedragen.
B
OH- overgedragen.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuurbase reacties
Bij een reactie tussen een zuur en een base 
geeft het zuur H+ af aan de base
Je herkent een zuurbase-reactie dus aan 
het verplaatsen van H+ ionen
Voorbeeld:
CH3COOH + OH- --> CH3COO- + HOH (=H2O)
H3O+ (aq) + OH (aq) → 2 H2O (l)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan zuur-base reacties
  1. Noteer: H3O+
  2. Noteer de 'kale' formule van de base: O2-, CO32-, OH-, NH3
  3. Noteer de standaard zuur-base reactie.
  4. Als de beginstoffen oplossingen waren: KLAAR
  5. Als 1 van de beginstoffen een vaste stof was: VERVANG DE FORMULE VAN HET ION DOOR DE FORMULE VAN DE VASTE STOF
  6. Maak de reactievergelijking af (let op het +ion dat na de pijl hoort)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


BaO + H2O -> Ba2+ + 2 OH-
Is dit een zuurbase reactie?
A
Ja, O2- in BaO reageert als zuur, neemt H+ op.
B
Ja, O2- in BaO reageert als base, neemt H+ op.
C
Ja, O2- in H2O reageert als base, neemt H+ op.
D
Nee, dit is geen zuurbase reactie.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nog tips!
  • Overdracht van H+ ion(en) van zuur naar base.
  • Zuur heeft dus altijd minstens één H in haar formule, staat meestal     vooraan.
  • Maar lang niet alle stoffen/ionen met H in de formule zijn zuur!
  • Sterk zuur: H3O+(aq) + Z-(aq)
  • Sterk zuur + sterke base: H3O+(aq) + OH-(aq) → H2O(l)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen deze les

  • De leerling kan het verband leggen van een zwak zuur, wanneer deze gekoppeld is aan een goed zout. 
  • De leerling kan een zuur-base-reactie herkennen.  
  • De leerling kan een zuur-base-reactie opstellen.  
  • De leerling kan de notatie geven van een oplossing waar een zuur-base-reactie heeft plaatsgevonden.  

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ontzuurt zoutzuur met vast calciumoxide.
Schrijf de reactievergelijking van deze zuur-base-reactie op (inclusief toestandsaanduidingen)

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ontzuurt zoutzuur met kalkwater.
Schrijf de reactievergelijking van deze zuur-base-reactie op (inclusief toestandsaanduidingen)

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

2, 4, 5, 10, 12, 14, 16, 21, 22,      23, 32 t/m 37, 41, 43

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies