5.4 Internationale samenwerking

Internationale samenwerking
De wereld na 1945
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Internationale samenwerking
De wereld na 1945

Slide 1 - Tekstslide

§5.4
Internationale samenwerking
A
De Verenigde Naties
Leerdoel:
Je kan beschrijven wat de Verenigde Naties willen bereiken en hoe de Veiligheidsraad werkt.
Begrippen:
Verenigde Naties
Veiligheidsraad
vetorecht
B
Het begin van samenwerking in Europa
Leerdoel:
Je kan uitleggen waarom Europese landen gingen samenwerken in de EGKS en de EEG
Begrippen:
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
Europese Economische Gemeenschap (EEG)
C
De Europese Unie
Leerdoel:
Je kan met een voorbeeld uitleggen dat landen binnen de EU nauwer gingen samenwerken, en uitleggen welke kritiek daarop kwam.
Begrippen:
Europese Unie (EU)
Europese Commissie (EC)
Europees Parlement (EP)
Raad van Ministers (RvM)

Slide 2 - Tekstslide

In 1945 opgericht.
Doel; zorgen voor vrede en veiligheid.
Opvolger Volkenbond (Woodrow Wilson 1918)
bedacht door Roosevelt (president VS (1933 tot 1945)

Leerdoel:
Je kan beschrijven wat de Verenigde Naties willen bereiken en hoe de Veiligheidsraad werkt.
Begrippen:
Verenigde Naties
Veiligheidsraad
vetorecht
§5.4
Internationale samenwerking
A
DeBoze burgers
De Verenigde Naties
Kaart die laat zien welke landen lid zijn van de Verenigde Naties (VN) en wanneer zij lid werden. In de VN werken landen samen om te zorgen voor vrede, welvaart en rechtvaardigheid. 

Slide 3 - Tekstslide

De VN was een succes. De Volkenbond van president Wilson na de Eerste Wereldoorlog was dit niet. 
§5.4
Internationale samenwerking
A
DeBoze burgers
De Verenigde Naties

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De Veiligheidsraad bestaat uit vijftien leden
vijf permanent leden die vetorecht hebben: de Verenigde Staten, Rusland, China, Frankrijk en Groot-Brittannië. De overige tien posities worden door andere landen ingevuld voor periodes van twee jaar.
  • Weinig daadkrachtig door vetorecht, misdaden van leiders blijven onbestraft.
§5.4
Internationale samenwerking
A
DeBoze burgers
De Verenigde Naties
Spotprent uit 1948. In de linker auto zit Stalin, in de rechter auto zie je mensen die het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Frankrijk voorstellen. Op de pet van de man in het midden staat ‘VN’ en op zijn sjerp ‘Veiligheidsraad’.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Het vetorecht zorgt soms voor machteloosheid van de VN: als één permanent lid het ergens niet mee eens is, kan er geen actie ondernomen worden

§5.4
Internationale samenwerking
A
DeBoze burgers
De Verenigde Naties

Slide 9 - Tekstslide

§5.4
Internationale samenwerking
A
DeBoze burgers
De Verenigde Naties

Slide 10 - Tekstslide

§5.4
Internationale samenwerking
A
DeBoze burgers
De Verenigde Naties

Slide 11 - Tekstslide

Waarom samenwerken?
• Een nieuwe oorlog moest worden voorkomen.
• Europa lag in puin na de oorlog en de landen wilden hun economie snel opbouwen.
• De Verenigde Staten wilden een sterk Europa tegenover het communisme. Daarom eisten zij samenwerking tussen de Europese landen, in ruil voor Marshallhulp.

Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom Europese landen gingen samenwerken in de EGKS en de EEG.
Begrippen:
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
Europese Economische Gemeenschap (EEG)
§5.4
Internationale samenwerking
B
DeBoze burgers
Het begin van samenwerking in Europa

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Zes Europese landen werken samen om steenkool en staal te produceren (1951)
Economische verbinding maakt oorlog minder waarschijnlijk. 
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) wordt opgericht:
Italië, West-Duitsland, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg.


§5.4
Internationale samenwerking
B
DeBoze burgers
Het begin van samenwerking in Europa

Slide 14 - Tekstslide

Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht om op meer manieren economisch samen te werken (1957).
1967 EEG en EGKS worden samengevoegd tot Europese Gemeenschap (EG)
Doel: handel stimuleren door een gemeenschappelijke markt te organiseren. 

§5.4
Internationale samenwerking
B
DeBoze burgers
Het begin van samenwerking in Europa

Slide 15 - Tekstslide

1993:oprichting  van de Europese Unie (EU). 
Samenwerken:  milieu veiligheid en economie
•  2002: de euro 
• In de hele EU kwam er vrij verkeer van goederen, diensten, geld en personen. 
Leerdoel:
Je kunt met een voorbeeld uitleggen dat landen binnen de EU nauwer gingen samenwerken, en uitleggen welke kritiek daarop kwam.
Begrippen:
Europese Unie     De Europese Commissie 
euro                        Europees Parlement 
                                Raad van Ministers 
§5.4
Internationale samenwerking
C
DeBoze burgers
De Europese Unie

Slide 16 - Tekstslide

§5.4
Internationale samenwerking
C
DeBoze burgers
De Europese Unie
Onvrede
• De rijke landen dragen meer af aan de EU dan ze ontvangen aan EU-gelden. Voor minder rijke landen geldt het omgekeerde.
• Arbeiders uit minder rijke EU-landen komen werken in de rijkere EU-landen. Vooral mensen die werk doen waarvoor weinig scholing nodig is, moeten met deze arbeidsmigranten concurreren.
• gevoel dat de EU besluiten oplegt en dat burgers geen inspraak hebben.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Bestuur van de EU
De Europese Commissie (EC) is het ‘dagelijks bestuur
De EC bestaat uit 27 commissarissen,  Een commissaris doet wetsvoorstellen, voert besluiten uit en controleert of EU-leden zich aan de afspraken houden.
• Het Europees Parlement (EP) is de volksvertegenwoordiging van de EU. De burgers van EU-landen kiezen deze eens in de vijf jaar.
Het Europees Parlement besluit over Europese wetten en over de begroting. Ook controleert het of de Europese Commissie haar werk goed doet.
• Nadat het Europees Parlement over een wet heeft gestemd, moet de Raad van Ministers (RvM) ermee instemmen. Deze raad bestaat uit ministers uit alle lidstaten. Als er  een besluit over landbouw genomen moet worden, komen alle ministers van Landbouw samen.
§5.4
Internationale samenwerking
C
DeBoze burgers
De Europese Unie

Slide 19 - Tekstslide

Onvrede
• Rijke landen betalen meer aan de EU dan ze ontvangen. Voor minder rijke landen geldt het omgekeerde.
• Arbeiders uit minder rijke EU-landen komen werken in de rijkere EU-landen. Mensen die werk doen waarvoor weinig scholing nodig is, moeten met deze arbeidsmigranten concurreren.
•  ‘democratisch tekort’: de EU  legt besluiten op en burgers  hebben geen inspraak hebben.
§5.4
Internationale samenwerking
C
DeBoze burgers
De Europese Unie

Slide 20 - Tekstslide

Waarom groeide het aantal leden van de VN tussen 1945 en 1960 zo snel?


Slide 21 - Open vraag

Wat betekent het begrip ‘de Verenigde Naties’?

Slide 22 - Open vraag

Noem twee belangrijke bestuursorganen van de Europese Unie.

Slide 23 - Open vraag

Leg uit waarom de Europese landen eerst afspraken over kolen en staal moesten maken, voordat ze konden samenwerken op andere gebieden.

Slide 24 - Open vraag

In de EU gingen landen nog nauwer samenwerken op economisch gebied. Geef daarvan twee voorbeelden.

Slide 25 - Open vraag

De leden van de EGKS waren enthousiast over de samenwerking. 

De Europese Economische Gemeenschap (EEG) werd opgericht.

De zes landen konden nu handel drijven zonder belemmeringen: producten en diensten konden makkelijekr de grens over.
§5.4
Internationale samenwerking
B
DeBoze burgers
Het begin van samenwerking in Europa

Slide 26 - Tekstslide