M&M klas 2 (2021-2022) (Les 22) H2.4 Duurzame ontwikkeling (2)

Noem 3 soorten milieuproblemen
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Noem 3 soorten milieuproblemen

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je een voorbeeld van...
A
Vervuiling
B
Uitputting
C
Aantasting

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je een voorbeeld van ....
A
Vervuiling
B
Uitputting
C
Aantasting

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Vervuiling
B
Aantasting
C
Uitputting

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is ontbossing een probleem voor de aarde?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Milieuproblemen
Wat zijn milieuproblemen?
  • Problemen die ontstaan doordat de mens zijn omgeving schade toebrengt.

Voorbeelden:
  • Vervuiling
  • Uitputting
  • Aantasting
  • Ontbossing

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Duurzaamheid
=
“met de natuur omgaan zodat de aarde nog bruikbaar is voor de toekomst”

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



         Duurzaam


     Niet duurzaam

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam
De natuur (de aarde) wordt zo min mogelijk belast. Er wordt rekening gehouden met het milieu. De aarde moet leefbaar blijven, nu en in de toekomst.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzame ontwikkeling

= de aarde zo gebruiken dat onze achterkleinkinderen er nog goed kunnen leven.


  • FSC-keurmerk (verantwoord gekapte bomen)


  • Bio-Keurmerk (verantwoord vlees, groente e.d.)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaamheid
  • Tegenwoordig moet alles veel duurzamer.
  • Bijv. door groene energie of meer natuur in de stad.
  • Steeds meer mensen kiezen voor tiny houses of groene oplossingen, zoals geen plastic meer gebruiken, of minder vlees te eten.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzame energie

Slide 14 - Tekstslide

Groene energie
Bevolkingsgroei
Geboortecijfer...
  • Aantal geboortes per 1000 inwoners van een land

Sterftecijfer...
  • Aantal sterfgevallen per 1000 inwoners

Geboorteoverschot...
  • Wanneer er meer mensen geboren worden dan sterven.
  • (Geboortecijfer - Sterftecijfer = meer dan 0)


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsgroei
Waarom is het geboortecijfer in armere landen hoger dan in rijkeren landen?
  • Geen anticonceptie middel.
  • Sterftecijfer is hoog, waardoor kinderen belangrijk zijn.
  • Door armoede hebben ouders kinderen nodig om te werken en geld te verdienen.


Wat zijn oplossingen om in armere landen het geboortecijfer omlaag te halen?
  • Arme landen helpen met hun zorg (medicijnen, ziekenhuizen, etc.). 
  • Werkgelegenheid (zorgt voor daling in vrije tijd, zorgt voor daling geboortecijfer).


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak: Cursus 2.4 leerstof en opdrachten.



Klaar?
Cursustoets 2.4

Tijd: 20 minuten
Hoe? Zelfstandig
Vragen? Vinger opsteken!


Maak eerst 2.3 af!

timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je 1 blik agenda!
Eerst het huiswerk plannen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent duurzaam?
A
Alles duur maken.
B
Alles zeldzaam maken.
C
Alles zo gebruiken dat het niet opraakt.
D
Alles zo gebruiken dat het opraakt.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van duurzaamheid?
A
Ontbossing
B
Vervuiling
C
Herbebossing
D
Aantasting

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een duurzame energiebron?
A
Zonnepanelen
B
Steenkool
C
aardolie
D
aardgas

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is duurzaam leven?
A
Bomen planten
B
Met de fiets reizen
C
Twee keer per jaar vliegen
D
De auto nemen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog iets nieuws geleerd deze les?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe was voor jou deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: 2.3 en 2.4


Toets en toets voorbereiden

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies