Theoriekaart 1 en 2
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de huid?
A
een orgaan
B
een weefsel
C
een orgaanstelsel
D
een cel
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heet het gedeelte van de huid wat bestaat uit dode huidcellen?
A
Kiemlaag
B
Lederhuid
C
Hoornlaag
D
Onderhuidse bindweefsel
Slide 6 - Quizvraag
Sleep antwoord naar juiste vakje
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Hoornlaag
Slide 7 - Sleepvraag
Als het warm is zijn de bloedvaten in je huid nauw
A
Goed
B
Fout
Slide 8 - Quizvraag
Suzanne zweet veel. Daardoor koelt haar huid af.
Hoe komt dat?
Hoe komt dat?
A
De warmte uit de huid wordt gebruikt voor de verdamping van zweet.
B
De warmte uit de huid wordt gebruikt voor de vorming van zweet.
C
De warmte uit de huid wordt gebruikt voor het transport van zweet.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is kippenvel
A
een ontspanning van haarspiertjes bij kou
B
een samentrekking van de haarspiertjes bij warmte
C
een samentrekking van de haarspietjes bij kou
D
een ontspanning van haarspiertjes bij warmte
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent zonkracht?
A
De zonkracht geeft aan hoe warm het is
B
Getal
C
getal dat de sterkte van de zonnestraling aangeeft
D
Hoeveel zonnestralen de aarde halen
Slide 11 - Quizvraag
Met zonkracht 7 verbrandt de huid ….
A
Niet
B
Gemakkelijk
C
Snel
D
Zeer snel
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer is de zonkracht het sterkst?
A
Tussen 10 en 14 uur
B
Tussen 11 en 15 uur
C
Tussen 12 en 15 uur
D
Tussen 13 en 16 uur
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekend UV - licht?
A
ultra - vaal licht
B
ultra - violet licht
C
uitredend - van onder licht
D
uitredend van boven - licht/straling
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet de stof die je huid aanmaakt om je tegen de zon te beschermen?
A
Absent
B
Pigment
C
Pigmont
D
Pigmant
Slide 15 - Quizvraag
Waar bevindt zich pigment?
A
Lederhuid
B
Onderhuids bindweefsel
C
Kiemlaag
Slide 16 - Quizvraag
Hoe kun je je het beste beschermen tegen de gevaren van de zon?
A
Smeren, kleren, isoleren
B
Leren, smeren, kleren
C
Weren, meren, teren
D
Smeren, kleren, weren
Slide 17 - Quizvraag
Hoe is albinisme ontstaan?
A
Wit was beter in de sneeuw
B
Een erfelijke aandoening met voordeel in de sneeuw
C
Door een erfelijke aandoening ontbreekt pigment
D
Wit neemt minder warmte op
Slide 18 - Quizvraag
Iemand met albinisme
A
Heeft donker haar en kan slecht zien
B
Heeft donker haar en kan goed zien
C
Heeft licht haar en kan goed zien
D
Heeft licht haar en kan slecht zien
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Heb je PK 3 af?
JA
Nee
Bijna
Nog hulp nodig
Slide 21 - Poll
Hoeveel dia's hebben jullie al klaar?
1
2
3
4
Geen
5
6
7
8
