Begrijpend lezen
1 / 29
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke (6) tekstdoelen ken je?
Slide 5 - Open vraag
Hoe is een tekst opgebouwd? Noem de (3) delen.
Slide 6 - Open vraag
Hoe is een alinea opgebouwd?
Slide 7 - Open vraag
Waar of niet waar: de hoofdgedachte noteer je in een hele zin.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Waar of niet waar: het onderwerp van een tekst noteer je in één of enkele woorden
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een feit en een mening?
Slide 10 - Open vraag
Feit of mening:
Vandaag is het donderdag.
Vandaag is het donderdag.
A
feit
B
mening
Slide 11 - Quizvraag
Feit of mening?
Hij praat heel snel.
Hij praat heel snel.
A
mening
B
feit
Slide 12 - Quizvraag
Feit of mening?
Morgen moet ik naar de tandarts.
Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
Slide 13 - Quizvraag
Subjectieve informatie is een...
A
feit
B
mening
Slide 14 - Quizvraag
Objectieve informatie is een...
A
feit
B
mening
Slide 15 - Quizvraag
Sleep de signaalwoorden naar de bijbehorende verbanden
Uitspraak-tegenstelling
Tegenstellend verband
Uitspraak-opsomming
Opsommend verband
En
Ook
Daarnaast
Bovendien
Echter
Hoewel
Maar
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Link
Waar verwijst het woord 'Zij' (r. 2) naar?
"Horen we straks alleen nog nummers van Nederlandse artiesten op de radio? Wel als het aan auteursrechtenorganisaties Buma Cultuur en Sena ligt. Zij roepen radiostations op om de komende tijd zo veel mogelijk muziek van eigen bodem te draaien, om Nederlandse muzikanten tegemoet te komen in de coronacrisis."
"Horen we straks alleen nog nummers van Nederlandse artiesten op de radio? Wel als het aan auteursrechtenorganisaties Buma Cultuur en Sena ligt. Zij roepen radiostations op om de komende tijd zo veel mogelijk muziek van eigen bodem te draaien, om Nederlandse muzikanten tegemoet te komen in de coronacrisis."
Slide 19 - Open vraag
Citeer de kernzin van de tweede alinea.
Slide 20 - Open vraag
In dit artikel staan vooral..
A
feiten
B
meningen
Slide 21 - Quizvraag
Het tekstdoel van deze tekst is...
A
mening geven
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Link
Bevat deze tekst tussenkopjes?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Worden er in deze tekst citaten gebruikt?
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quizvraag
Wat bedoelt de schrijver met "De zangeres zet ook haar collega's in het zonnetje"?
A
De collega's gingen naar buiten om in de zon te zitten.
B
De zangeres gaf aandacht aan haar collega's.
C
De zangeres geeft haar collega's op een positieve manier aandacht.
D
De zangeres werd erg lief gevonden door haar collega's.
Slide 27 - Quizvraag
Hoe wordt deze tekst afgesloten?
A
Met een conclusie
B
Met een samenvatting
C
Met een advies
D
Er is geen slot
