Woordjes leren

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Leren-lerenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Woordjes leren

Slide 2 - Tekstslide

Leer binnen vijf minuten deze woorden uit je hoofd: (de volgorde is niet belangrijk) 

tafel          zeep 
tandpasta     bord
stoel     shampoo 
vork     kast 
lepel

timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Woorden in een logisch verband onthoud je beter

Uit onderzoek blijkt dat woorden beter worden wanneer ze in een logisch verband staan. Moet je bijvoorbeeld woorden leren die te maken hebben met voorwerpen in en rond het huis? Dan kun je die verdelen in voorwerpen die thuishoren in de keuken, in de badkamer, in de woonkamer, enzovoorts. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe veel minuten kun je het beste per dag woordjes leren?
A
vijf minuten
B
tien minuten
C
een kwartier
D
een half uur

Slide 5 - Quizvraag

Tips voor woordjes leren
Iedere dag tien minuten woordjes leren werkt het best.
De overhoorprogramma's op internet gaan ook uit van tien minuten per dag. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe leer jij woordjes?

Slide 7 - Open vraag

Manieren om woordjes te leren

Slide 8 - Tekstslide

De kaartjesmethode
Nodig: kleine papiertjes

Op ieder kaartje schrijf je een woord in de taal die je moet leren
De Nederlandse vertaling schrijf je op andere kaartjes
Zoek de kaartjes in de vreemde taal bij de kaartjes met de juiste vertaling

Slide 9 - Tekstslide

De afdekmethode
Leg je hand of een stuk papier op de Nederlandse woorden en probeer de vreemde woorden zelf te vertalen, of andersom

Slide 10 - Tekstslide

Zinnen maken met de woordjes die je moet leren

Slide 11 - Tekstslide

Overhoren
Laat je overhoren door een klasgenoot, vriend of vriendin of iemand thuis

Slide 12 - Tekstslide

Overhoren via internet
Als je bij Google intikt 'woordjes overhoren' krijg je een hele rij met sites die je daarbij helpen. Vaak staan de woordenlijsten van je lesboek er zelfs al op. Als je een woord goed vertaalt krijg je vaak een complimentje. Woordjes leren wordt zo gemakkelijker en leuker!

Slide 13 - Tekstslide

Laat jij je wel eens overhoren via internet?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Welke website gebruik je om je te laten overhoren?

Slide 15 - Open vraag

Overhoren plannen
Wil je naast het overhoren ook een planning voor het leren van woordjes? Tik dan op Google in: 'woordjes overhoren plannen'. 

Slide 16 - Tekstslide

Maak er een gek verhaal van!
Een verhaal maken kan je soms helpen om woordjes beter te onthouden. Je kunt je er dan iets bij voorstellen en ziet er een beeld bij. Misschien geldt dat ook voor jou. 

Hoe gekker het verhaaltje, hoe beter je het meestal onthoudt!

Slide 17 - Tekstslide

Maak een (gek) verhaaltje met de volgende woorden: house, roof, chair, table, refrigerator, food, stairs, garden. De andere woorden mogen Nederlands zijn.

Slide 18 - Open vraag

Woordjes leren van songteksten

Vooral geschikt voor Engels.
Haal de songtekst van de nieuwste hit of een ander liedje dat je leuk vindt van internet.  Vertaal de songekst in het Nederlands.
Zoek in de songtekst de woorden die jij moet leren. Onderstreep deze woorden en leer ze. Of zing de regels waarin de woorden staan die je moet leren. 

Slide 19 - Tekstslide

Kijk Netflix!

Maar dan natuurlijk wel in een andere taal en / of met de ondertiteling in een andere taal. Dus: kijk je favoriete serie in het Frans met Franse ondertiteling of in het Engels zonder ondertiteling. 

Slide 20 - Tekstslide

Welke methode heb je al eens uitgeprobeerd?
A
de kaartjesmethode
B
de afdekmethode
C
woordjes gebruiken in zinnen
D
overhoren

Slide 21 - Quizvraag

Welke methode wil je binnenkort uitproberen?
A
gek verhaal maken van woordjes
B
woordjes leren uit songteksten
C
kaartjesmethode
D
Netflix kijken in een andere taal / ondertiteling

Slide 22 - Quizvraag

Welke manier om woordjes leren ken je nog meer?

Slide 23 - Open vraag

Breingeheim 1 

Je kunt woorden (maar ook dingen uit het dagelijks leven) beter onthouden als je na het leren je ogen 30 seconden van links naar rechts en rechts naar links beweegt. Dit bleek uit een onderzoek. Probeer maar eens uit en kijk of het werkt! 
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Breingeheim 2 
Lijstjes met drie, vier of vijf woordjes kunnen we ons het gemakkelijkst herinneren. Dat heeft te maken met het werkgeheugen dat in de hersenen achter je voorhoofd zit. Hetwerkgeheugen (korter dan het kortetermijngeheugen) kan maar weinig informatie bevatten. Moet je een lange lijst met woordjes leren, deel die dan op in brokjes van drie, vier of vijf

Slide 25 - Tekstslide

Breingeheim 3 
Uit een Amerikaans onderzoek onder 2400 meisjes bleek dat het overslaan van het ontbijt kan leiden tot slechte concentratie en schoolresultaten. Uit een ander onderzoek bleek dat jongens het in geheugen- en concentratietesten beter deden als ze een klein beetje hongerig waren, maar meisjes haalden juist hogere cijfers als ze een stevig ontbijt naar binnen hadden gewerkt. Misschien komt dat doordat koolhydraten en eiwitten de meisjes helpen om meer vertrouwen te krijgen in hun eigen presteren. 

Slide 26 - Tekstslide

Meer tips
  • Als je nieuwe woordjes op krijgt, begin dan dezelfde dag nog met tien minuten oefenen.
  • Oefen iedere volgende dag tien minuten tot je een toets of overhoring hebt.
  • Woorden die je er maar niet in krijgt kun je op een blaadje schrijven en boven je bed hangen. Teken er eventueel een plaatje bij. 

Slide 27 - Tekstslide

Herhalen, herhalen!
Vergeet niet dat het bij woordjes leren (zoals bij alles wat je leert) vooral gaat om herhalen.

Slide 28 - Tekstslide