7. De Wereld na 1990 in 30 minuten

7. De Wereld na 1990
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

7. De Wereld na 1990

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerken
  • Toenemend nationalisme (burgeroorlogen Joegoslavië
  • Toenemende Europese samenwerking
  • Populisme
  • Strijd tegen terrorisme

Slide 2 - Tekstslide

1991: Einde van de Sovjet-Unie

  • In het oostblok en de Sovjet-Unie steekt door de glasnost nationalisme weer de kop op.
  • De Sovjet-Unie valt hierdoor uit elkaar. De 15 landen willen weer onafhankelijk zijn.
  • Ook in Oost-Europa is er weer veel nationalisme.

Slide 3 - Tekstslide

1995: Massamoord Srebrenica 
  • Van 1991 tot 1995 is er burgeroorlog in Joegoslavië. De verschillende volken willen in een eigen land verder. 
  • Nederland raakt betrokken via de VN bij de oorlog tussen Servië en Bosnië: er vindt een massamoord plaats door Servische soldaten op de Bosnische vluchtelingen die Nederland had moeten beschermen

Slide 4 - Tekstslide

1952: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

  •  6 Europese landen (België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, Italië en Nederland) gaan samenwerken in de productie van kolen en staal voor de wederopbouw
  • De EGKS was de eerste stap richting een verenigd Europa.

Slide 5 - Tekstslide

1992: Verdrag van Maastricht 
Europese Gemeenschap wordt Europese Unie
Er is vrij verkeer van personen, goederen en diensten tussen de landen van de EU. 

    Slide 6 - Tekstslide

    2002: De Euro wordt ingevoerd

    • De landen van de EU krijgen vanaf 2002 een gezamenlijke munt: de euro.
    • Niet alle Europese landen doen mee met de euro. Sommige landen willen hun eigen munt houden of hadden niet zo'n sterke economie.

    Slide 7 - Tekstslide

    De Europese Commissie
    • Bestaat uit 28 commissarissen.
    • Werkt als de regering van Europa.
    • De Commissie stelt nieuwe wetten voor en zorgt dat wetten worden uitgevoerd.
    Het Europees Parlement
    • bestaat uit 751 leden.
    • wordt iedere vijf jaar door de burgers gekozen. Hoe meer inwoners, hoe meer zetels dat land heeft in het Europees Parlement. 
    • Stemt over de wetsvoorstellen van de Europese Commissie, maar heeft géén recht van amendement. 
    De Raad van Ministers 
    • bestaat uit alle ministers van alle lidstaten.
    • samenstelling elke keer anders, gaat het over milieu dan komen alleen de ministers van Milieu.  
    • De Raad van Ministers moet, net als het Europees Parlement, elk nieuw wetsvoorstel goedkeuren of afkeuren.

    Slide 8 - Tekstslide

    2002: Pim Fortuyn vermoord

    • In 2001 werd Pim Fortuyn leider van de nieuwe partij Leefbaar Nederland. 

    • Hij was een populist: hij zei de mening van het 'echte' volk te kennen => wij/zij denken.
    • Fortuyn werd snel erg populair, maar in 2002, vlak voor de verkiezingen, werd hij vermoord. 


    Slide 9 - Tekstslide

    11 september 2001: Terroristische aanslagen in de VS


    • De fundamentalistische terreurgroep Al Qaida pleegt aanslagen in de VS door vliegtuigen te kapen.  Twee vliegtuigen vliegen de Twin Towers in.
    • De landen van de Navo beginnen de 'oorlog tegen het terrorisme'. 

    Slide 10 - Tekstslide


    Welke uitspraak past bij de ontwikkeling die te zien is in de bron?
    A
    De EU-landen werken samen om terrorisme te bestrijden.
    B
    De NAVO gaat samenwerken met vroegere tegenstanders.
    C
    In Europa gaat het nationalisme weer een belangrijke rol spelen.
    D
    In Europa wordt het Warschaupact opgeheven.

    Slide 11 - Quizvraag


    Van een website over de Europese Unie:
    - Deze instelling mag meebeslissen over EU-wetten en de EU-begroting.
    - Deze instelling houdt toezicht op alle werkzaamheden van de Europese Unie.

    Over welke instelling gaat het?
    A
    over de Europese Commissie
    B
    over de Europese Raad van Ministers
    C
    over het Europees Parlement
    D
    over het Europese Hof van Justitie

    Slide 12 - Quizvraag


    In de prent is een mening te herkennen over de uitbreiding van de EU. 

    Welke mening over deze ontwikkeling is te herkennen in de prent?
    A
    De uitbreiding is goed voor de EU, want de lidstaten laten andere landen toe die kunnen bijdragen aan de EU.
    B
    De uitbreiding is goed voor de EU, want er zijn veel rijke landen lid geworden.
    C
    De uitbreiding is niet goed voor de EU, want de lidstaten verzetten zich tegen de komst van nieuwe landen.
    D
    De uitbreiding is niet goed voor de EU, want er willen te veel landen lid worden van de EU.

    Slide 13 - Quizvraag


    In de prent is een mening te herkennen over de Baltische staten. 
    Welke omschrijving hoort bij de bron?

    De Baltische staten voelen zich
    A
    niet veilig, omdat de NAVO niet voldoende bescherming biedt.
    B
    niet veilig, omdat Rusland wordt bedreigd door de NAVO.
    C
    veilig, omdat de NAVO meer dan voldoende bescherming biedt.
    D
    veilig, omdat Rusland niet wordt bedreigd door de NAVO.

    Slide 14 - Quizvraag


    Welke instelling van de Europese Unie is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de nieuwe Europese wet uit de bron?
    A
    niet veilig, omdat de NAVO niet voldoende bescherming biedt.
    B
    niet veilig, omdat Rusland wordt bedreigd door de NAVO.
    C
    veilig, omdat de NAVO meer dan voldoende bescherming biedt.
    D
    veilig, omdat Rusland niet wordt bedreigd door de NAVO.

    Slide 15 - Quizvraag


    Welk begrip hoort bij de uitspraak in de bron?
    A
    feminisme
    B
    liberalisme
    C
    populisme
    D
    socialisme

    Slide 16 - Quizvraag


    Welke Nederlandse politieke leider wordt vaak een populist genoemd?
    A
    A. Jacobs
    B
    H. Colijn
    C
    P. Fortuyn
    D
    W. Drees

    Slide 17 - Quizvraag