Deze die dit dat

Dit - Dat
Deze - Die
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dit - Dat
Deze - Die

Slide 1 - Tekstslide

Dit 
Wanneer gebruik je DIT?
1. het - woorden
2. dichtbij
3. enkelvoud
het boek - dit boek
het raam - dit raam
het meisje - dit meisje

Slide 2 - Tekstslide

Dat 
Wanneer gebruik je DAT?
1. het - woorden
2. ver weg
3. enkelvoud
het boek - dat boek
het raam - dat raam
het meisje - dat meisje

Slide 3 - Tekstslide

Deze 
Wanneer gebruik je DEZE?
1. De - woorden
2. dichtbij
3. enkelvoud of meervoud
de hond - deze hond
de honden - deze honden
de man - deze man

Slide 4 - Tekstslide

Die 
Wanneer gebruik je DIE?
1. De - woorden
2. verweg
3. enkelvoud of meervoud
de hond - die hond
de honden - die honden
de man - die man

Slide 5 - Tekstslide

Dichtbij
Verweg
Het - woorden
Dit
Dat
De- woorden
Meervoud
Deze
Die

Slide 6 - Tekstslide

... meisje daar heeft een lieve hond.
A
Die
B
Dat
C
Deze

Slide 7 - Quizvraag

Ik vind ... filmpje op mijn telefoon leuk.
A
Dit
B
Die
C
Deze

Slide 8 - Quizvraag

Hoe vind je ... schoenen die daar in de winkel staan?

A
Dit
B
Die
C
Deze
D
Dit

Slide 9 - Quizvraag

... opdracht is niet moeilijk.
A
Dit
B
Die
C
Deze
D
Dit

Slide 10 - Quizvraag

... lunch was erg lekker.
A
Deze
B
Dat

Slide 11 - Quizvraag

Hij vond ... ontbijt niet lekker.
A
Deze
B
Dat
C
Die

Slide 12 - Quizvraag

Dichtbij
Verweg
Het - woorden
De- woorden
Meervoud
Dit
Dat
Deze
Die

Slide 13 - Sleepvraag

Maak les 16 in klare taal. 
Klaar?
Maak de herhalingstoets

Slide 14 - Tekstslide