Standpunt en argument

Standpunt en argument
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Standpunt en argument

Slide 1 - Tekstslide

Een standpunt kan je meestal herkennen aan een aantal woorden of stukjes zin:

Slide 2 - Open vraag

Hoe ziet een stelling eruit?
A
argument ... standpunt
B
standpunt ... argument
C
standpunt ... conclusie
D
argument ... conclusie

Slide 3 - Quizvraag

Hoe ziet een conclusie eruit?
A
standpunt ... argument
B
stelling ... argument
C
stelling ... standpunt
D
argument ... standpunt

Slide 4 - Quizvraag

Volgende signaalwoorden horen bij een ... : dus, daarom, bijgevolg en vandaar
A
stelling
B
conclusie

Slide 5 - Quizvraag

Volgende signaalwoorden horen bij een ... : want, immers, omdat, namelijk ...
A
stelling
B
conclusie

Slide 6 - Quizvraag

Iedereen op het eiland staat voortdurend in de file. De toeristen vervuilen het eiland. Daarom is Mallorca het massatoerisme beu.
A
stelling
B
conclusie

Slide 7 - Quizvraag

Roken is slecht voor je gezondheid. Ten eerste bevat een sigaret de verslavende stof nicotine. Ten tweede verhoogt roken het risico op longkanker.
A
stelling
B
conclusie

Slide 8 - Quizvraag

De trein is een snelle manier van reizen. Je hoeft geen rekening te houden met files.
A
stelling
B
conclusie

Slide 9 - Quizvraag