Paragraaf 4.5 Nederland: energietransitie + 4.6

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Welkom
Leerdoelen 4.5 + 4.6
Lezen 4.5
Uitleg paragraaf 4.5 + 4.6
Afronden met leerdoelen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat kan je na deze les?
Je kan de begrippen energietransitie, ciculaire economie en afvalvoetafdruk uitleggen in eigen woorden

Je begrijpt wat het belang is dat er een energietransitie komt

Je kunt je eigen ecologische voetafdruk berekenen 

Je kan acties benoemen die je ecologische voetafdruk verlaagt

Slide 3 - Tekstslide

Samen lezen 4.5
Wat: Lees paragraaf 4.5 door
Hoe: Zelfstandig in stilte
Tijd: 7 minuten
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent het begrip energietransitie?

Slide 5 - Open vraag

Hoe kun je je afvalvoetafdruk verkleinen?

Slide 6 - Open vraag

Hergebruiken (recyclen)

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een circulaire economie?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

VOOR- EN NADELEN

FOSSIELE ENERGIE
VOOR- EN NADELEN VAN FOSSIELE ENERGIEBRONNEN

VOORDELEN:
  • Welvaart
  • hoog ontwikkelingspeil Nederland
  • Opwekken elektriciteit

NADELEN:
  • Uitstoot koolstofdioxide (CO2)
  • Versterkt broeikaseffect                      >>> Klimaatverandering
  • Het kan opraken                                   >>> beperkte hoeveelheid
  • Grondverzakking / bevingen

Slide 10 - Tekstslide

Energietransitie

De overgang van traditionele, 
fossiele brandstoffen, naar 
duurzame bronnen van energie 

Slide 11 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
  • Windenergie (windmolenparken)
  • Zonne-energie (solarparken, zonnepanelen, zonneboiler)
  • Waterkracht (stuwdammen)
  • Biomassa
  • Geothermische-energie (Aardwarmte)
  • Getijdenenergie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat betekende de ecologische voetafdruk?

Slide 14 - Open vraag

4.6
Je weet dat de Nederlandse landbouw hoge opbrengsten heeft maar niet altijd duurzaam is

Je begrijpt hoe het komt dat qua energie, vervuiling, water en transport niet echt duurzaam is

Je kunt beredeneren waarom biologische producten duurder zijn dan reguliere landbouwproducten

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is voor Nederland het belangrijkste landbouwproduct?
A
Groenten
B
Bloemen en planten
C
Vlees
D
Melk en zuivel

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Biodiversiteit: wat is dit?
Steekwoorden.

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Video

Nadelen:
- telen in kassen kost veel energie (vooral aardgas)
- veelal sprake van monocultuur
- gebruik van chemische stoffen
- gebruik van kunstmest > vervuiling

Intensieve landbouw

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit waarom de voedselflat een goede manier is om de ecologische voetafdruk te verkleinen

Slide 22 - Open vraag

Veel soja in veevoer en voedsel zorgt voor:

Kappen van tropisch regenwoud in Zuid-Amerika

Slide 23 - Tekstslide

Monocultuur: grootschalige landbouw met veelal één product.

Slide 24 - Tekstslide

Bedenk één voordeel en één nadeel van monocultuur.

Slide 25 - Open vraag

Duurzaam
Veel chemische stoffen gebruikt om de planten gezond te houden + kunstmest
Vaak soja uit Zuid-Amerika gebruikt voor voer
Alternatief: biologische landbouw
= geen kunstmest of andere bestrijdingsmiddelen
 -Opbrengst is lager

Slide 26 - Tekstslide

Van monocultuur naar biologische landbouw

Slide 27 - Tekstslide

Oplossing: biologische landbouw

'Letten op welzijn van dieren en het beperken van gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen'

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Planning
Volgende week geen les -> goede vrijdag
SO: 4.3 t/m 4.6 -> 5 april

Bekijk classroom
 voor nakijken werkboekopgaven
Lessonups
Extra filmpjes

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag 
Keuze 1:
Maken samenvatting H4.3 t/m 4.6


Tijd 30 min
Keuze 2: Maken opdrachten H4.5
1, 2 en 6, 7


Tijd:  +- 15 min

Klaar? Ga aan de slag met een andere keuze
Keuze 3: lezen H4.6 en maken opdrachten H4.6
1, 3 en 6, 7

Tijd: +- 20 min
timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.5
Je weet wat de betekenis is van energietransitie, ciculaire economie en afvalvoetafdruk

Je begrijpt waarom het belangrijk is dat er een energietransitie komt

Je kunt het verschil tussen draagkracht en de ecologische voetafdruk aflezen en benoemen

Slide 32 - Tekstslide

4.6
Je weet dat de Nederlandse landbouw hoge opbrengsten heeft maar niet altijd duurzaam is

Je begrijpt hoe het komt dat qua energie, vervuiling, water en transport niet echt duurzaam is

Je kunt beredeneren waarom biologische producten duurder zijn dan reguliere landbouwproducten

Slide 33 - Tekstslide

Belangrijke werkboek vragen voor het SO
H4.3: 1, 6
H4.4: 7
H4.5 : 6, 7d + online -> extra opgaven box 3a
H4.6: 5, 7

Slide 34 - Tekstslide