• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
‹Terug naar zoeken

2.7 Zelfstandig ww en hulpww

Lesdoelen
- Je kent het verschil tussen zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
- Je herhaalt de woordsoorten uit leerjaar 1
    zelfstandig naamwoord (zn), lidwoord (lw), werkwoord (ww)

    bijvoeglijk naamwoord (bn), voorzetsel (vz),
    voornaamwoorden: * persoonlijk voornaamwoord (psv)
                                               * bezittelijk voornaamwoord - bzv )
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
- Je kent het verschil tussen zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
- Je herhaalt de woordsoorten uit leerjaar 1
    zelfstandig naamwoord (zn), lidwoord (lw), werkwoord (ww)

    bijvoeglijk naamwoord (bn), voorzetsel (vz),
    voornaamwoorden: * persoonlijk voornaamwoord (psv)
                                               * bezittelijk voornaamwoord - bzv )

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoord
  • Drukt vaak een handeling uit: praten, vertrekken, zwaaien. (Doe-werkwoorden)
  • Drukt een situatie of gebeurtenis uit: staan, blijven, regenen, vallen


Het hele werkwoord wordt ook wel infinitief genoemd.
Een werkwoord kun je vervoegen (de vorm veranderen). Bijvoorbeeld: hij praat, ze praten, jij praatte, wij hebben gepraat

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig
werkwoord
Hulpwerkwoord
Wat is het verschil?

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord (zww)
- Staat er maar één werkwoord in de zin?  Dan ALTIJD zww!
- Een duidelijke betekenis + KAN zonder hulp van andere ww'en het werkwoordelijk gezegde (wwg) zijn

Bijvoorbeeld:
Ik      fiets    naar  school.
psv    zww     vz       zn
Sophie  zingt  onder  de  douche.  
  zn         zww      vz      lw     zn

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord (zww)
- Let op: splitsbare werkwoorden vallen soms in twee stukken
    uiteen. Benoem altijd beide delen!

Bijvoorbeeld:
De  jongen  telt     de   cijfers  op. 
 lw    zn        zww   lw     zn      zww 

Slide 7 - Tekstslide

Hulpwerkwoord (hww)
- Staan er meerdere werkwoorden in een zin?
   Dan minstens één werkwoord => HULPWERKWOORD (hww)
- Het hww HELPT het zelfstandig werkwoord (zww)
- Het zelfstandig werkwoord (zww) is dan vaak een voltooid
   deelwoord of een inifitief (= heel werkwoord)
Zie blz. 151
Ook voorbeelden!

Slide 8 - Tekstslide

Hulpwerkwoord (hww)
Bijvoorbeeld 1:
Ronald kan echt goed basketballen.
hww : kan
zww: basketballen

Bijvoorbeeld 2:
De kok heeft de biefstuk te gaar gebakken
hww : heeft
zww:  gebakken

Slide 9 - Tekstslide

Hulpwerkwoord (hww)
1.  In de zin altijd meer dan één werkwoord
2. Het zelfstandig werkwoord is meestal voltooid deelwoord
    of een infinitief 
Bijvoorbeeld:
Mijn tante wil zondag komen zingen.
hww : wil
hww: komen
zww: zingen

 BELANGRIJK
In sommige zinnen staan meerdere
           hulpwerk-
          woorden.

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig
werkwoord
Hulpwerkwoord
Welk werkwoord is wat?
Voorbeeldzin:
Mijn vader wil graag leren parchutespringen.

Slide 11 - Tekstslide

Hulpwerkwoord of 
zelfstandig werkwoord? 
1. Onderstreep de persoons-
    vorm (pv)
2. Laat de pv weg
3. Maak een zin met de
    werkwoorden die over zijn
4. Ga naar stap 1. 
5. Ga door tot je één werk-
    woord over hebt - dat is
    het zelfstandig werkwoord
Bijvoorbeeld:
  • Joshua zegt graag dierenarts te willen worden.
  • Joshua wil graag dierenarts
     worden.
  • Joshua wordt graag dierenarts.
            hww = zegt en wil
           zww  = wordt

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
-  Je kent het verschil tussen een zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
- Je herhaalt de woordsoorten uit leerjaar 1
    zelfstandig naamwoord (zn), lidwoord (lw), werkwoord (ww)

    bijvoeglijk naamwoord (bn), voorzetsel (vz),
    voornaamwoorden: * persoonlijk voornaamwoord (psv)
                                               * bezittelijk voornaamwoord - bzv )

Slide 14 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

1.2 Grammatica woordsoorten

September 2016 - Les met 10 slides
NederlandsMiddelbare schoolLeerjaar 2

Woordsoorten 5, MHV2

December 2021 - Les met 18 slides
NederlandsMiddelbare school

grammaticacursus deel 2 - klas 2

April 2021 - Les met 35 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Woordsoorten - ZWW en HWW

4 days ago - Les met 12 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Grammatica woordsoorten

November 2023 - Les met 15 slides

6.2 woordsoorten

September 2024 - Les met 24 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Quiz Talent spell/gramm H3 3TL

April 2024 - Les met 40 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

HA2 grammatica zww hww kww

January 2023 - Les met 34 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen