VMBO 3 par 2.4 Consumeren of Consuminderen

HOOFDSTUK 2
Paragraaf 2.4
Wat doe jij voor het millieu
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 2
Paragraaf 2.4
Wat doe jij voor het millieu

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

  • wat is milieuschade
  • wat is het broeikaseffect
  • welke kosten betaal je voor energie

Slide 2 - Tekstslide

Milieuschade
Milieuschade ontstaat wanneer ons gedrag negatieve gevolgen heeft voor het milieu.
Mensen veroorzaken milieuschade door:
  • vervuiling van lucht, water en bodem
  • energieverbruik
  • verbruik van grondstoffen
  • afval

Slide 3 - Tekstslide

Broeikaseffect (door CO2)

Slide 4 - Tekstslide

De energie rekening
De energierekening bestaat uit:
  • vaste kosten
    - leveringskosten en netbeheerkosten
  • variabele kosten
    - verbruikskosten (per kilowattuur / m3)
    - opslag duurzame energie
    - Energiebelasting
    - BTW

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
  • maak uit je boek vraag 1 t/m 5 op bladzijde 52 en verder
  • lees eerst steeds de theorie achter de blauwe streep
Gebruik bij vraag 3 de formule :    (wat : waarvan)   x 100    

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel

  • ingrijpen overheid en maatschappelijke kosten

Slide 7 - Tekstslide

Ingrijpen overheid 
  • energiebelasting heffen
  • stimuleren duurzame energie
    - subsidie
    - energiebespaarlening
    - btw terugvragen zonnepanelen.

Slide 8 - Tekstslide

Maatschappelijke kosten
Maatschappelijke kosten zijn de kosten van milieuvervuiling die door ons allemaal worden betaald.

  • Kosten voor afvalverwijdering
  • Natuurbescherming
  • Opraken van grondstoffen
  • Nadelige gevolgen voor de gezondheid

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
  • maak uit je boek vraag 7 t/m 10 op bladzijde 54 en verder
  • maak de samenvattingen van 2.3 en 2.4 op blz 56
  • maak de Lesson up vragen van 2.4 op je Laptop


Slide 10 - Tekstslide

Oefenen
Pak je boek erbij, paragraaf 2.4  Lees de theorie achter de rode stippeltjes goed door en maak dan de vragen in deze Lesson Up.
SUCCES!!!

Slide 11 - Tekstslide

Wat is geen oorzaak van milieuschade?
A
Het kappen van bossen voor soya-plantage
B
Het oppompen van gas voor verwarmen woningen
C
Het maken van een nieuwe skipiste in de Alpen
D
Het afschaffen van gratis plastic tasjes

Slide 12 - Quizvraag

Hoe ontstaat milieuschade?
Door het:
A
het maken van goederen
B
maken en gebruiken van goederen
C
het gebruiken van goederen
D
niks te doen

Slide 13 - Quizvraag

Productie levert milieuschade op. Wat is waar over milieuschade?
A
Milieuschade is direct merkbaar
B
Herstellen is onmogelijk
C
Milieuschade is niet direct merkbaar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van milieuschade?
A
Afval
B
Recycling
C
Vervuiling van lucht, water en bodem
D
Verbruik van grondstoffen

Slide 15 - Quizvraag

Milieuschade kan ontstaan door
A
Een boek van de bibliotheek te lezen
B
Hard te lopen met vrienden
C
Met het vliegtuig naar New York te vliegen
D
Hollandse groenten te eten.

Slide 16 - Quizvraag

wat is geen voorbeeld van milieuschade?
A
afval op straat
B
luchtvervuiling
C
water vervuiling
D
een vieze slaapkamer

Slide 17 - Quizvraag

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
methaan is een broeikasgas
B
broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
C
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofmonoxide
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 18 - Quizvraag

1: Co2 is een natuurlijke stof en is niet slecht voor de aarde.
2: Het broeikaseffect gaat over de verkoeling van de aarde.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
2 is juist, 1 is onjuist
C
Beide antwoorden zijn fout
D
Beide antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quizvraag

het broeikaseffect wordt veroorzaakt door
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
ozon

Slide 20 - Quizvraag

Welke gas veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Stikstof
D
Biogassen

Slide 21 - Quizvraag

Het broeikaseffect zorgt voor de afkoeling van de aarde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Maatschappelijke kosten zijn
A
De kosten van de maatschappij
B
De kosten van vervuiling die door ons allemaal moeten worden betaald
C
De bedrijskosten - de omzet
D
Zo produceren dat het geen schade voor de omgeving oplevert

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van maatschappelijke kosten?
A
Als een bedrijf Failliet gaat, moeten wij de openstaande kosten betalen.
B
Als een bedrijf afval dumpt in de rivier en de overheid de schoonmaakkosten hiervoor betaalt.
C
Consumenten die bezorgkosten betalen om hun pakketje te laten bezorgen.
D
Als wij iets kopen, moeten we BTW betalen.

Slide 24 - Quizvraag

Waarom zijn maatschappelijke kosten vervelend voor de burgers?
A
de burgers betalen dan mee aan het oplossen van de vervuiling van een ander.
B
Omdat burgers hierdoor minder geld verdienen.
C
Omdat bedrijven hierdoor meer winst maken.
D
Omdat burger hierdoor niet in een schoon land kunnen leven.

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn maatschappelijke kosten?
A
Kosten die een maatschap maakt.
B
Kosten die gemaakt worden ministers te betalen
C
Kosten voor onderhoud van wegen e.d.
D
Nadelen van de productie + consumptie voor de samenleving.

Slide 26 - Quizvraag

Waarom zijn maatschappelijke kosten vervelend voor de burgers?
A
Omdat de burgers moeten meebetalen aan het oplossen van de vervuiling van een ander.
B
Omdat burgers hierdoor minder geld verdienen.
C
Omdat bedrijven hierdoor meer winst maken.
D
Omdat burger hierdoor niet in een schoon land kunnen leven.

Slide 27 - Quizvraag