les 5 regering en parlement

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Volk wordt vertegenwoordigd
A
in het parlement
B
parlement, Provinciale Staten
C
parlement, Provinciale Staten en Gemeenteraad

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een koninkrijk/monarchie?

Een land met ....
A
de president als staatshoofd gekozen door de bevolking
B
de koning als staatshoofd
C
niemand als staatshoofd
D
de juf als staatshoofd

Slide 8 - Quizvraag

Wie is ons staatshoofd?
A
Rutte
B
Wilders
C
Koning Willem-Alexander

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke rechten horen bij welke taak van het parlement?
Hieronder zie de twee taken van het Nederlandse parlement.  Welk recht hoort bij welke taak? (Gebruik ook blz. 18 van HO)
Wetgevende taak
Controlerende taak
Recht van amendement
Recht van initiatief
Recht van interpellatie
Recht van budget
Recht van enquête

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Verbind de begrippen met de juiste uitleg
De volksvertegenwoordiging bestaande uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer
Een wet die nog niet door de Eerste en Tweede Kamer is goedgekeurd.
Een democratie waarbij het volk indirect via een volksvertegenwoordiging beslist.
Een groep Tweede Kamerleden of Eerste Kamerleden die horen bij dezelfde politieke partij.
De leider van een groep Tweede Kamerleden of Eerste Kamerleden die horen bij dezelfde politieke partij
Eén van de twee kamers van het Nederlands parlement en bestaat uit 75 leden.
Eén van de twee kamers van het parlement die bestaat uit 150 leden.
Een staat waarin de burger bescherming van zijn rechten en vrijheden heeft tegen medeburgers én tegen de overheid.
Fractie








Parlementaire democratie
Parlement
Tweede Kamer
Eerste Kamer
Rechtsstaat
Fractievoorzitter
Wetsvoorstel

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

I. het begrip dualisme verwijst naar de scheiding van de wetgevende en uitvoerende macht
II. Het dualisme geldt in Nederland voor alle bestuurslagen: rijk, provincie en gemeente
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met het 'dualisme' binnen een gemeente?
A
De gemeenteraad controleert de burgemeester.
B
De gemeenteraad controleert het college van burgemeester en wethouders (B&W). Wethouders zijn dus geen lid van de gemeenteraad.
C
De gemeenteraad controleert de wethouders.
D
Een gemeente heeft naast een burgemeester altijd een plaatsvervangend burgemeester.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een passend voorbeeld bij het begrip poldermodel?
A
Een afspraak tussen de overheid en vakbonden van werkgevers en werknemers
B
De Tweede Kamer dat lang debatteert over een onbetrouwbare minister
C
De werknemer die met zijn baas overlegd over een salarisverhoging
D
Een leerling die zijn cijfer komt beklagen bij de docent

Slide 23 - Quizvraag

Het parlement controleert de
A
rechters
B
regering

Slide 24 - Quizvraag

Waarvoor stemmen wij?
(burgers van 18 jaar en ouder)
A
Parlement
B
Europees Parlement
C
Gemeenteraad
D
Provinciale Staten

Slide 25 - Quizvraag