Hoofd en Romp

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie nog..
even checken!

Slide 2 - Tekstslide

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer...?
A
602 botten
B
206 botten
C
305 botten
D
156 botten

Slide 3 - Quizvraag

Welke van onderstaande botten behoort niet tot de pijpbeenderen
A
Schouderblad
B
Spaakbeen
C
Scheenbeen
D
Dijbeen

Slide 4 - Quizvraag

Het afbreken en opnieuw opbouwen van botten noemen we
A
Remodellering
B
Ligamenten
C
Trabeculae
D
Botmatrix

Slide 5 - Quizvraag

Welk mineraal heeft de mens nodig voor onze botten?
A
Kalium
B
Ijzer
C
Natrium
D
Calcium

Slide 6 - Quizvraag

Het botweefsel bestaat uit botmatrix en botcellen.
Waar bestaat botmatrix uit?
A
Collageenvezels en calciumfosfaat
B
Collageenvezels en kalium
C
Eiwitvezels en natriumfosfaat.
D
Calcium en magnesium

Slide 7 - Quizvraag

Welke cellen zorgen voor afbraak van het bot?
A
osteoblasten
B
osteocyten
C
osteoclasten

Slide 8 - Quizvraag

Botvorming uit kraakbeen komt vooral voor in de...
A
schedel
B
schouderblad
C
pijpbeenderen (arm en been)
D
heupen

Slide 9 - Quizvraag

Wat zorgt ervoor dat een gewricht soepel kan bewegen?
A
Periost
B
Kapsels en banden (ligamenten)
C
Slijmbeurs (bursa)
D
Gewrichtskraakbeen en gewrichtvloeistof (Synovia)

Slide 10 - Quizvraag

Deze schijven zijn schokdempers
Een dun laagje weefsel om het gewricht heen
De ruimte tussen de gewrichtsvlakken
Vloeistof in de gewrichtsholte = voeding van kraakbeen
Is hyalien kraakbeen welke botuiteinden bedekt
Zakjes gevuld met vloeistof tussen pees en aanhechting pezen
Banden om het gewricht heen 
Gewrichtskraakbeen
Gewrichtsholte
Gewrichtsvloeistof
Gewrichtskapsel
Banden van bindweefsel
Slijmbeurzen
Kraakbeenschijven

Slide 11 - Sleepvraag

Welke spier overspant twee gewrichten?
A
m. biceps femoris (hamstringspier)
B
m. quadriceps (vierkoppige dijbeenspier)
C
m. gastrocnemius (kuitspier)
D
m. rectus abdominis (rechte buikspier)

Slide 12 - Quizvraag

De bouwsteen van een spier is een spiercel of spiervezel.
Wat zijn eigenschappen van spiercellen (meerdere antwoorden juist)
A
Reageren op elektrische prikkels.
B
Kunnen zich verkorten door samen te trekken.
C
Ze kunnen uitgerekt worden.
D
Ze kunnen een rustlengte aannemen.

Slide 13 - Quizvraag

Spierspanning
A
Tonus
B
Contractie
C
Musculus
D
antagonisten

Slide 14 - Quizvraag

Wat is er aan de hand bij spacticiteit
A
De aanhechting van de pees aan het bot is niet goed.
B
de rusttonis van de spier is te hoog.
C
De rusttonis van de spier is te laag.
D
De spier veroorzaakt een beweging in de verkeerde richting.

Slide 15 - Quizvraag

Endorotatie
Exorotatie
Extensie
Flexie
Abductie
Adductie
Naar binnen draaien
Naar buiten draaien
Strekken
Buigen
Van het lichaam af bewegen
Naar het lichaam toe bewegen

Slide 16 - Sleepvraag

Vandaag
Hoofd en Romp
De schedel
De Rug
De borstkas
Het bekken

Slide 17 - Tekstslide

De schedel
De botten rondom de hersenen (platte beenderen) zijn met naden aan elkaar verbonden.

In sommige botten zitten holtes die in verbinding staan met de neusholte
Aangezichtsbotten:

Neusbeen, bovenkaak, jukbeen & onderkaak.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een fontanel

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

De wervelkolom
= je ruggengraad. Tussen elke wervel zitten tussenwervelschijven. 

  • Je kunt bewegen
  • Je blijft stevig en stabiel staan
  • Bescherming van je ruggenmerg en zenuwen die door het wervelkolom heen lopen
  • Draagt het hoofd
  • Is een verbinder met zowel de borstkas en schoudergordel & bekken en bekkengordel.

Slide 22 - Tekstslide

De wervels
  • Cervicale wervels (halswervels): C1 t/m C7
  • Thoracale wervels (borstwervels): T1 t/m T12
  • Lumbale wervels (lendenwervels): L1 t/m L5
  • Os sacrum (heiligbeen): S1 t/m S5 (vergroeide wervels)
  • Os coccygis (staartbeen/stuitje): 3 tot 5 vergroeide wervels, geen aparte letters en cijfers. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Spieren van de rug
De rug bevat korte & lange spieren.
Deze dragen bij aan:
- stevigheid van de rug
- je houding
- Beweging van de rug, schouders en bekken
Het spierkorset = de spieren van de rug, samen met de buikspieren & spieren van de bekkenbodem.

Belangrijke spieren in de rug.
  • Monnikskapspier.
  • Grote rugspier.
  • Grote bilspier.

Slide 25 - Tekstslide

Krommingen
Vanaf de zijkant een dubbele S-vorm.
Van boven naar beneden:
  • Lordose
  • Kyfose
  • Lordose
  • Kyfose

Vanaf de achterkant: 
  • Scoliose

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Kyfose
Lordose

Slide 28 - Sleepvraag

Zijwaartse kromming van wervelkolom

Bolling van wervelkolom

Holling van de wervelkolom
Scoliose
Kyfose
Lordose

Slide 29 - Sleepvraag


Wat voor een aandoening heeft de middelste persoon?
A
Kyfose
B
Lordose
C
Biolose
D
Scoleose

Slide 30 - Quizvraag

Algemene structuur van wervels

Slide 31 - Tekstslide

Structuur wervels

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht
Maak een tekening van de bouw van een wervel en beschrijf daarbij de volgende begrippen:
  • Wervellichaam (corpus vertebrae)
  • Werkvelboog (arcus vertebtae)
  • Wervelgat (foramen vertebrale)
  • Wervelkanaal (canalis vertebralis)
  • Doornuitsteeksel (processus spinosus)
  • Dwarsuitsteeksel (processus transversus)
  • Tussenwervelgat (foramen intervertebrale)
  • Facetgewrichten
                                                                                                                                                                                  20 minuten

Slide 33 - Tekstslide

De wervels nog eens toegelicht
  • Borstwervels
  • Lendenwervels
  • Heiligbeen
  • Staartbeen / stuitje 

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht
Maak een tekening van de volgorde van een wervels en beschrijf daarbij de volgende begrippen:
  • Thoracale wervels (borstwervels)
  • Lumbale wervels (lendenwervels)
  • Os sacrum (heiligbeen)
  • Os coccygis (staartbeen/stuitje)
  • Ribben
  • Grote, vorm en zwaarte van de wervels
  • Beweging tussen wervels
  • Sacrale kanaal
  • Tussenwervelschijven                                                                                                                       30 minuten
  • Bindweefselbanden


Slide 35 - Tekstslide

De Borstkas (thorax)
De borstkas (thorax) bestaat uit 
borstwervels met tussenwervelschijven 
Ribben
Borstbeen (sternum) 
De borstkas beschermt de organen in de borstholte.
Links en rechts is een sleutelbeen (clavicula) met een gewricht verbonden met het borstbeen                  verbind het schouderblad met de bostkas 

Slide 36 - Tekstslide

De ribben
Bescherming voor je organen in de borstkast.

12 ribben:
  • bovenste 7: ware ribben               zitten vast aan borstbeen
  • Onderste 5: valse ribben              zitten niet vast aan borstbeen
                                                        
  • Bovenste 3 zitten vast aan het borstbeen via het kraakbeen van rib 7
  • Onderste 2 zijn 'zwevende ribben' 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Het borstbeen
  1. Handvat
  2. Lichaam
  3. Zwaardvormig aanhangsel 

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

De botten van de extremiteiten
Extremiteiten zijn ledematen:
  • Bovenste ledematen: Schoudergordel, armen en handen
    Zorgen voor beweging van het lichaam
  • Onderste ledematen: Bekkengordel, bovenbenen, onderbenen en voeten.
    Zorgen voor stabiliteit en beweging

Slide 41 - Tekstslide

Boven
Onder

Slide 42 - Tekstslide

Het bekken
Draagt het gewicht van het bovenlichaam via het heupgewricht over op de benen.


Beschermt de organen in de buik.


Slide 43 - Tekstslide

Het bekken

Bestaat uit (een kring van) botten en kraakbeenschijf.
Verbinding tussen romp & benen.

Het bekken (pelvis) 

Deze kring van botten = bekkengordel.
- wervels van het heiligbeek (sactum).
- Links en rechts een heupbeen (3 aan elkaar gegroeide botten)
- Een kraakbeenschijf (symfyse) tussen de twee bekkenhelften aan de voorzijde.


Tussen de delen is enige beweging mogelijk door symfyse. 

De twee heupbeenderen aan beide kanten vormen een gewricht met het heiligbeen (sacro-iliacale gewricht of SI-gewricht). Hierin is heel weinig beweging mogelijk, alleen een beetje vering (om ruimte te maken tijdens de bevalling)


Slide 44 - Tekstslide

Huiswerkopdracht
Maak test je kennis van hoofd & romp!

Behandel zelfstandig in zorgpad anatomie en fysiologie: het bewegingsstelsel

Maak voor jezelf een duidelijke samenvatting/mindmap/tekening met daarin alle theorie van de theorie. 

Slide 45 - Tekstslide

Als ik terugkijk naar alle lesstof van afgelopen weken, heb ik het al onder de knie!
0100

Slide 46 - Poll

Volgende les...
Bovenste en onderste extremiteiten:
Armen & Benen.

Slide 47 - Tekstslide