De verzorgingsstaat: Is een telefoon noodzakelijk? | Deel 2/2

Bespreken huiswerk
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Bespreken huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Het stelsel van sociale zekerheid
De verzorgingsstaat: Is een telefoon noodzakelijk?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Voor welke functies van de verzorgingsstaat trekt de overheid de hoogste
bedragen uit in de Rijksbegroting? Zet ze in rangorde van 1 t/m 3 (3 is gedeeld!).

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Stelling: juist of onjuist?



1: Het sociaal minimum is het minimale inkomen of
de voorwaarden die nodig zijn om in basisbehoeften te voorzien.

2: Sociale zekerheid is het systeem dat mensen van bescherming voorziet tegen financiële risico's.
A
1 en 2 zijn juist
B
1 en 2 zijn onjuist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist

Slide 7 - Quizvraag

Zijn alle uitkeringen
op minimumniveau?
Alle uitkeringen samen zijn de:






Sociale zekerheid
Minimumbehoeftefunctie
Loondervingsfunctiefunctie
Uitkering zorgt voor inkomen op het sociaal minimum.
Uitkering compenseert voor het wegvallend van inkomen = loonderving.

De hoogte van de uitkering is dan meestal een percentage van het oude loon, het bedrag dat iemand verdiende voordat hij ziek, arbeidsongeschikt of werkloos werd.
= een vangnet voor wanneer je
(tijdelijk) niet voor je eigen
inkomen, of jezelf, kunt zorgen

Slide 8 - Tekstslide

Welke uitspraak klopt?
WIA
de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
A
De Bijstand heeft een loondervingsfunctie.
B
De Bijstand heeft een minimumbehoeftefunctie.
C
De WIA heeft een loondervingsfunctie.
D
De WIA heeft een minimumbehoeftefunctie.

Slide 9 - Quizvraag

Groepen arbeiders staan deel loon af in gezamenlijke spaarpot,
bij uitval wordt loon doorbetaald vanuit die gezamenlijke spaarpot.
-> werknemersverzekeringen = loondervingsfunctie
-> alleen voor werknemers en afhankelijk van contract
Na WOII groeide het idee bij politici, vakbonden en werkgevers 
dat er sociale zekerheid voor de hele bevolking moest komen.
-> volksverzekeringen = minimumbehoeftefunctie
-> voor iedereen gelijk en vaak te herkennen aan "Algemene" 
Waarom die verschillen tussen uitkeringen?
19e eeuw                                                       20e eeuw

Slide 10 - Tekstslide

Wat
  • werknemers- en volksverzekeringen 

Voor wie
  • bevolking die werkt of heeft gewerkt
Uitgangspunt:
  • individuele rechten en plichten

Financieringswijze
  • premies betaald door werknemers,         werkgevers en zelfstandigen
Waarom:
  • zodat niemand onder het                 sociaal minimum zakt

Voor wie
  • de hele bevolking
Uitgangspunt:
  • draagkracht van de leefeenheid

Financieringswijze:
  • belasting
Sociale VERZEKERINGEN
Sociale VOORZIENINGEN
Sociale zekerheid
03:30 minuten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

WIA: de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WW: de WerkeloosheidsWet
AOW: de Algemene OuderdomsWet
ANW: de Algemene NabestaandenWet
WLZ: de Wet Langdurige Zorg
Stelsel van 
Sociale Zekerheid
Sociale Verzekeringen
Sociale Voorzieningen
Volksverzekeringen
Werknemersverzekeringen
premies
belasting
Werknemers
Werkgevers

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke zorg is basiszorg?

Slide 15 - Woordweb

Vergoeding gezondheidskosten vaak door verzekeraars i.p.v. overheid.

Deze zorgverzekeraars concurreren met elkaar:
-> Hoogte verzekeringspremie kan per verzekeraar verschillen.
-> Doel is de beste prijs-kwaliteitverhouding door marktmechanisme.

Om er toch zeker van te zijn dat mensen altijd een beroep kunnen doen op basiszorg, zijn alle inwoners van Nederland verplicht om zich hiervoor te verzekeren. Verzekeraars mogen niemand weigeren. 
-> Vastgelegd in de Zorgverzekeringswet (ZVW). 
-> Inhoud basispakket wordt door de overheid bepaald:                                   marktmechanisme bestaat hier dus naast overheidsregulering!
ZORG - samenwerking tussen overheid en verzekeraars
NOSop3
05:30 minuten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Waarom kiezen mensen niet vaak voor een hoger eigen risico?

Slide 18 - Woordweb

=  materiële voorzieningen: tastbaar | voorzien in (aanvulling v.) inkomen
immateriële voorzieningen: niet tastbaar |  voorzien van goede zorg

Slide 19 - Tekstslide



Wat heeft een mens nodig?





Wat mag dat kosten?
 



Wat is noodzakelijk: een dilemma...
BALANS
naastenliefde - vrijheid - gelijkheid

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 22 - Tekstslide