Bouwsteen 03 - Indeling teksten (inleiding-kern-slot)

Bouwsteen 03
  
Inleiding, kern, slot



De opbouw van een tekst
Hoe zijn teksten ingedeeld?




1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bouwsteen 03
  
Inleiding, kern, slot



De opbouw van een tekst
Hoe zijn teksten ingedeeld?




Slide 1 - Tekstslide

Doel 
Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst en je vindt snel je weg in een tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Langere tekst vaak zelfde opbouw
Dat is niet voor niks. Kijk eens naar de volgende slide... 
Teksten hebben vaak dezelfde opbouw. 

Dat is niet voor niks. 
Zonder een duidelijke opbouw wordt een tekst onbegrijpelijk
In de volgende video wordt het uitgelegd.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Oefening
Je hebt in je mail een tekst ontvangen, waarin geen structuur is aangebracht.
Dat ga je nu zelf doen.

Maak volgens de instructies op het opdrachtvel een heldere indeling van de tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Straffen tot zes maanden cel voor bekogelen politie bij rellen Eindhoven
De politierechter in Den Bosch heeft vrijdag drie mannen veroordeeld voor straffen tot zes maanden cel voor hun betrokkenheid bij de avondklokrellen in Eindhoven op 24 januari.
De 24-jarige Eindhovenaar Stanley C. kreeg met zes maanden cel, waarvan twee voorwaardelijk, de hoogste straf.
C. hitste de groep op door zich voor de groep te plaatsen, tussen de ME en de demonstranten. Hij stond met zijn armen te zwaaien en de politie uit te dagen. Hij greep in zijn kruis richting de agenten en gooide met stenen en een fiets naar de agenten. De man heeft bekend dat hij stenen gooide.
De politierechter zei bij de uitspraak dat het "een soort oorlogssituatie" was in Eindhoven. "En u was in het begin een van de actiefste deelnemers, een voorloper." Tegen de man was een half jaar onvoorwaardelijke celstraf geëist. Vanwege persoonlijke omstandigheden legde de politierechter een deel voorwaardelijk op.
Eindhovenaar Martijn F. (19) krijgt tien weken cel, waarvan acht voorwaardelijk en een taakstraf van veertig uur. Hij gooide volgens de politierechter met stenen, stak zijn middelvinger op en schold agenten uit. "Ronduit schofterig", zei de officier van justitie.
De achttienjarige Noah S. uit Helmond heeft 60 dagen cel gekregen, waarvan 48 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van veertig uur. Hij gooide een parasol omver en een steen tegen een ME-bus. Hij komt op vrije voeten, omdat hij het onvoorwaardelijke deel van zijn celstraf al heeft uitgezeten.
Rellen begonnen na schoonvegen verboden demonstratie
Het ging in het begin van de zondagmiddag mis in Eindhoven, toen de politie het 18 Septemberplein schoonveegde, waar ongeveer driehonderd mensen deelnamen aan een verboden demonstratie.
De politie werd bekogeld met stenen, vuurwerk, fietsen en verkeersborden. Bij het Centraal Station werd een auto in brand gestoken, het station werd vernield en er werden winkels geplunderd. Dat breidde zich uit tot in het centrum.
Stanley C. nam niet meer deel aan de vernielingen en plunderingen. Toen was hij al opgepakt.
Eerder deze week kwamen relschoppers uit andere steden al voor verschillende rechters. De hoogste straf tot nu toe was negentig dagen cel, waarvan zestig voorwaardelijk, voor iemand die betrokken was bij rellen op het Museumplein in Amsterdam.

Slide 6 - Tekstslide

Tekst met opbouw
Straffen tot zes maanden cel voor bekogelen politie bij rellen Eindhoven

De politierechter in Den Bosch heeft vrijdag drie mannen veroordeeld voor straffen tot zes maanden cel voor hun betrokkenheid bij de avondklokrellen in Eindhoven op 24 januari.

De 24-jarige Eindhovenaar Stanley C. kreeg met zes maanden cel, waarvan twee voorwaardelijk, de hoogste straf.
C. hitste de groep op door zich voor de groep te plaatsen, tussen de ME en de demonstranten. Hij stond met zijn armen te zwaaien en de politie uit te dagen. Hij greep in zijn kruis richting de agenten en gooide met stenen en een fiets naar de agenten. De man heeft bekend dat hij stenen gooide.
De politierechter zei bij de uitspraak dat het "een soort oorlogssituatie" was in Eindhoven. "En u was in het begin een van de actiefste deelnemers, een voorloper." Tegen de man was een half jaar onvoorwaardelijke celstraf geëist. Vanwege persoonlijke omstandigheden legde de politierechter een deel voorwaardelijk op.

Eindhovenaar Martijn F. (19) krijgt tien weken cel, waarvan acht voorwaardelijk en een taakstraf van veertig uur. Hij gooide volgens de politierechter met stenen, stak zijn middelvinger op en schold agenten uit. "Ronduit schofterig", zei de officier van justitie.


Slide 7 - Tekstslide

(Vervolg)
De achttienjarige Noah S. uit Helmond heeft 60 dagen cel gekregen, waarvan 48 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van veertig uur. Hij gooide een parasol omver en een steen tegen een ME-bus. Hij komt op vrije voeten, omdat hij het onvoorwaardelijke deel van zijn celstraf al heeft uitgezeten.

Rellen begonnen na schoonvegen verboden demonstratie
Het ging in het begin van de zondagmiddag mis in Eindhoven, toen de politie het 18 Septemberplein schoonveegde, waar ongeveer driehonderd mensen deelnamen aan een verboden demonstratie.
De politie werd bekogeld met stenen, vuurwerk, fietsen en verkeersborden. Bij het Centraal Station werd een auto in brand gestoken, het station werd vernield en er werden winkels geplunderd. Dat breidde zich uit tot in het centrum.
Stanley C. nam niet meer deel aan de vernielingen en plunderingen. Toen was hij al opgepakt.

Eerder deze week kwamen relschoppers uit andere steden al voor verschillende rechters. De hoogste straf tot nu toe was negentig dagen cel, waarvan zestig voorwaardelijk, voor iemand die betrokken was bij rellen op het Museumplein in Amsterdam.

Slide 8 - Tekstslide

Indeling teksten
(titel)
inleiding 
kern
slot

Slide 9 - Tekstslide

Titel: haar
Inleiding: hoofd


Kern: lijf


Slot: benen / voeten

Slide 10 - Tekstslide

Doel van de titel?

Slide 11 - Woordweb

Titel

De titel verraadt al veel
Het trekt de aandacht; ga je de tekst lezen of niet?
De titel noemt vaak al het onderwerp.

Slide 12 - Tekstslide

Opbouw
Titel: bevat het onderwerp of trekt de aandacht
Inleiding: onderwerp wordt duidelijk: introductie/voorbeeld
Kern: verschillende kanten van het onderwerp worden besproken
Slot: samenvatting, conclusie, tip, verwijzing naar begin tekst, oplossing, aansporing , open eind


Slide 13 - Tekstslide

Inleiding: doel
  • aandacht trekken van het publiek;
  • het publiek motiveren om de tekst te lezen of te blijven luisteren;
  • informatie geven over wat komen gaat.

De titel hoort niet bij de inleiding

Slide 14 - Tekstslide

Inleiding: verschillende vormen
  • beschrijving van het onderwerp
  • samenvatting
  • vragenreeks
  • beschrijving van de aanleiding
  • voorbeeld
  • eigen ervaring
  • anekdote
  • historische verwijzing

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een anekdote?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat is volgens jou
het onderwerp van
dit artikel?

Slide 18 - Woordweb

Inleiding

Een schrijver kan een tekst op meerdere manieren inleiden:

  • Beschrijven van de aanleiding --> een gebeurtenis die aanleiding was om de tekst te schrijven
  • Vragen stellen --> de schrijver stelt vragen die hij in de tekst gaat beantwoorden
  • Situatieschets/anekdote/historische verwijzing/voorbeeld --> een situatie die voor de lezer herkenbaar of interessant is
  • Omschrijving van een probleem --> een probleem dat in de tekst centraal staat.
  • Samenvatting --> een verkorte beschrijving van de inhoud
  • Combinatie van bovenstaande elementen


Slide 19 - Tekstslide

Hoe krijg je de aandacht? 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Titel, inleiding, kern
B
Inleiding, kern, slot
C
Titel, kern, slot
D
Titel, inleiding, slot

Slide 25 - Quizvraag

Wat is waar?
A
In de inleiding staat de conclusie
B
In de inleiding geef je aan waar het over gaat
C
De inleiding begint altijd met een vraag
D
De titel hoort bij de inleiding

Slide 26 - Quizvraag

Kern (1)
  • Kern is het middenstuk; bestaat vaak uit meerdere alinea's.
  • Als je zelf een tekst schrijft, vertel je in dit stuk waar het om draait: je boodschap.
  • Het onderwerp dat in de inleiding kort genoemd is, wordt in de kern verder uitgewerkt.
  • De kern bevat vaak meerdere deelonderwerpen, die vaak te herkennen zijn aan de tussenkopjes.



Slide 27 - Tekstslide

Kern (2)
De volgorde van de deelonderwerpen is afhankelijk van de structuur van de kern. Bijvoorbeeld:
• vroeger - nu (tijd);
• stelling - argumenten - weerleggen tegenargumenten (argumentatie);
• oorzaak - gevolg.
Kortom: er zit een logische volgorde in.

Slide 28 - Tekstslide

Kern
- Verschillende kanten 
van het onderwerp.
- Vaak meerdere alinea's 
en ook tussenkopjes (deelonderwerpen)



Slide 29 - Tekstslide

Kern - voorbeeld
  • De verschillende kanten van een onderwerp komen aan de orde
  • Dit gebeurt met behulp van deelonderwerpen
  • Bijvoorbeeld: een tekst over phishing
  • Deelonderwerpen kunnen dan zijn: gevaarlijke e-mails, criminaliteit, financiële schade, aangifte doen bij de politie, etc.

Slide 30 - Tekstslide

Slot
Het slot is het laatste deel van de tekst en heeft meestal één of meer van de volgende vier functies:

• een samenvatting geven;
• een conclusie trekken;
• naar de toekomst kijken;
• een vraag meegeven aan de lezer (soms een open eind).

Slide 31 - Tekstslide

Slot - vervolg

Soms wil de schrijver ook

  • Activeren --> de schrijver wil dat een lezer iets gaat doen, bijvoorbeeld een product kopen
  • Advies/tip --> de schrijver geeft de lezer advies
  • Oplossing --> de schrijver geeft een oplossing voor het probleem dat in de tekst is beschreven


Let op signaalwoorden in het slot: dus, al met al


Slide 32 - Tekstslide

Wat staat er in het slot
A
conclusie
B
uitleg
C
onderwerp
D
trigger

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van een tekstindeling?
A
Inleiding, kern met tussenkopjes, slot
B
Inleiding, slot, kern
C
Inleiding, kern met eventueel tussenkopjes, slot
D
Titel, inleiding, kern met eventueel tussenkopjes, slot

Slide 34 - Quizvraag

In welk deel van de tekst maak je kennis met het onderwerp?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
D
Titel

Slide 35 - Quizvraag

Opbouw
Titel: bevat onderwerp of trekt de aandacht
Inleiding: onderwerp wordt duidelijk: introductie/voorbeeld
Kern: verschillende kanten van het onderwerp worden besproken.
Slot: samenvatting, conclusie, tip, verwijzing naar begin tekst, oplossing, aansporing, open eind 


Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde van de tekst?
A
A-B-C-D
B
B-C-D-A
C
D-A-C-B
D
C-D-A-B

Slide 38 - Quizvraag

Het schrijfplan
Om gericht te schijven is een schrijfplan handig. Dit houdt in:
  • Waar gaat je tekst over? Wat is het belangrijkste onderwerp? ...
  • Welk doel heb je met je tekst voor ogen? Wil je overtuigen, iets verkopen, de lezer overhalen, wil je iets beweren of uitleggen, of wil je misschien de aandacht op iets vestigen?
  • Wat voor type tekst moet het worden? ...
  • Wie is jouw lezer?
  • Zie ook Taalblokken - Bouwstenen 03 - Schrijven - onderdeel 1

Slide 39 - Tekstslide

Aan de slag
Maken: 
Bouwsteen 3 - Inleiding, kern en slot
  • Voorbeeld en theorie - alles
  • Lezen en luisteren - zie de chat

Slide 40 - Tekstslide