Voor iedere fossiele brandstof geldt:
1. Planten en dieren sterven en worden bedolven onder de bodem.
2. Opbouwende druk en hitte
3. Omgevormd naar Steenkool, restmateriaal zoals aardgas of olie komt omhoog (licht!)
4. Ondoorlaatbaar gesteente;
5. olie of Aardgas komt niet verder naar boven.
6. Blijft op een vast plek liggen.