Marketing les 9

Online Marketing, oftewel e-marketing is het toepassen van internet en digitale technologieën voor je marketing activiteiten. Wat valt hieronder?
A
Online advertising en zoekmachine marketing
B
E-mail en sponsoring
C
Affiliate marketing en persoonlijke verkoop
D
Public relations en zoekmachine marketing
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Online Marketing, oftewel e-marketing is het toepassen van internet en digitale technologieën voor je marketing activiteiten. Wat valt hieronder?
A
Online advertising en zoekmachine marketing
B
E-mail en sponsoring
C
Affiliate marketing en persoonlijke verkoop
D
Public relations en zoekmachine marketing

Slide 1 - Quizvraag

Wanneer jouw bedrijf een eigen Youtube kantaal heeft met leuke tips voor de aanschaf van hun producten, hoe noem je deze aanwezigheid op internet?
A
Owned media
B
Paid media
C
Earned media
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 2 - Quizvraag

Indien er reviews over producten worden geschreven op een website waarbij je producten met elkaar kunt vergelijken, hoe noem je dit dan?
A
Paid media
B
Earned Media
C
Owned media
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 3 - Quizvraag

Op de website van Miele (o.a. dure wasmachines en koelkasten) kun je een afspraak maken met een dealer/verkooppunt in jou eigen omgeving om de producten te bekijken. Welk doel heeft deze functie op de website?
A
Branding site
B
Informatie en dienstverlenings site
C
Lead generation site
D
Verkoop site

Slide 4 - Quizvraag

Ik wil een storing bij mijn TV provider Ziggo melden. Ze hebben hiervoor een aparte FAQ pagina op hun website. Hoe noem je dit?
A
Publicatie site
B
Informatie en dienstverlenings site
C
Branding site
D
Planning site

Slide 5 - Quizvraag

Als we praten over de Website usability, wat bedoelen we dan daar precies mee?
A
Dat je bovenaan staat op Google
B
Dat je de goedkoopste aanbieder bent
C
Hoe gebruiksvriendelijk de website is
D
Dat je de meest interessante blogs hebt

Slide 6 - Quizvraag

In vergelijking tot een boek wordt er niet echt gelezen op een website, maar eerder 'gescand'. Wat kun je allemaal doen op de website om het duidelijk te maken wat je wilt vertellen?

Slide 7 - Open vraag

Als we het hebben over de 'call to action' op een website, wat wordt dan precies daarmee bedoeld?
A
Duidelijke contactmogelijkheden zoals bijv. een FAQ contact pagina
B
Een mooie layout van de website met een bijpassend logo
C
Een knop die over laat gaan tot aankoop of bijv. het inschrijven van een nieuwsbrief
D
Een zoekbalk die makkelijk te vinden is, zodat het eenvoudiger wordt om een product te vinden

Slide 8 - Quizvraag

Bij het meten van de resultaten van een website kun je dit doen door de te kijken naar het aantal bezoekers. Wat is NIET WAAR als het gaat over 'de conversie'?
A
Het aantal klanten dat bij het bezoeken van de website overgaat tot aankoop
B
Een selectie van producten die je extra probeert te promoten op de website
C
Het aantal klanten dat zich tijdens een bezoek op de website aanmeld voor de nieuwsbrief
D
Het aantal klanten dat na het vullen van het winkelmandje toch besluit een duurder product af te rekenen

Slide 9 - Quizvraag

Het bereik is de doelgroep die je bereikt met je boodschap. Vervolgens komen er bezoekers op je website en vindt er een conversie plaats naar leads, prospects en klanten. Wat zijn leads/prospects?
A
Klanten die nog niets aangekocht hebben maar wel geïnteresseerd zijn/een afspraak ingepland hebben
B
Beide, leads/prospects zijn klanten die een product aangeschaft hebben.
C
Leads/prospects zijn uitsluitend de bezoekers die zich eerst op een nieuwsbrief hebben aangemeld.
D
Geen van de antwoorden is juist.

Slide 10 - Quizvraag

Na een kort tevredenheidsonderzoek op de website is gebleken dat 1 op de 5 klanten (oftewel 20%) de website aanbeveelt aan een ander. Hoe noem je dit aantal?
A
Frequentie
B
Ratio
C
Kwadraat
D
Respons

Slide 11 - Quizvraag

Google Analytics is een tool om website statistieken en resultaten van online campagnes bij te houden. Wat kun je o.a. meten hiermee?

A
Het aantal bezoekers en hoe lang ze blijven
B
Welke pagina's ze bezoeken
C
Hoe ze op een pagina terecht komen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

Een promotieplan maak je voordat je besluit om reclame gaat maken. Waar start je altijd mee?
A
Het bepalen van de primaire en secundaire doelgroep
B
Het bepalen van de media en middelen (communicatie instrumenten)
C
Een begroting van de kosten en opbrengsten
D
Een onderzoek d.m.v. een SWOT analyse

Slide 13 - Quizvraag

Bij het communiceren kan zogenaamde 'ruis' ontstaan tussen het coderen (verzenden) en decoderen (ontvangen). Om te ontdekken hoe informatie precies bij de ontvanger komt, en wat voor effecten er kunnen plaatsvinden zijn talloze communicatiemodellen ontwikkeld. Welke modellen hebben wij besproken?
A
AIDA , DAGMAR, IRIS, LADIGDE & STEINER, STARCH en ROGERS
B
AIDA, DAGMAR, LADIGDE & STEINER, STARCH en ROGERS
C
AMBER, AIDA, DAGMAR, LADIGDE & STEINER, STARCH en ROGERS
D
AIDA, DAGMAR, PAULO, LADIGDE & STEINER, STARCH en ROGERS

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen hiërarchische communicatie modellen (in de eerdere vraag) benoemd en de NIET hiërarchische modellen zoals bijv. het Black Box model en Dissonatie reductie model?
A
De NIET hiërarische modellen werken volgens een vaste volgorde
B
De hiërarische modellen werken volgens een vaste volgorde
C
Dit heeft niets te maken met de volgorde
D
Zowel hierarische modellen als NIET hierarische modellen hebben een vaste volgorde.

Slide 15 - Quizvraag