Startrekenen tijd

klok

Tijd

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

klok

Tijd

Slide 1 - Tekstslide


Klokkijken

Slide 2 - Tekstslide


Hoe laat is het?
A
twaalf uur
B
vier uur

Slide 3 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
half 7
B
half 6
C
9 uur
D
half 5

Slide 4 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart voor 10
B
kwart over 10
C
kwart voor 9
D
kwart over 9

Slide 5 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
9 over 10
B
10 uur
C
half 10
D
2 uur

Slide 6 - Quizvraag

1. Analoge klok

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Een analoge klok is een klok met
een grote en een kleine wijzer.

De grote wijzer geeft de minuten aan,
de kleine wijzer geeft de uren aan.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
De grote wijzer wijst naar de 12, de kleine wijzer wijst naar de 2.

Het is hier 2 uur.

Slide 9 - Tekstslide


Hoe laat is het?
A
twaalf uur
B
vier uur

Slide 10 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
half twaalf
B
half zes

Slide 11 - Quizvraag

2. Digitale klok


Slide 12 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Een digitale klok geeft met cijfers op een scherm
aan hoe laat het is. Dit tijdstip noemen we de
digitale tijd. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe doe je dat nou?

Digitaal klokkijken?
Bekijk het filmpje!

Slide 14 - Tekstslide


Hoe laat is het?
A
10 voor 11
B
5 over 10

Slide 15 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
5 over 4
B
5 over 2

Slide 16 - Quizvraag

De foto van deze klok is gemaakt
in de:
A
nacht
B
ochtend
C
middag
D
avond

Slide 17 - Quizvraag

De foto van deze klok is gemaakt
in de:
A
nacht
B
ochtend
C
middag
D
avond

Slide 18 - Quizvraag


Een eeuw is hoeveel jaar?
Een eeuw

Slide 19 - Open vraag

Een jaar

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel weken heeft een jaar?
A
12
B
52
C
365
D
366

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel dagen heeft
een schrikkeljaar?
A
12
B
52
C
365
D
366

Slide 23 - Quizvraag

Een maand

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Uit hoeveel dagen bestaat
de maand mei?
A
28
B
29
C
30
D
31

Slide 26 - Quizvraag

Welke maand heeft 30 dagen?
A
Februari
B
Augustus
C
November

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Je hebt nu geleerd over:
  • de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)  
  • tijd lezen op een analoge klok. 
  • tijd lezen op een digitale klok. 
  • Je weet hoe een 24-uurs klok werkt. 
  • eeuw, jaar, schrikkeljaar, maand, week.

Slide 30 - Tekstslide