Beeldaspect licht & Quiz vormgevingsaspecten Beeldende Kunst

Beeldaspect licht
Je kan de begrippen die horen bij het 
beeldaspect licht herkennen en benoemen
in 2D en 3D kunstwerken.
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Beeldaspect licht
Je kan de begrippen die horen bij het 
beeldaspect licht herkennen en benoemen
in 2D en 3D kunstwerken.

Slide 1 - Tekstslide

Beeldaspect licht
Aan het eind van deze les heb je gezien hoe licht in de beeldende kunst wordt toegepast.
Je kan beschouwen/ analyseren met de begrippen licht, (ruimte, compositie en kleur)

Slide 2 - Tekstslide

Probleem: "vage antwoorden"
In je antwoord moet je concreet zijn. Gebruik geen zogenaamde 'alarmwoorden': apart - normaal - raar - anders - vreemd - moderner

Je moet veel concreter omschrijven, WEL bijvoorbeeld:
felle kleuren, sombere gezichtsuitdrukking, hoekige vormen.

Slide 3 - Tekstslide

Onthou: verschil Voorstelling en Vormgeving 

Slide 4 - Tekstslide

Welk antwoord is goed? Hoe wordt het zwaarmoedige gevoel verbeeld in de Vormgeving?
A
Omdat hij alleen op het verlaten strand zit
B
Door de afgeronde, druiperige vormen
C
Door de droevige, sombere geizchtuitdrukking
D
Door de sombere kleuren, zwart, bruin, paars.

Slide 5 - Quizvraag

Wordt er gevraagd naar Vormgeving of Voorstelling? Waar heb je het dan over in je antwoord?
Vorm-
geving
Voor-
stelling
Kleuren
Lichaams-houding
Wat het voor stelt
Hoe het gemaakt is.

Slide 6 - Sleepvraag

Dus: hoe wordt het 'zwaarmoedig gevoel' verbeeld in de Voorstelling?

Slide 7 - Open vraag

Bekijk de afbeelding en omschrijf het effect dat de kunstenaar wil bereiken door middel van het beeldaspect (=vormgeving) LICHT.

Slide 8 - Tekstslide

Welk antwoord kan goed zijn? "bekijk de volgende afbeelding en beschrijf het effect dat de kunstenaar wil bereiken door middel van het aspect LICHT."
A
Tegenlicht
B
Licht van de lamp
C
Zodat de aandacht op de mensen in de bar valt
D
Licht-donker contrast

Slide 9 - Quizvraag

Toelichting
Er wordt gevraagd naar HET EFFECT dat de kunstenaar wil bereiken door middel van het beeldaspect LICHT.
Het is dus prima als je het beeldaspect LICHT benoemt (bv licht-donker contrast of tegenlicht) maar dat is niet de vraag. Dus geen punten. 
Je moet hier echt omschrijven wat het EFFECT is. Dus: De aandacht die naar de figuren in de bar gaat, of de sfeer die in de verlichte bar in contrast is met het donker buiten.

Slide 10 - Tekstslide

Beeldaspect LICHT
lichtbron: 
natuurlijk / kunstmatig
licht / donker contrast
clair-obscur

lichtrichting / lichtval:
mee- / zij- / tegen- / strijklicht

schaduweffecten:
eigen- / slag- schaduw
glimlicht
silhouet


Slide 11 - Tekstslide

Natuurlijk licht en kunstlicht
Zon / maan /sterren                           Lamp / kaars / vuur

Slide 12 - Tekstslide

Reflectie / glimlicht
Plasticiteit (ruimtelijkheid)
Laten zien hoe goed ze de kunst beheersen
Realistischer resultaat

Slide 13 - Tekstslide

Lichtrichting
zijlicht
tegenlicht  >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>
meelicht
verpreid licht: egaal verlicht
strijklicht: zeer lange schaduwen

Tegenlicht geeft een silhouet (schaduw)

Slide 14 - Tekstslide

Verspreid licht

Slide 15 - Tekstslide

Meelicht
Als je mee kijkt met de richting van het licht, dan spreek je van meelicht. Dat wat je bekijkt, heeft dan bijna geen eigen schaduw.
Dit heeft als effect dat er minder diepte te zien is en dus wat 'platter' lijkt.


Slide 16 - Tekstslide

Slagschaduw / eigen schaduw
Eigen schaduw
Slagschaduw

Meer realisme

Slide 17 - Tekstslide

Plasticiteit
Effect van ruimtesuggestie
door licht- en schaduweffecten

Slide 18 - Tekstslide

Clair-obscur
Zeer groot contrast tussen 
licht en donker. 

Dramatische sfeer

Slide 19 - Tekstslide

Beeldaspecten
quiz

Slide 20 - Tekstslide

Welke manier is hier gebruikt om ruimte en diepte te laten zien?
A
afsnijding
B
typografie
C
overlapping
D
compositie

Slide 21 - Quizvraag

Hier is sprake van:
A
kleurperspectief
B
lijnperspectief
C
atmosferisch perspectief
D
geen perspectief

Slide 22 - Quizvraag

Hiernaast ontstaat ruimte door:
A
lijnperspectief
B
de voorstelling
C
licht-donker
D
groot <=> klein

Slide 23 - Quizvraag

Welke vorm(en) van
ruimtesuggestie
herken je?
A
Achtergrond
B
Groot-klein
C
Overlapping
D
Kleurperspectief

Slide 24 - Quizvraag


Welke vormen van
ruimte uitbeelding zie je
hier?
A
overlapping
B
afsnijding
C
verkleining
D
repoussoir

Slide 25 - Quizvraag

Je ziet diepte/ruimte door:
A
Kader
B
Perspectief
C
Scherpte diepte
D
Horizon

Slide 26 - Quizvraag

Welk aspect van het beeldaspect ruimte zie je hier?
A
atmosferisch perspectief
B
kikvorsperspectief
C
vervaging
D
afsnijding

Slide 27 - Quizvraag

Welk aspect van het beeldaspect ruimte zie je hier?
A
atmosferisch perspectief
B
overlapping
C
Lijnperspectief
D
ooghoogte

Slide 28 - Quizvraag

Welk aspect van het beeldaspect ruimte zie je hier?
A
Verkorting
B
Atmosferisch perspectief
C
Vervaging
D
Vogelvluchtperspectief

Slide 29 - Quizvraag

Hier wordt de ruimte voornamelijk gesuggereerd door:
A
afsnijding
B
lijnperspectief
C
standpunt
D
atmosferisch perspectief

Slide 30 - Quizvraag

Welk aspect van het beeldaspect ruimte zie je hier?
A
atmosferisch perspectief
B
overlapping
C
verkorting
D
ooghoogte

Slide 31 - Quizvraag

Ruimtesuggestie door het gebruik van licht en schaduw noem je
A
overlapping
B
vervaging
C
plasticiteit
D
scherptediepte

Slide 32 - Quizvraag


Welke afbeelding laat het beeldaspect plasticiteit zien?
A
links
B
rechts
C
geen van beide
D
allebei

Slide 33 - Quizvraag

Welke vormen van RUIMTESUGGESTIE zijn toegepast in deze tekening?
Kies HET BESTE antwoord.
A
repoussoir, overlapping, stofuitdrukking
B
afsnijding, overlapping, plasticiteit, stofuitdrukking
C
verkorting, plasticiteit, overlapping, afsnijding
D
plasticiteit, verkorting, repoussoir

Slide 34 - Quizvraag

Wat voor soort compositie is dit?
A
Symmetrisch
B
Centraal
C
Dynamisch
D
Driehoek

Slide 35 - Quizvraag

Wat kun je in dit schilderij
weghalen zodat het schilderij
gelijk een stuk minder ruimtelijk
wordt?
A
de boom
B
de boer
C
het stadje
D
de zon

Slide 36 - Quizvraag

Hier is sprake van:
A
kleurperspectief
B
lijnperspectief
C
atmosferisch perspectief
D
vogelvlucht perspectief

Slide 37 - Quizvraag


Bij atmosferisch perspectief...
A
Is het schilderij onduidelijk
B
Gebruik je alleen warme kleuren in de voorgrond
C
Worden kleuren en vormen naar de achtergrond toe vager
D
Is er veel overlapping en afsnijding te zien

Slide 38 - Quizvraag


Is in dit schilderij van Mondriaan gebruik gemaakt van plasticiteit?
A
Ja
B
Nee
C
een beetje

Slide 39 - Quizvraag

Hoe noem je dit type licht?
A
tegenlicht
B
zijlicht
C
meelicht
D
gebroken licht

Slide 40 - Quizvraag

Het licht in deze afbeelding komt van:
A
rechts
B
links
C
boven
D
onder

Slide 41 - Quizvraag

Wat word er bedoeld met 'dynamisch'?
A
warmte
B
energie
C
beweging
D
licht

Slide 42 - Quizvraag

KLEUR: Wat voor begrip zien we hier NIET?
A
Warm-koud contrast
B
Complementair kleurcontrast
C
Licht-donkercontrast
D
Zelfde kleurenfamilie

Slide 43 - Quizvraag

Welk soort licht zie je hier?
A
NATUURLIJK LICHT
B
KUNSTMATIG LICHT

Slide 44 - Quizvraag


A
NATUURLIJK LICHT
B
KUNSTMATIG LICHT

Slide 45 - Quizvraag


A
NATUURLIJK LICHT
B
KUNSTMATIG LICHT

Slide 46 - Quizvraag

Welk begrip zie je hier ?
A
Vervaging
B
Licht donker contrast
C
Silhouet
D
Vlakke vorm

Slide 47 - Quizvraag

Van welk soort licht is hier gebruik gemaakt?
A
Lichtrichting
B
Meelicht
C
Zijlicht
D
Tegenlicht

Slide 48 - Quizvraag


wat voor schaduw is hier gebruikt?
A
Slagschaduw is de schaduw die naast een uitgelicht object valt, op en ondergrond of achtergrond
B
Tegenlicht – Licht dat je tegemoet schijnt. Voorwerpen die tussen jou en de lichtbron staan, tekenen zich af als silhouette.
C
Lichtrichting (links in dit geval)
D
Zijlicht – licht dat van opzij komt.

Slide 49 - Quizvraag


A
NATUURLIJK LICHT
B
KUNSTMATIG LICHT

Slide 50 - Quizvraag


A
NATUURLIJK LICHT
B
KUNSTMATIG LICHT

Slide 51 - Quizvraag

Glimlichten ontstaan door weerkaatsing van het licht op gladde voorwerpen. Op welke afbeelding zie je een glimlicht?
A
B
C
D

Slide 52 - Quizvraag

Mona Lisa wordt van linksboven beschenen door het licht. Je ziet haar gezicht en de plooien in haar kleding door licht en schaduw. Het ruimte-effect hiervan heet:
A
eigenschaduw
B
3d-effect
C
plasticiteit
D
stofuitdrukking

Slide 53 - Quizvraag

De diepte op dit schilderij wordt het meest gemaakt door:
A
lijnperspectief
B
schildertoetsen
C
kleurperspectief
D
licht-donker contrast

Slide 54 - Quizvraag

Vul het beste woord in:

We zien in dit schilderij van Caravaggio een goed
voorbeeld van ...........................
A
zijlicht
B
diffuus licht
C
plasticiteit
D
clair-obscur

Slide 55 - Quizvraag

Welke begrippen passen het beste bij dit schilderij?
A
Tegenlicht en slagschaduw
B
Meelicht en natuurlijke lichtbron
C
Slagschaduw en meelicht
D
Tegenlicht en kunstmatige lichtbron

Slide 56 - Quizvraag

Slide 57 - Tekstslide