Les 15

Les 15
Planning:
-Samenvatting van hoofdstuk.
-Zelfstandig leren.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 15
Planning:
-Samenvatting van hoofdstuk.
-Zelfstandig leren.

Slide 1 - Tekstslide

Fotosynthese
Bladgroenkorrels --> fotosynthese

Nodig voor fotosynthese:
  1. Koolstofdioxide
  2. Water
  3. Zonlicht
Producten van fotosynthese:
  1. Glucose (suiker)
  2. Zuurstof

Slide 2 - Tekstslide

Verbranding
Bij verbranding verdwijnt de brandstof, er ontstaan nieuwe stoffen en er komt energie vrij

Slide 3 - Tekstslide

Zuurstof en koolstofdioxide
Verbranding = Brandstof en zuurstof worden omgezet naar water, koolstofdioxide en energie

Voorbeelden van energie -> Beweging, licht en warmte



Slide 4 - Tekstslide

Energie
Glucose = brandstof die mensen gebruiken
Glucose wordt gemaakt door planten.


Slide 5 - Tekstslide

Inspanning
Je spieren hebben energie nodig. Die energie komt vrij bij de verbranding.

meer zuurstof -> sneller en dieper ademhalen -> organen harder werken -> brandstof en zuurstof in de cellen -> er ontstaat verbranding

Slide 6 - Tekstslide

indicator
een indicator is een stof die een andere stof kan aantonen.


om koolstofdioxide aan te tonen gebruiken we de indicator kalkwater.


kalkwater zonder koolstofdioxide->helder
kalkwater met koolstofdioxde->troebel.

Slide 7 - Tekstslide

samenstelling lucht
je ademt meer stikstof in dan zuurstof.
de zuurstof wordt in ons lichaam gebruikt en je ademt hiervoor koolstofdioxide uit.

Slide 8 - Tekstslide

ademhalingstelsel

Slide 9 - Tekstslide

neusholte en mondholte.
De neusholte: bedekt met neusslijmvlies dat door slijmproducerende cellen wordt gemaakt. In het neusslijmvlies lopen ook bloedvaten. Ook zitten er neusharen en trilharen.
slijm-> maakt lucht vochtig
bloedvaten->verwarmt lucht
neusharen-> vangen grote stofdeeltjes
trilharen-> verplaats slijm naar keelholte zodat het doorgeslikt kan worden.


neusholte vs. mondholte
Je kan beter in ademen door je neus. hier wordt de lucht verwarmt, gefilter en je kan gevaar ruiken.

Slide 10 - Tekstslide

keelholte
in de keelholte zit de luchtpijp en de slokdarm. lucht moet de luchtpijp in en  voedsel in de slokdarm.
tussen de keelholte en de luchtpijp zit het strottenhoofd. hier liggen ook de stembanden.

om te voorkomen dat voedsel de neusholte in komt sluit bij het slikken de huig  de neusholte af.
om te voorkomen dat voedsel in de luchtpijp komt sluit bij slikken het strotklepje de luchtpijp af.

Slide 11 - Tekstslide

luchtpijp en bronchien.
om de luchtpijp open te houden en deze te beschermen zitten er kraakbeenringen  eromheen.

de luchtpijp splits zich in tweeen. 
Dit is bij de longen ongeveer.
 die 2 vertakkingen heten bronchien.

Slide 12 - Tekstslide

longblaasjes.
de bronchien lopen verder in de luchtpijptakjes.  Aan het uiteinde zitten 'trosjes' longblaasjes. 
de longblaasjes hebben netten longhaarvaten om zich heen.  de wand van de longblaasjes zijn super dun.
hier vindt gaswisseling plaats.


Slide 13 - Tekstslide

gaswisseling
lucht komt via de luchtpijptakjes in de longblaasjes. dit zit vol zuurstof. het zuurstof gaat door de wand van de longblaasjes in het bloed. Hier is het bloed nu zuurstofrijk, (bevat dus veel zuurstof). het bloed vervoerd het zuurstof naar de cellen waar verbranding plaats vind. Bij verbranding wordt zuurstof gebruikt en komt koolstofdioxide vrij. het bloed neemt de koolstofdioxde op en vervoerd dit terug naar de longblaasjes. het bloed is nu zuurstofarm. de koolstofdioxide wordt afgegeven en het bloed krijgt er zuurstof voor terug.

Slide 14 - Tekstslide

ribademhaling (borstademhaling)
als je inademt bewegen de ribben en je borsbeen omhoog.
borstholte wordt groter, longen worden uitgerekt. lucht wordt naar binnen gezogen.
als je uitademt bewegen je ribben en borstbeen omlaag.
de borstholte wordt kleiner , longen worden samengedrukt. lucht wordt naar buiten geperst.

Slide 15 - Tekstslide

middenrifademhaling (buikademhaling)
als je inademt beweegt de middenrif omlaag.
borstholte wordt groter, longen worden uitgerekt. lucht wordt naar binnen gezogen.
als je uitademt beweegt je middenrif omhoog.
de borstholte wordt kleiner , longen worden samengedrukt. lucht wordt naar buiten geperst.

Slide 16 - Tekstslide

roken.
nicotine: verslavend bestandsdeel. geeft positief gevoel.

teer: teer beschadigt de binnenkant van de luchtwegen.
koolstofmonooxide: gaat op de plek van zuurstof zitten in het bloed. condititie gaat naar beneden.

Slide 17 - Tekstslide