In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
3.2 Grammatica
Bedrijvende en lijdende vorm
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen een bedrijvende zin en een lijdende zin en kan ik herkennen of een zin bedrijvend is of lijdend is.
Slide 3 - Tekstslide
Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
Onderwerp:
Slide 4 - Tekstslide
Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
Jara is het onderwerp
Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
Bedrijvend of actief
Slide 5 - Tekstslide
Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten
Onderwerp:
Slide 6 - Tekstslide
Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten
De hond is het onderwerp
De hond doet niets in deze zin: Hij wordt uitgelaten
Lijdend of passief
Slide 7 - Tekstslide
Bedrijvend of lijdend?
Zoek het werkwoordelijk gezegde in de zin.
Zoek het onderwerp in de zin.
Doet het onderwerp wat in het werkwoordelijk gezegde staat?
Ja --> Bedrijvend
Nee --> Lijdend
Slide 8 - Tekstslide
De hond en Jara worden door de harde wind van de weg geblazen. Is deze zin bedrijvend of lijdend?
Slide 9 - Open vraag
Heel lang geleden poetsten de mensen hun tanden niet.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 10 - Quizvraag
Later werden as, eierschalen, mirre en puimsteen door de oude Egyptenaren vermengd en dat mengsel gebruikten ze
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 11 - Quizvraag
Met een stokje werd het poeder over het gebit verdeeld.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 12 - Quizvraag
Grieken en Romeinen vervingen het poeder door een pasta
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 13 - Quizvraag
Nu stimuleert zelfs de overheid het tandenpoetsen, zodat in gebitten geen gaatjes ontstaan.
A
Bedrijvend, Bedrijvend
B
Lijdend, Lijdend
C
Bedrijvend, Lijdend
D
Lijdend, Bedrijvend
Slide 14 - Quizvraag
Ik snap het verschil tussen een bedrijvende zin en een lijdende zin?