05.01 overleven
1 / 38
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer is OK 05.01A af?
A
Als je zelf een lijstje met 10 voorwerpen en argumenten hebt. (levensbehoeften!)
B
Als je met je team 10 voorwerpen hebt gekozen.
C
Als je 6 schetsen hebt van situaties waarin de voorwerpen gebruikt worden.
D
Alle antwoorden zijn goed.
Slide 5 - Quizvraag
Noem iets waar jij écht
niet zonder kunt.
niet zonder kunt.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Noem iets wat jij wil veranderen.
Slide 8 - Open vraag
Wat heb je nodig om dit te veranderen?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Woordweb
Heb je een teambespreking gehad?
A
Ja, via Teams.
B
Ja, via Whatsapp.
C
nee
Slide 12 - Quizvraag
Hebben jullie een logboek gemaakt met de vragen die op de stempelkaart stonden?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Doen we aan SCRUM dit hoofdstuk?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
Welke verplichte onderdelen moet je doen voor 05.01?
Slide 15 - Open vraag
Hoeveel keuzestempels moet je maken voor 05.01?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer is de deadline voor 05.01?
A
die was gisteren
B
die is vandaag
C
die is woensdag
D
die is vrijdag
Slide 17 - Quizvraag
Welke verplichte onderdelen moet je doen voor 05.02?
Slide 18 - Open vraag
Hoeveel keuzestempels moet je maken voor 05.02?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quizvraag
Wanneer is de deadline voor 05.02?
A
die is vrijdag
B
die is volgende week woensdag
C
die is volgende week vrijdag
Slide 20 - Quizvraag
Hoe moet je je werk inleveren?
A
Via de ELO.
B
Via OneNote.
C
Via Teams.
Slide 21 - Quizvraag
Hoe moet je je werk inleveren?
A
Zelf, je eigen werk.
B
Zelf, andermans werk.
C
Eén iemand van het team levert voor het hele team in.
Slide 22 - Quizvraag
Hoe werk je samen
bij dit hoofdstuk?
bij dit hoofdstuk?
Slide 23 - Woordweb
Ben je al begonnen aan 05.01?
A
ja, ik heb de OK gedaan
B
ja, ik heb de verplichte stempels af
C
ja, ik heb al bijna alles af
D
nee
Slide 24 - Quizvraag
Noem iets waar jij écht
niet zonder kunt.
niet zonder kunt.
Slide 25 - Woordweb
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Link
Slide 28 - Video
Slide 29 - Link
Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.
A
warmte energie --> chemische energie
B
elektrische energie --> warmte energie
C
chemische energie --> warmte energie
D
warmte energie --> elektrische energie
Slide 30 - Quizvraag
Koeltoren
Chemische energie
Warmte-energie
Bewegings-energie
Elektrische Energie
Kern-energie
Waterkracht-energie
Wind-energie
Slide 31 - Sleepvraag
Wat weten jullie van fossiele brandstof?
Slide 32 - Woordweb
Leg uit dat energie nooit verloren gaat.
Slide 33 - Open vraag
Wat is waar?
A
Energie bestaat uit stof.
B
In een stof zit energie.
Slide 34 - Quizvraag
Wat is geen fossiele brandstof?
A
kolen
B
water
C
gas
D
bruinkool
Slide 35 - Quizvraag
Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt
Slide 36 - Quizvraag
Wat ontstaat er bij fotosynthese behalve zuurstof?
A
Koolstofdioxide
B
Glucose
C
Water
D
Zonlicht
Slide 37 - Quizvraag
Beschrijf de waterkringloop.
