H2.2 les 1

2.2 Het platteland in 2050

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2 Het platteland in 2050

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Terugblik Hoofdstuk 2 Paragraaf 1
  • Leerdoelen paragraaf 2
  • Uitleg 
  • Aan de slag!
  • Volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Welk begrip past het beste bij de foto?
A
Smart City
B
Gespecialiseerde voorziening
C
Circulaire materialen
D
Dagelijkse voorziening

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een gevolg voor de steden van de huishoudverdunning in NL?

Slide 4 - Open vraag

Welk begrip past bij de omschrijving:
''Beleid om meer woningen te bouwen in en dicht tegen de stad aan.''
A
Verdichting
B
Duurzame steden
C
Herinrichting
D
Compacte stadbeleid

Slide 5 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de foto?
A
Re-urbanisatie
B
Leefbaarheid
C
Smart City
D
Vergroening

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is vergroening nodig om de leefbaarheid in de steden goed te houden?

Slide 7 - Open vraag

Welk begrip past het beste bij de foto?
A
Smart City
B
Gespecialiseerde voorziening
C
Circulaire materialen
D
Dagelijkse voorziening

Slide 8 - Quizvraag

Welk begrip past bij de omschrijving:
''Veranderingen in een arme woonwijk als rijkere mensen er verwaarloosde woningen kopen en opknappen, waardoor de minder welvarende inwoners verdrongen worden.''
A
Gentrificatie
B
Inrichting
C
Ruimtelijke ordening
D
Sociale huurwoning

Slide 9 - Quizvraag

2.2 Het platteland in 2050

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen H2.2
1. Je weet hoe het huidige ruimtegebruik in Nederland en op het platteland eruitziet en wat daar de gevolgen van zijn.

2. Je weet welke keuzes en maatregelen nodig zijn om de inrichting van het platteland toekomstbestendig te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

B216 + B217
Draagvlak = aantal mogelijke klanten binnen de reikwijdte.
Drempelwaarde = minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft. 
Door bevolkingskrimp verdwijnen voorzieningen met een lage drempelwaarde van het platteland. 



Lage drempelwaarde
  • bakker
  • buurtsuper
  • basisschool

Hoge drempelwaarde
  • museum
  • ziekenhuis
  • concertzaal

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Het stikstof probleem
- De bodem wordt té vruchtbaar;
- Tast gezondheid aan, vooral als je al longklachten hebt;

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Landbouw van nu
  • Bedrijven zijn meer gaan produceren door intensivering en  schaalvergroting 
Productie in steeds grotere eenheden (in de landbouw: meer dieren of gewassen) om op die manier de productiekosten te verlagen en de opbrengsten te vergroten.
De productie per hectare of per dier vergroten met machines, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en beter zaai- of pootgoed.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Landbouw van nu
  • Bedrijven zijn meer gaan produceren door intensivering en  schaalvergroting 
  • Bedrijven zijn zich gaan focussen op één product, dit noem je specialisatie 

Maar is dit wenselijk?
Productie in steeds grotere eenheden (in de landbouw: meer dieren of gewassen) om op die manier de productiekosten te verlagen en de opbrengsten te vergroten.
Zich binnen een bedrijf of gebied steeds meer toeleggen op één activiteit of product.
De productie per hectare of per dier vergroten met machines, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en beter zaai- of pootgoed.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
- Maken in online werkboek H2.2 opdr. 1 t/m 4 



Slide 25 - Tekstslide