Slechthorendheid en doofheid en Slechtziendheid en blindheid GHZ

Slechthorendheid en doofheid en
Slechtziendheid en blindheid binnen de GHZ
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slechthorendheid en doofheid en
Slechtziendheid en blindheid binnen de GHZ

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in beperking
Diepe verstandelijke beperking IQ onder de 20. Ontwikkelingsleeftijd onder de 3 jaar.

Ernstige verstandelijke beperking IQ tussen de 20 en 35. Ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ernstig verstandelijk beperkt


- Lichaam gebonden. 
- Kunnen associëren. 
- Stereotiep gedrag. 
- Regelmaat en gewoonte zijn belangrijk. 

Zeer ernstig verstandelijk beperkt

- Leven in hun eigen wereld. 
- Motorisch veel verschillen. 
- Stereotiep gedrag.
- Lichaam gebonden ervaring ordening. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondersteuning bieden
Ernstig verstandelijk beperkt;

- Ontdek mogelijkheden in communicatie. 
- Non verbaal, verbaal en visueel. 
- Dagprogramma en regelmaat. 
- Stimuleren en in stand houden van vaardigheden.
- Vraag zorgvragers wat hun kind fijn vindt. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondersteuning bieden
Zeer ernstig verstandelijk beperkt;

- Interpreteren van gedrag. 
- Vertel wat je doet. 
- Maak lichamelijk contact. 
- Volledig afhankelijk in algemene dagelijks levensverrichtingen (ADL) 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passende activiteiten
Gebruik van zintuiglijk stimulering materiaal. 

Snoezel activiteiten.

Muziek activiteiten.

Bewegingsactiviteiten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
De Vloeistof in het slakkenhuis wordt in beweging gebracht.
De oorschelp vangt het geluid op. 
Het geluid legt een weg af door de gehoorgang
De gehoorzenuw geeft het geluid door aan de hersenen
Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes in beweging

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de ziekte van Ménière

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen oorzaken zijn van gehoorverlies?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ter controle

Slide 18 - Tekstslide

Met document op papier
Aanvulling anatomie
Lens

Glasachtig lichaam

Voorste oogkamer

Achterste oogkamer

Slide 19 - Tekstslide

Lens: zorgt voor breking van het licht en is noodzakelijk om beelden scherp op het netvlies te krijgen
- werking van lens heet accommoderen

Glasachtig lichaam: gelei -> geeft het oog vorm en zorgt ervoor het het netvlies tegen het vaatvlies aan blijft zitten

Oogkamers bevatten kamervocht
Werking van het oog
Twee reacties: Pupilreflex en Accommodatie

Slide 20 - Tekstslide

In en om je oog zitten veel spiertjes die ervoor zorgen dat je goed en scherp kunt zien.
1. Pupilreflex
Kringspieren

Straalsgewijs lopende spieren

Slide 21 - Tekstslide

In en om je oog zitten veel spiertjes die ervoor zorgen dat je goed en scherp kunt zien.

Als een spier zich samentrekt, dan wordt hij korter

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2. Accommoderen

Slide 23 - Tekstslide

Om een beeld scherp te kunnen zien, is niet alleen voldoende licht nodig wat door de pupil heen valt. Het beeld zal ook scherp op het netvlies moeten vallen.

Je kunt dit vergelijken met het scherpstellen van een camera.

Het licht kaatst van het object af waar je naar kijkt en valt door het hoornvlies en de lens op het netvlies. Als de lichtstralen door de lens heen vallen, dan worden deze gebroken (denk maar aan een regenboog als je schuin door glas heen kijkt)

Vallen deze lichtstralen weer op één punt, dan heb je een scherp beeld.
Accommoderen

Slide 24 - Tekstslide

Als je in de verte kijkt, dan hoeven de lichtstralen minder sterk te breken en de is lens plat.
- Net als bij de pupil zijn hierbij de rechte spieren (de lensbandjes) strakgetrokken en de kringspieren zijn ontspannen

Als je dichtbij kijkt, moeten de lichtstralen sterk breken (een scherpe hoek maken (denk maar aan een bocht tijdens het autorijden) en wordt de lens boller. 
- Hierbij zijn de kringspieren aangespannen en de lensbandjes ontspannen

Dit aanpassen door de lens noemen we accommoderen

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als je naar iets in de verte kijkt, dan is de lens...
A
BOL
B
PLAT

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je naar iets in de verte kijkt, dan zijn de lensbandjes...
A
Ontspannen
B
Strak gespannen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de lens bol staat, dan kijk je naar iets...
A
In de verte
B
Wat dichtbij is

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je naar iets kijkt wat dichtbij is, dan zijn de kringspieren...
A
Aangespannen
B
Ontspannen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Thiememeulenhoff
Meesterproef

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies