Cursus 6.3 De Europese Eenwording

Cursus 6.3
De Europese Eenwording
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cursus 6.3
De Europese Eenwording

Slide 1 - Tekstslide

In deze les gaan jullie erachter komen...
--> Hoe de Europese Unie is ontstaan...
--> Welke functie de Europese Unie heeft...
--> Hoe de EU omgaat met grenzen binnen de EU...
--> Hoe de EU omgaat met grenzen buiten de EU...
--> Wat een vluchteling nou precies is...

Slide 2 - Tekstslide

Om te beginnen
We gaan vandaag aan de slag met de Europese Unie. Daarom heb ik om te beginnen een paar topografie vragen voor jullie gemaakt, zodat jullie hersenen weer in de goede stand staan.
Succes!

Slide 3 - Tekstslide

Welk land wordt rechts aangewezen?
A
Oostenrijk
B
Griekenland
C
Italië

Slide 4 - Quizvraag

Welk land wordt rechts aangewezen?
A
Finland
B
Zweden
C
IJsland

Slide 5 - Quizvraag

Welk land wordt rechts aangewezen?
A
Duitsland
B
Polen
C
Zwitserland

Slide 6 - Quizvraag

Welk land wordt rechts aangewezen?
A
Portugal
B
Spanje
C
Frankrijk

Slide 7 - Quizvraag

Dit is Europa. Allemaal aparte landen, maar toch werken ze samen!

Slide 8 - Tekstslide

Hoe is de Europese Unie ontstaan?
Kijk als introductie dit korte filmpje

Slide 9 - Tekstslide

De Europese Eenwording verliep in verschillende fases. Die fases gaan we stuk voor stuk kort onder de loep nemen.
1944: Oprichting Benelux
1945: Einde WO II
1951: Oprichting EGKS
1957: Oprichting EEG
1992: Oprichting EU
2002: Invoering Euro

Slide 10 - Tekstslide

Al in 1944 besloten België, Nederland en Luxemburg om economisch samen te werken: De BeNeLux ontstond.
1944: Oprichting Benelux
1945: Einde WO II
1951: Oprichting EGKS
1957: Oprichting EEG
1992: Oprichting EU
2002: Invoering Euro

Slide 11 - Tekstslide

Het is 1945: De oorlog is voorbij. Europa ligt in puin en elk land begint aan de wederopbouw. Landen willen geen oorlog meer en besluiten samen te werken.
1944: Oprichting Benelux
1945: Einde WO II
1951: Oprichting EGKS
1957: Oprichting EEG
1992: Oprichting EU
2002: Invoering Euro

Slide 12 - Tekstslide

In 1951 gingen zes landen samenwerken om de productie van kolen en staal te regelen. De Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) ontstaat.
1944: Oprichting Benelux
1945: Einde WO II
1951: Oprichting EGKS
1957: Oprichting EEG
1992: Oprichting EU
2002: Invoering Euro

Slide 13 - Tekstslide

De EGKS was een succes. De landen maakten nieuwe afspraken, zoals het afschaffen van grenscontroles. Handel drijven werd hierdoor veel makkelijker. Met deze nieuwe afspraken veranderde de EGKS in de Europese Economische Gemeenschap (EEG).
1944: Oprichting Benelux
1945: Einde WO II
1951: Oprichting EGKS
1957: Oprichting EEG
1992: Oprichting EU
2002: Invoering Euro

Slide 14 - Tekstslide

Uiteindelijk werd de Europese Unie (EU) opgericht. De EU werkt niet alleen economisch, maar ook politiek samen. Lidstaten moeten zich aan wetten houden.
1944: Oprichting Benelux
1945: Einde WO II
1951: Oprichting EGKS
1957: Oprichting EEG
1992: Oprichting EU
2002: Invoering Euro

Slide 15 - Tekstslide

In 2002 ging een groot deel van de EU dezelfde munt gebruiken: de Euro. Dit maakte handelen binnen Europa nog gemakkelijker.
1944: Oprichting Benelux
1945: Einde WO II
1951: Oprichting EGKS
1957: Oprichting EEG
1992: Oprichting EU
2002: Invoering Euro

Slide 16 - Tekstslide

Welk land is sinds 31 januari dit jaar géén lid meer van de EU? (tip: Brexit)

Slide 17 - Open vraag

Weet jij een land in de EU waar niet met de Euro wordt betaald?

Slide 18 - Open vraag

Wie is de baas?
De Europese Unie wordt bestuurd door de Europese Commissie (EC). Deze commissie bedenkt wetten voor de lidstaten.

Vervolgens checkt het Europees Parlement (EP) of de wetten goed zijn.
Het Europees Parlement vergadert in Brussel. Elke 5 jaar mag je in Europa stemmen wie in het Europees Parlement moeten komen

Slide 19 - Tekstslide

Hebben wij in Nederland ook een parlement?

Slide 20 - Open vraag

Binnengrenzen
Als je vroeger op vakantie ging naar het buitenland, moest je urenlang in de rij staan bij elke grensovergang om je paspoort te laten zien.

Dat is nu niet meer zo. Er is in de EU vrij verkeer van mensen en goederen. Zo lig je een stuk sneller in de zon aan de Spaanse kust!

Slide 21 - Tekstslide

Buitengrenzen
De binnengrenzen van de EU zijn open, maar de buitengrenzen worden streng bewaakt.

Als je van buiten de EU naar een land binnen de EU wil reizen, heb je een visum nodig: een stempel in je paspoort.

Je krijgt niet zo maar een visum. Daarom proberen mensen vaak zonder visum toch Europa binnen te komen.
Dit is een Europees visum. De Europese landen die open grenzen hebben, heten de Schengenlanden. Vandaar 'Etats Schengen', wat Frans is voor 'Schengenlanden'.
Leuk weetje

Slide 22 - Tekstslide

Vluchten
We mogen blij zijn dat het in Nederland veilig is, we naar school kunnen (althans, normaal gesproken) ,we mogen zijn wie we willen en een eigen mening mogen hebben. Niet overal is dat zo.
Iemand die zijn woonplaats verlaat omdat het niet veilig is, heet een vluchteling
Als een vluchteling in een land toestemming vraagt om daar te blijven, heet dat asiel aanvragen. Vluchtelingen die asiel aanvragen noemen we asielzoekers.

Slide 23 - Tekstslide

Na deze les weten jullie...
Nu weten jullie dat...
Hoe de Europese Unie is ontstaan...
De EU is ontstaan uit verschillende samenwerkingen
Benelux -> EGKS -> EEG -> EU
Welke functie de Europese Unie heeft...
De Europese Unie maakt afspraken waar op Europees niveau aan gehouden moet worden. De EU wordt bestuurd door de Europese Commissie. Het Europees Parlement bekijkt wetten en checkt of ze goed zijn om doorgevoerd te worden. 
Hoe de EU omgaat met grenzen binnen de EU...
Binnen de EU geldt bij de meeste landen een vrij verkeer van mensen en goederen
Wat hebben we deze les geleerd:

Slide 24 - Tekstslide

Na deze les weten jullie...
Nu weten jullie dat...
Hoe de EU omgaat met grenzen buiten de EU...
Mensen buiten Europa hebben een visum nodig om Europa binnen te komen. Grenzen worden streng bewaakt
Wat een vluchteling nou precies is...
Een vluchteling is iemand die zijn eigen woonplaats verlaat omdat het niet veilig is. Als een vluchteling asiel aanvraagt, noem je hem/haar een asielzoeker

Slide 25 - Tekstslide