WO - Het zonnestelsel

Het zonnestelsel
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieLager onderwijs

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het zonnestelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een beetje geschiedenis...

De Rus Joeri Gagarin was de eerste mens die in 1961 een vlucht rond de aarde maakte.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een beetje geschiedenis...
Landing op de maan. De Amerikanen bouwden een krachtige raket, de Apollo, waarmee ze naar de maan konden vliegen. Op 21 juli 1969 landde de maancapsule en zette Neil Armstrong de eerste voet op de maan. 'Het is een kleine stap voor de mens, maar een grote sprong voor de mensheid.'

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog over de zon, de aarde en de maan uit het vorige thema?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het heelal
Het heelal is de naam voor de ruimte waarin zich de zon, de planeten en alle andere sterrenstelsels bevinden.

Het heelal bestaat uit miljarden sterrenstelsels, die zijn gevormd uit gas.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het heelal
Veel geleerden denken dat ongeveer vijftien miljard jaar geleden bij een enorme explosie waterstofgas de ruimte in werd geslingerd.

Die gedachte noemt men de oerknaltheorie, naar de naam van die explosie, ook wel Big Bang genoemd.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het heelal
Er zijn ook wetenschappers die denken dat het heelal er altijd is geweest.

Volgens het scheppingsverhaal in de bijbel van het christelijk geloof schiep God hemel en aarde.
Hoe men denkt dat het gegaan is, heeft ook te maken met geloof.

Door de verschillende godsdiensten bestaan er verschillende scheppingsverhalen.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het heelal
Het heelal wordt steeds groter en ook de afstand tussen de hemellichamen wordt langzamerhand groter.
De aarde ontvangt vanuit de ruimte lichtstralen, radiogolven, röntgen - en andere stralen, die met telescopen bestudeerd kunnen worden.
Het licht van een ster legt jaarlijks een afstand af van bijna 9,5 biljoen kilometer.
Die afstand noemen we een lichtjaar.
Het licht van een ster is soms duizenden jaren onderweg voordat het in een telescoop op aarde zichtbaar is.
Zelfs het licht van de dichtstbijzijnde ster (de zon niet meegerekend) doet er nog langer dan vier jaar over om de aarde te bereiken.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonnestelsels en melkwegstelsels
Ons zonnestelsel is ongeveer 4,5 miljard jaar geleden ontstaan uit zo'n wolk ronddraaiend gas.

In een heldere nacht kun je ongeveer 3000 van de miljarden sterren van de melkweg zien.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonnestelsels en melkwegstelsels
Onze zon, één van de sterren van de melkweg, is maar een kleine ster.

Er zijn sterren die wel vijfhonderd keer groter zijn dan de zon.

De zon lijkt erg groot, maar dat komt omdat hij zo dicht bij de aarde staat. De zon is een gloeiende gasbel.
In de zon wordt waterstofgas omgezet in heliumgas, waarbij licht en warmte ontstaan.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonnestelsels en melkwegstelsels
Zonlicht bereikt de aarde in ongeveer acht minuten.

Rondom de zon draaien acht planeten en twee dwergplaneten en verder asteroïden en kometen.
Die zijn ontstaan uit andere kleine deeltjes uit de gaswolk die samenplakten.
De aarde is ook een planeet.

De zon met de daaromheen draaiende planeten zijn samen een zonnestelsel.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonnestelsels en melkwegstelsels
Andere zonnen kunnen ook planeten om zich heen hebben.
Er zijn dus veel meer zonnestelsels.

Ons zonnestelsel bevindt zich, samen met ontelbaar veel andere zonnestelsels, in de melkweg.

De zon draait om het centrum van de melkweg.
Er zijn in de ruimte nog veel meer melkwegstelsels.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de centrale ster van ons zonnestelsel?
A
Sirius
B
Proxima Centauri
C
Betelgeuze
D
De zon

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de melkwegstelsel van de aarde?
A
Centaurus
B
Virgo
C
Melkweg
D
Andromeda

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Interactieve schoolplaat
Planeten
Planeten zijn enorme bollen die uit gesteente, metaal en een mengsel van gassen bestaan en in een baan om een ster draaien.

Ons zonnestelsel bestaat uit acht planeten (vanaf de zon gezien: Mercurius, Venus, de aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus) en twee dwergplaneten: Pluto en Eris.

De zwaartekracht van de zon houdt de planeten in hun baan.

Mercurius doet 88 dagen over één rondje rond de zon. De aarde één jaar, terwijl Pluto er bijna 250 jaar over doet.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planeten
Het dichtst bij de zon staan vier vrij kleine, rotsachtige planeten: Mercurius, Venus, de aarde en Mars.

Mars wordt de rode planeet genoemd. Er zitten heel veel verroeste ijzerdeeltjes in de bodem, daarom heeft Mars een rode kleur.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Planeten
Na Mars volgt de planetoïdengordel: een gebied met miljoenen kleinere en grotere rotsen, ook wel asteroïden genoemd.
Dit zijn overblijfselen van 4,5 miljard geleden, toen de planeten ontstonden.
Achter de planetoïdengordel volgen de planeten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
Die zijn veel groter dan de aarde, maar ze bestaan vooral uit de gassen waterstof en helium.
Je kunt er dus niet rondlopen.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planeten
Jupiter is de allergrootste planeet, wel 1300 keer groter dan de aarde.

Om de grootste planeten, Jupiter en Saturnus, liggen ook ringen van gas en stof.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planeten
Volgens een aantal sterrenkundigen zijn Pluto en Eris eigenlijk te klein om echte planeten te zijn. 

Daarom noemt men die twee dwergplaneten.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planeten
Sommige planeten, zoals de aarde en Venus, zijn omringd door een gaslaag, een atmosfeer.
De temperatuur van de planeten verschilt enorm.
Mercurius ligt het dichtst bij de zon en is overdag gloeiend heet. 
De dwergplaneet Eris staat het verst van de zon af en is uiterst koud (ca. -250°C). Het is er één en al ijs.

Planeten geven zelf geen licht, maar weerkaatsen het zonlicht.
Daarom lijken ze door een telescoop op lichtschijven.

Om de grote buitenste planeten draaien manen. 
Om Saturnus zelfs 56 en er worden nog steeds nieuwe ontdekt!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de grootste planeet in ons zonnestelsel?
A
Mars
B
Jupiter
C
Aarde
D
Venus

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke planeet staat het dichtst bij de zon?
A
Venus
B
Aarde
C
Mars
D
Mercurius

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke planeet heeft ringen?
A
Aarde
B
Neptunus
C
Saturnus
D
Mercurius

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rode planeet?
A
Jupiter
B
Mercurius
C
Mars
D
Saturnus

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De aarde
De aarde, gezien vanaf de zon de derde planeet, is de enige planeet van het hele zonnestelsel waar leven mogelijk is, omdat er water en licht is.
Heel belangrijk is de dampkring, de 1500 kilometer dikke atmosfeer van de aarde.
Zonder de dampkring zou er geen leven mogelijk zijn.

De dampkring bestaat vooral uit gassen stikstof en zuurstof. De zuurstof hebben we nodig om te leven. 
De dampkring houdt de schadelijke ultraviolette straling in het zonlicht tegen en zorgt ervoor dat de aarde niet te warm of te koud wordt. 
De zwaartekracht van de aarde houdt de dampkring vast. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De aarde
De lucht in de dampkring is het dichtst en het zwaarst vlak bij de aarde en het dunst en het lichtst aan de buitenste rand. Hoe verder je van de aarde af komt, hoe minder zuurstof er in de lucht is.
Daarom nemen bergbeklimmers zuurstof in flessen mee en wordt in vliegtuigen de luchtdruk in de cabine aangepast.

De aarde heeft een doorsnede van 12 000 kilometer. Een rechte lijn, dwars door de aarde heen, van Noordpool naar Zuidpool, is 12 000 kilometer lang.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De aarde
Het binnenste deel, de aardkern, bestaat voor een groot deel uit nikkel en ijzer en is ontzettend heet.
Rond de kern zit de aardmantel, waarvan het buitenste deel vloeibaar is.
Het buitenste laagje van de aarde is de aardkorst.
Onder de oceanen is de aardkorst ongeveer zes kilometer dik, onder de continenten varieert de dikte van 20 tot 50 kilometer. De aardkorst bestaat uit gesteenten.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De aarde
Om de aarde draait één maan. 
Dit hemellichaam staat het dichtst bij de aarde.
In een maand draait de maan rond de aarde, daar komt ons woord maand vandaan. De maan zelf geeft geen licht, maar weerkaatst het licht van de zon. 

Dat je van de maan vaak alleen een schijfje ziet, komt omdat je alleen het gedeelte ziet dat door de zon wordt beschenen. 

Door de aantrekkingskracht van de zon en de maan ontstaan in de oceanen van de aarde de getijden eb en vloed.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat veroorzaakt de getijden op aarde?
A
De aarde zelf
B
De zon alleen
C
Windkracht
D
De aantrekkingskracht van de maan.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zonnestelsel: samen met andere planeten en manen rond de zon

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kometen
Een komeet is een soort steenklomp, met daaromheen ijs, gas en stof.
Vaak slepen ze een staart van gas en stof achter zich aan.
Dat stof noemen we meteoren.
Als een meteoor de ijle lucht boven de aarde binnenkomt, wordt hij heel heet.
De meteoor verbrandt, wat in het donker aan de hemel te zien is als een heldere streep licht.
Dat wordt vaak een 'vallende ster' genoemd.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kometen
Als je tijdens een heldere avond lang naar de hemel kijkt, heb je een grote kans dat je zo'n vallende ster zult zien.

Regelmatig passeert de staart van een komeet de aarde.

Het aantal vallende sterren kan dan wel oplopen tot honderd per uur.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kometen
Volgens wetenschappers zijn er duizenden grote brokken ruimterots, die om de zoveel duizend jaar een inslag op aarde veroorzaken.
De laatste was in 1908 in Siberië en verwoestte ruim 2000 vierkante kilometer bos.
De explosie was groot genoeg om een stad als Parijs of Londen van de kaart te vegen.

65 miljoen jaar geleden veroorzaakte een planetoïde met een doorsnede van 10 kilometer een gigantische explosie en sloeg een krater van 180 kilometer in Mexico.
De as verspreidde zich over de hele wereld.
Overal ontstonden branden en daarna werd het donker en extreem koud.
Dat betekende het einde van het tijdperk van de dinosaurussen.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een komeet?
A
Een ster die explodeert
B
Een ijsachtige ruimteobject
C
Een hemellichaam met een staart
D
Een planeet van gas

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vormt de staart van een komeet?
A
Aardse lucht
B
Stof en gas
C
Meteorieten
D
Zonnestraling

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Good to know...
Onze ster, de zon, is een deeltje van de melkweg: duizenden sterren staan in de vorm van een spiraal(nevel). Als je op een donkere nacht naar de hemel kijkt, kun je een deel van de melkweg zien. Die ziet eruit als een vage band met vele kleine sterretjes.
Sedert 1990 draait de Hubbletelescoop 600 km hoog boven de aarde. Met deze telescoop worden buiten de dampkring van de aarde foto's gemaakt die de astronomen veel informatie geven over andere zonnestelsels en sterren.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Good to know...
De noordelijke sterrenhemel zoals je die bij ons kunt zien. Op de noordelijke sterrenhemel zie je de poolster. Dit is de enige ster die heel de nacht op dezelfde plaats te zien is. Alle andere sterren beschrijven - net zoals de zon overdag - een boog aan de hemel. De poolster wijst de richting van het noorden aan.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Good to know...
Omdat afstanden tussen de sterren zo immens groot zijn, gebruiken de astronomen als maat het 'lichtjaar'. Dat is de afstand die het licht op één jaar aflegt tegen een snelheid van 300 000 km/seconde! Zo is de afstand tussen de aarde en de zon maar acht lichtminuten: het licht heeft 8 minuten nodig om de aarde te bereiken.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Good to know...
Het Internationale Ruimtestation (ISS) is een kleine stad voor wetenschappers die in de ruimte zweeft en om de aarde draait op 400 kilometer hoogte.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Good to know...
Op 14 mei 2009 werden door de Arianeraket twee satellieten in de ruimte gelanceerd. 

Dit was een project van ESA (Europees Space Agentschap)

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Good to know...
In Vlaanderen zijn er Volkssterrenwachten waar je op bezoek kunt gaan. 

Je kunt er door een echte telescoop naar het heelal kijken. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WB p. 114 opdracht 1
(bronnenboek p. 110)

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Onderzoek een hemellichaam uit het zonnestelsel.
Zoek over jouw planeet info op, maak er op A3 een voorstelling van en toon deze nadien aan de andere leerlingen.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besluit
8 planeten draaien ronde onze ster, de zon.
De zon is enorm groot en straalt licht en warmte uit.
De aarde is een kleine planeet die dicht bij de zon staat.
Manen draaien rond planeten.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Video

Deze slide heeft geen instructies