Adverbs & Adjectives

1 / 21
volgende
Slide 1: Video
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs & Adjectives

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs & adjectives

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs & Adjectives
That's a perfect answer.
She sang perfectly.

Perfect zegt iets over answer. Bijvoeglijk naamwoord
Perfectly zegt iets over sang. Bijwoord

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs - adjectives
Look at the differences between adverbs and adjectives.
  • She sits down quietly           She is quiet
  • Davy talks loudly                     Davy is loud
  • He runs quickly                        He is quick



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen: Spelling
Let op de spelling van sommige regelmatige adverbs

  • funny          -> funnily
  • gentle         -> gently
  • automatic -> automatically
  • true              -> truly
  • full                -> fully

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deel de hand-out (Supertramp - Logical song) uit.
Finish the sentence:
He _____ reads a book. (quick)

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
Mandy is a _____ girl. (pretty)

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
The class is _____ loud today. (terrible)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
Max is a _____ singer. (good)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
You can _____ open this tin. (easy)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
It's a _____ day today. (terrible)

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
She sings the song _____. (good)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
He is a _____ driver. (careful)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
He drives the car _____. (careful)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
The dog barks _____. (loud)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What have you learned today?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

What did you think of today's lesson?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies