3vwo_naamvallen

Persoonlijke voornaamworden
in de 4de naamval
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke voornaamworden
in de 4de naamval

Slide 1 - Tekstslide

mich
dich
ihn
uns
euch
sie
sie
es
Sie
ons
jou
haar
jullie
het
hem
hen
mij
u

Slide 2 - Sleepvraag

Der Leher sieht (mij)_____.

Slide 3 - Open vraag

Ich habe (jullie) etwas gefragt.

Slide 4 - Open vraag

Hat sie (jou) geküsst?

Slide 5 - Open vraag

Ich frage (hem)_____ mal.

Slide 6 - Open vraag

In welchem Fall steht das Wort in Klammern (tussen haakjes)?
Ruf "mich" an
A
3. Fall
B
4. Fall
C
1. Fall
D
2. Fall

Slide 7 - Quizvraag

mir
dir
ihm
ihr
jou
haar
hem
mij

Slide 8 - Sleepvraag

Persoonlijke voornaamwoorden, 3. NV 

ich => mir 
du => dir 
er => ihm
sie => ihr

Slide 9 - Tekstslide

Was ist mit Paul? Antwortest du (hem)?

Slide 10 - Open vraag

Hat er (aan jou) das gegeben?

Slide 11 - Open vraag

Hat er (....) das gesagt?
A
dir
B
dich
C
du

Slide 12 - Quizvraag

(Aan wie) .... hat er es noch gesagt?
A
Wer
B
Wen
C
Wem

Slide 13 - Quizvraag

(ons) allen!

Slide 14 - Open vraag