Writing

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Writing Practice


In this lesson you will practice things that are important to know when writing!!!


Slide 2 - Tekstslide

Word order (woordvolgorde)
WIE - DOET - WAT
Onderwerp - Werkwoord - Lijdend/Meewerkend voorwerp

I looked up.
The chair was blue.

WAAR - WANNEER -> Place before Time
I went to school yesterday.

Slide 3 - Tekstslide

Punctuation
 . full stop ( at the end of a sentence)
 , comma
                -Jimmy and Johnny hate math, but they love science.
                -Jimmy and Johnny also like gym, history and French.
 ? question mark
 
Capital letters
               -starts a new sentence                    This is me. That is you.
                -for names or things                       We went to Disney World.
                -I (when talking about yourself)   Can I talk to you?
                - days, months                                   I have practise on Monday.
          When writing, make sure you pay attention to:

Slide 4 - Tekstslide

Your turn!

Rewrite the whole sentence, using correct punctuation and capitals.

(Herschrijf de hele zin, gebruik de juiste interpunctie en hoofdletters.)

Slide 5 - Tekstslide

we went to breda last week.

Slide 6 - Open vraag

my mom dad and i went to the efteling yesterday

Slide 7 - Open vraag

what were you doing there

Slide 8 - Open vraag

english is an amazing language

Slide 9 - Open vraag


Slide 10 - Open vraag

Troublesome words
where - were

where: waar (plaats)
                  That's where she found the gun. 

were: vorm van "to be"; een werkwoord
                   They were very tired after their trip.

Slide 11 - Tekstslide

Your turn!

Write the missing word (not the whole sentence).

Choose between where and were.

Slide 12 - Tekstslide

.... on earth are we?

Slide 13 - Open vraag

We ..... just talking about you!

Slide 14 - Open vraag

Troublesome words
there / their / they're

there: plaatsen en posities
                         Put the box down there.      There are five cards.
their: bezit, iets is van hen 
                         That is their box.
they're: afkorting voor "they are" (de apostrof neemt de plaats van "a")
                          They're never going to use that box.

Slide 15 - Tekstslide

Your turn!

Write the missing word (not the whole sentence).

Choose between there, their and they're.

Slide 16 - Tekstslide

Choose between there, their and they're

I'll be ..... for you! When the rain starts to fall.

Slide 17 - Open vraag

Choose between there, their and they're

Oh no the students left ..... books here.

Slide 18 - Open vraag

Choose between there, their and they're

..... almost ready for the writing test.

Slide 19 - Open vraag

Troublesome words
its / it's 

its:    bezit, iets is van een ding
                  The dog has a bone in its mouth.

it's: - afkorting voor "it is" (de apostrof neemt de plaats van "i")
                   It's not a bone, it's a toy.

Slide 20 - Tekstslide

Your turn!

Write the missing word (not the whole sentence).

Choose between its and it's.

Slide 21 - Tekstslide

Damn, ...... such a special day!

Slide 22 - Open vraag

The horse broke ..... leg. We should shoot it.

Slide 23 - Open vraag

Look for the mistakes in the sentences and write them correctly.

(Think of punctuation, capitals, and troublesome words.)

Slide 24 - Tekstslide

i think its just down the road

Slide 25 - Open vraag

were do they think they left there keys

Slide 26 - Open vraag

he knew where they where hiding

Slide 27 - Open vraag

they're not going to give up they're seats and move over they're.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Zelf oefenen-> KWIZL
Ga naar Kwizl.eu en open de opdracht: 

"Oefentoets Writing VMBO 3"

Als je serieuze feedback wilt, neem het dan ook serieus....

Als je deze al gedaan hebt, ga iets voor jezelf doen!

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht
Je woont in een studentenflat met andere studenten. Eén van je huisgenoten, Roger, die Engels is, heeft een digitale camera. Die wil je graag gebruiken. 

Zorg voor een goed begin en einde van je email. Je mag de gegevens zelf verzinnen
Tussen de 150-200 woorden
  Helaas is Roger nu op reis en is alleen per email bereikbaar. Schrijf een email aan Roger. 
 In jouw email: 
- Vraag je toestemming om zijn camera te gebruiken.
 - Vertel je waarom je zijn camera nodig hebt.
 - Vertel je wanneer je die camera nodig hebt en wanneer je het terugbrengt. 
timer
20:00

Slide 32 - Tekstslide

Goals
You know how write a formal email

Slide 33 - Tekstslide

BLOOKET!

Slide 34 - Tekstslide