Hoofdstuk 8.2 Modernisme - Oorlog

MODERNISME 1900-1950
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

MODERNISME 1900-1950

Slide 1 - Tekstslide

DOELEN 8.2: OORLOG
Je kunt de ontwikkelingen in rondom WOI en WOII beschrijven voor o.a. Beeldende kunst, dans/theater en film.

Je kunt het gemaakte werk in de stijlen futurisme, dadaisme en verisme herkennen en in verband brengen met de maatschappelijke tendens.
Je kunt de houding van het regime benoemen en herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

In de tijd
 1830 - 1905: realisme, romantiek, (post-)impressionisme
1905 - 1940: Expressionisme
1906-1920: Kubisme
1909-1914: Futurisme
1916-1924: Dadaisme
1924-1940: Surrealisme
1918-1940: Nieuwe zakelijkheid (magisch realisme/verisme/classicisme)

WOI: 1914-1918          WOII: 1939-1945

Slide 3 - Tekstslide

TIP
MAAK een RUIME, HORIZONTALE tijdlijn.

Er komen nog meer stromingen en gebeurtenissen bij.
Eventueel kun je plaatjes/voorbeelden in je tijdlijn verwerken.

Slide 4 - Tekstslide

FUTURISME

Slide 5 - Tekstslide

Het futurisme 1909-1914


Kenmerken?
Gedachtengoed?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Niet alleen de futuristen, maar bijna alle stromingen presenteren zich begin 20e eeuw met een manifest. Leg uit waarom kunstenaar dat deden.

Slide 9 - Open vraag

Verwerking
WOI is voor landen als Engeland en Frankrijk de 'grote oorlog'. Ook in Belgie wordt WOI uitgebreid herdacht, omdat ze meer schade aanrichtte dan WOII. Ander dan in Nederland.

WOI was voor veel landen erg heftig en in de tijdlijn zie je ook nieuwe kunststromingen ontstaan: DADA, nieuwe zakelijkheid en later surrealisme.

Slide 10 - Tekstslide

TWEE MANIEREN VAN VERWERKING


1: Nihilisme (nergens in geloven en breken met de oude wetten)

2: Bouwen aan de toekomst en hang naar zekerheid.

Slide 11 - Tekstslide

Nieuwe zakelijkheid
De 'nieuwe zakelijkheid' staat voor het bouwen aan de toekomst en er komt weer een hang naar het verleden en een vraag naar orde en zakelijke houding.
Vanuit de individualiteit en emotionele expressie, gaat men weer naar praktisch, zakelijk en gemeenschappelijk.

Slide 12 - Tekstslide

nieuwe zakelijkheid
Classicisme

weinig interesse in politiek

klassieke beofening met academische techniek

idealisering van de Weimar Republiek
Nieuwe zakelijkheid
Verisme

Aandacht voor de gemaakte fouten in de maatschappij

Benadrukken v/d lelijkheid en vuiligheid van de samenleving.

Grotesk, provocerend, satirisch

Slide 13 - Tekstslide


A
Verisme
B
classicisme

Slide 14 - Quizvraag


A
Verisme
B
classicisme

Slide 15 - Quizvraag


A
Verisme
B
classicisme

Slide 16 - Quizvraag


A
Verisme
B
classicisme

Slide 17 - Quizvraag

Dadaisme-De nihilistische reactie op WO I.

Slide 18 - Tekstslide

Noem een belangrijke overeennkomst en een belangrijk verschil tussen het Dadaisme en het futurisme

Slide 19 - Open vraag

Otto Dix - Der Krieg

Slide 20 - Tekstslide

Georg Grosz
Grosz schildert in 1926:
Zonsverduistering
OOk hier zie je duidelijke  kenmerken van andere stijlen, maar ook een flinke mate aan maatschappijkritiek. Waar zie je dat laatste aan?

Slide 21 - Tekstslide


A
Neo-classicisme
B
Kubisme
C
Verisme
D
Dadaisme

Slide 22 - Quizvraag

De groene tafel -Tanztheater
1932
Choreograaf: Kurt Jooss
Ballet met een anti-oorlogsboodschap, eerste ballet met maatschappijkritiek / politieke boodschap (ipv sprookjesballetten)
Satirisch: hoge heren aan de onderhandelingstafel, de Dood die zijn slachtoffers komt halen 
Kijkvraag: beschrijf wat je ziet, beschrijf wat dat zou kunnen betekenen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Bekijk het volgende fragment.
In de groene tafel wordt de oorlog aangeklaagd.
Jooss combineert technieken en stijlen uit het academische ballet, ausdrucktanz en pantomime.

Geef aan waar en hoe de verschillende dansstijlen (dus geen theatrale vormgevingsmiddelen!) te vinden zijn in het fragment.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Antwoord
Klassieke dans: de dansers maken tussendoor hoge en sierlijke sprongen die lijken op de sprongen van een klassieke balletdanser.
Pantomime: alledaagse handelingen worden uitvergroot tot een beweging. De witte handschoenen versterken die beweging en doen denken aan de pantomime; met freeze frames worden de meest karakteristieke momenten van die beweging vastgelegd.
Ausdruckstanz: emoties bepalen deels de dansbewegingen (expressionistisch).

Slide 27 - Tekstslide

Noem twee kenmerken van Tanztheater

Slide 28 - Open vraag

ENTARTET (ontaard)
In 1933 komt Hitler aan de macht en bant alle expressionistische en kubistische kunst uit.
Kunstenaars en intellectuelen die niet voldoen aan de nationaalsocialistische filosofie worden het land uitgezet of vluchten zelf weg van het regime. 
Jazz-muziek werd verboden.

Slide 29 - Tekstslide

ENTARTETE KUNST 
Moderne en expressionistische kunst werd vervolgens verzameld in een reizende tentoonstelling, om mensen de verdorvenheid te tonen.
 Chagall, Matisse, Mondriaan, Kandinsky, Lissitzky, Gros, Kirchner, Nolde, Barlach, Kollwitz en Kokoschka naast schilderijen van psychiatrische patienten opgehangen. Kijk, wilden de nazi's zeggen, allemaal werk van gekken! Vele van de werken werden na afloop verbrand of vernietigd.

Ook theatermakers als Bertold Brecht en componisten als Mendelsohn kwamen op de lijst van verdorven kunstenaars.

Slide 30 - Tekstslide

Noem drie soorten muziek die entartet zijn.

Slide 31 - Open vraag

Swingjugend - antwoord van de jeugd

Slide 32 - Tekstslide

Nazi-propaganda
Niet alle kunst werd in de ban gedaan.
Niet alle kunstenaars verdwenen.
Zo legde Otto Dix zich toe op het schilderen van landschappen.
En werden er ook werken in opdracht van de nieuwe leiders gemaakt.
Zo ook Triumph des Willens van Leni Riefenstahl, die de opdracht kreeg doordat Fritz Lang de opdracht beantwoorde door te vluchten.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Wat zou Hitler hebben aangetrokken in deze film?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

DOELEN 8.2: OORLOG
Je kunt de ontwikkelingen in rondom WOI en WOII beschrijven voor o.a. Beeldende kunst, dans/theater en film.

Je kunt het gemaakte werk in de stijlen futurisme, dadaisme en verisme herkennen en in verband brengen met de maatschappelijke tendens.
Je kunt de houding van het regime benoemen en herkennen.

Slide 37 - Tekstslide

Oefenvraag
Bekijk de afbeelding hiernaast. Futuristische schilderkunst is sterk beinvloed door Picasso en het kubisme.
Noem 4 vormgevingsaspecten in de afbeelding hiernaast en breng deze in verband met het kubisme

Slide 38 - Tekstslide

Antwoord kubistische kenmerken
Antwoord: vier van de volgende:
- Combinatie van meerdere standpunten.
- Geometrische vlakverdeling.
- Voorgrond en achtergrond smelten samen.
- Binnen de vlakken soms licht-schaduw verdeling.
- Teksten op het schilderij doen denken aan college-techniek.
- Voorstelling vergaand geabstraheerd.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video