24-10 1b

Welkom bij de les Nederlands!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de les Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Alaska Anna Woltz.

Oefentoets: werkwoord en persoonsvorm.

Slide 2 - Tekstslide

Ik weet nu...
...wat een werkwoord en een pv is. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Personages
Sven Beekman
Parker Montijn
Alaska = hulphond
Vader, moeder van Sven
Vader, moeder van Parker
Broertjes van Parker
Meneer Gomes = leraar Frans
Meneer Hoppenbrouwers
klasgenoten: Benjamin, Sol, Ziva (meisje met de zwarte krullen) , Elin

Slide 5 - Tekstslide

Verhaal 1:
Vanuit Sven

Verhaal 2:
Vanuit Parker

Slide 6 - Tekstslide

Flashbacks
Flashback is een techniek die in de literatuur en in de film veelvuldig wordt toegepast. De lezer of kijker wordt tijdens een flashback mee teruggenomen in het verleden. Het zijn vaak korte fragmenten.

Slide 7 - Tekstslide

 Vertelperspectief
-Auctoriale verteller (alwetende verteller).
-Ik-perspectief. Verhaal wordt afwisselend verteld door Parker en Sven.

Slide 8 - Tekstslide


We gaan lezen!

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Alaska Anna Woltz.

Oefentoets: werkwoord en persoonsvorm.

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoorden
Hij is aan het fietsten, aan het kijken, zijn voeten, knieën, en benen bewegen, hij is zijn evenwicht aan het houden, hij is met zijn hoofd aan het draaien, hij is aan het fluiten, hij is aan het ademen, aan het slikken, zijn hart is aan het kloppen….

 

Slide 11 - Tekstslide



Het werkwoord is de motor van een zin!

Slide 12 - Tekstslide

PersoonsVorm
Kijk eens naar de volgende zinnen: 
Ik lees een boek.
Wij lezen een boek.
De jongen eet een broodje. 
De jongens eten een broodje. 

Wat valt je op? 

Slide 13 - Tekstslide

PersoonsVorm


Ik                      lees        een boek. 
Wij                   lezen     een boek.
De jongen    eet          een broodje. 
De jongens  eten       een broodje. 

Als het onderwerp verandert, verandert ook het werkwoord

Slide 14 - Tekstslide

PersoonsVorm


De man              kijkt          tv. 
De mannen      kijken       tv. 
De meeuw        pakt         zijn prooi.
De meeuwen   pakken   hun prooi. 

Als het onderwerp verandert, verandert ook het werkwoord

Slide 15 - Tekstslide

PersoonsVorm
Ik                          lees           een boek.
Wij                       lezen         een boek.
De man              kijkt           tv. 
De mannen      kijken       tv. 
De meeuw        pakt          zijn prooi.
De meeuwen   pakken   hun prooi. 
De jongen         eet            een broodje.
De jongens       eten        een broodje.

Als het onderwerp verandert, verandert ook het werkwoord.

Het werkwoord dat verandert als de persoon verandert, noemen we een PersoonsVorm. 

Slide 16 - Tekstslide

PersoonsVorm


Het werkwoord dat verandert als de persoon verandert, noemen

 
                                 we een PersoonsVorm

Slide 17 - Tekstslide

        De PersoonsVorm (pv)
Een PersoonsVORM is altijd een werkwoord(ww) en is de basis van een zin.     
Er staat altijd een PersoonsVorm in de zin.      
De PersoonsVORM zegt iets over het onderwerp.
De PersoonsVORM vormt zich naar het onderwerp.  
De pv verandert als het onderwerp (de persoon, iemand of iets) verandert.
De pv verandert als de tijd verandert. 



Slide 18 - Tekstslide

Oefentoets

Slide 19 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Alaska Anna Woltz.

Oefentoets: werkwoord en persoonsvorm.

Slide 20 - Tekstslide

Ik weet nu...
...wat een werkwoord en een pv is. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide