H1 Inkomen en welvaart, 1.2 Hoe wordt je beïnvloed? Deel 2 (Pincode 7e editie)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Welkom bij economie!

H1 Inkomen en welvaart

1.2 Hoe wordt je beïnvloed? Deel 2

Wat gaan we vandaag doen?

1. Herhalen theorie 1.2 Hoe wordt je beïnvloed? Deel 1
2. Theorie 1.2 Hoe wordt je beïnvloed? Deel 2
3. Zelfstandig aan het werk

Herhalen 1.2 deel 1

Lesdoelen:

Nu:

• kun je uitleggen hoe je koopgedrag kan veranderen. √
  
• kun je uitleggen waarom bepaalde doelgroepen belangrijk zijn. √

Als je koopgedrag wordt beïnvloed door fabrikanten
en winkeliers, dan is dat

1. sociale beïnvloeding
2. commerciële beïnvloeding

Als je koopgedrag wordt beïnvloed familie en vrienden, dan noemen we dat

1. sociale beïnvloeding
2. commerciële beïnvloeding

De groep mensen met dezelfde kenmerken en voor wie een product of reclame bedoeld is, noemen we

1. consumenten
2. doelgroep

Bedrijven richten zich met name op de doelgroep jongeren. Welke van onderstaande redenen dat jongeren zo interessant voor bedrijven zijn is niet juist.

1. Hebben geld vrij te besteden
2. Makkelijk over te halen
3. Blijven vaak trouw aan een merk of bedrijf
4. Houden van lekker eten

1.2 Deel 2

Lesdoelen:

Aan het eind van de les:

• kun je verschillende soorten reclames herkennen.
• kun je de 6 P’s van de marketingmix noemen en toepassen.

Reclame

Met reclame proberen fabrikanten en organisaties aandacht te krijgen voor hun producten of boodschap.

Commerciële reclame

Commerciële reclame: Reclame om meer producten of diensten te verkopen:

• Informatieve reclame: informatie over prijs en eigenschappen van een product
  
• Merkreclame: zorgt ervoor dat mensen de naam van een product beter onthouden
• Sluikreclame:  laat mensen onbewust producten zien in films of tv-shows

Ideële reclame

Ideële reclame: Reclame om je mening of 

                                   sociaal gedrag te veranderen: 

Marketing

Marketing: bedrijven gebruiken marketinginstrumenten om zoveel mogelijk producten te verkopen. 

1. Productbeleid: A-merk of B-merk? welke soorten?
2. Prijsbeleid: Wat is verkoopprijs? Hoog of laag? Korting?
3. Plaatsbeleid: In een winkel of online? Waar staat de winkel?
4. Promotiebeleid: Hoe en waar maak je reclame?
5. Personeelsbeleid: Vakkundig en vriendelijk personeel?
6. Presentatiebeleid: Wat voor verpakking? Hoe ziet de winkel/webshop eruit?

6 P's

Zelfstandig aan het werk 

Opdracht: 

Maak nu zelfstandig opgave 8 t/m 10 op blz 16 en 17 en 1.1 en 1.2 op blz 26.  Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!

Hulp nodig? In deze volgorde: 

1. Boek

2. Klasgenoot

3. Docent

(de eerste 2 minuten help ik niet)

Je krijgt 15 minuten de tijd

Klaar? Meld je bij de docent.

Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. Je geeft dan je antwoord via lesson up door. Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen.

Sponsopdracht: 1b en c

Opdracht 8 t/m 10 klassikaal

• 8 reclame 1: ideële reclame
• 8 reclame 2: merkreclame 
• 9a facebook
• 9b whatsapp, instagram, snapchat, youtube, tiktok
• 10a foto 1: personeelsbeleid
• 10 a foto 2: presentatiebeleid
• 10a foto 3: prijsbeleid
• 10b: productbeleid, plaatsbeleid, promotiebeleid
• 10c: marketingmix

Samenvatting 1.1 blz 26

• Net als de meeste mensen heb je niet genoeg MIDDELEN
• , zoals tijd en geld om al je BEHOEFTEN te vervullen. 
• Daarom moet je PRIORITEITEN stellen, waarbij je kiest wat voor jou het belangrijkst is.
• Je kunt op verschillende manieren in je behoeften voorzien. Zo kun je CONSUMEREN door iets te kopen. Je kunt ook zelf iets maken of gebruikmaken van natuurlijke hulpbronnen. 
• Tenslotte levert de overheid COLLECTIEVE voorzieningen, zoals een fietspad of een skatepark.
• Met een hoog inkomen kun je in veel behoeften voorzien. Je WELVAART  is dan groot. 
• Bij je WELZIJN kijk je naar de kwaliteit van je leven.

Samenvatting 1.2 blz 26

• Als je koopgedrag wordt beïnvloed door fabrikanten en winkeliers, dan is dat COMMERCIËLE beïnvloeding. 
• Bij  SOCIALE beïnvloeding spelen je familie en vrienden een belangrijke rol.
• Bedrijven richten zich op een bepaalde DOELGROEP, vooral als die veel te besteden heeft.
• Naast COMMERCIËLE reclame, die bedoeld is om meer producten te verkopen, 
• is er ook IDEËLE  reclame. Die laat je nadenken over problemen die in de maatschappij spelen.
• Bedrijven gebruiken MARKETINGINSTRUMENTEN (de 6 P’s) om je koopgedrag te beïnvloeden. 
• Bij de MARKETINGMIX zetten bedrijven de verschillende P’s tegelijk in.

Afsluiten 1.1

Lesdoelen:

Nu:

• kun je uitleggen hoe je koopgedrag kan veranderen. √
• kun je uitleggen waarom bepaalde doelgroepen belangrijk zijn. √
• kun je verschillende soorten reclames herkennen. √
• kun je de 6 P’s van de marketingmix noemen en toepassen.√