Les 2.1 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Nederlands

Klas 1 BKB - 2.1 Fictie

Vandaag in deze les:

Stillezen

Lesafspraken

Terugblik - vragen over komende toets

Lesdoel

Huiswerk nabespreken

Instructie
Aan de slag

Stillezen

Pak je leesboek, stripboek, etc.

 

Lesafspraken:

• Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
• Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
• Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
• Bij samenwerken werk je zachtjes
• Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
• Tassen op de grond, jassen in kluisje
• Geen eten/drinken/kauwgom

Terugblik:

• Hoe verloopt een les Nederlands
• Opbouw
• Gestart met het onderdeel fictie 

Lesdoel

Aan het einde van deze paragraaf

• kun je het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
• kun je voorbeelden geven van fictie en non-fictie.
• kun je je mening over een verhaal uitleggen door beoordelingswoorden te gebruiken.

Huiswerk nakijken

Opdracht 1 (53)

Verhaal Coolman ; superheld of ...?

uit Rüdiger Bertram en Heribert Schulmeyer, Coolman en ik.

Moeilijke woorden

Op blz. 52

de cavalerie     ->  soldaten op een paard

de kolonisten -> mensen die een ander land hebben veroverd om                                  daar te gaan wonen.

de horde           -> een grote groep mensen.

het gevaarte    -> een groot iets

relaxed              -> heel ontspannen, heel erg op je gemak

Huiswerk nakijken

Opdracht 1 (53)

1. welke personen komen er in dit verhaal voor?

2. wie vertelt het verhaal?

3. de verteller heeft een probleem. Wat is zijn probleem?

4. hoe is het probleem ontstaan?

Huiswerk nakijken

Opdracht 1 (53)

1. welke personen komen er in dit verhaal voor? 5 nl.

Kai de jongen in de container, Coolman met zwarte cape en oogmasker

de 2 jongens die hem in de container stopten, mw Maier zijn juf

2. wie vertelt het verhaal? Kai

3. de verteller heeft een probleem. Wat is zijn probleem? Hij zit in een container die steeds sneller de berg afgaat.

4. hoe is het probleem ontstaan? Grote mond tegen de 2 grootste etterbakken vd school, die hem voor straf in de container stopten en wegduwden.

Huiswerk nakijken

Opdracht 1 (53)

5. a. wie geeft de verteller de schuld van zijn probleem?

    b. wat vind jij? heeft de verteller gelijk? Ik vind ....

6. a. Coolman is vermomd als superheld. Denk aan Superman en Batman.                     Noem een overeenkomst.

10. Kan dit verhaal echt gebeurd zijn? Waarom wel of niet? Geef en vb uit het verhaal bij je antwoord. Dit verhaal ....

Huiswerk nakijken

Opdracht 1 (53)

5. a. wie geeft de verteller de schuld van zijn probleem? Coolman, ik (Kai) luister teveel naar zijn adviezen

    b. wat vind jij? heeft de verteller gelijk? Ik vind dat j zelf vantwoordelijk bent voor wat je zegt en doet.

6. a. Coolman is vermomd als superheld. Denk aan Superman en Batman.                     Noem een overeenkomst. Masker en cape, dus het pak, de outfit.

10. Kan dit verhaal echt gebeurd zijn? Waarom wel of niet? Geef en vb uit het verhaal bij je antwoord. Dit verhaal is fictie, dus verzonnen.

Instructie Fictie

Fictie, 

verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert; heeft het verhaal zelf bedacht

vb. leesboek, stripverhaal, gedicht, film, tv-serie, musical, game.

Non-fictie, 

verhalen over de werkelijkheid. De schrijver heeft het niet bedacht.

Het is echt gebeurd of geeft informatie.

vb. krantenbericht, tijdschriftartikel, schoolboek, informatief boek, jeugdjournaal, tekst op Wikipedia.

Aan de slag

Opdracht 2 (55)

Beantwoord vraag 1 (a-g) en 2 en 3 (twee voorbeelden noemen)

opdracht 3 (57) 1 t/m 5

Deze opdrachten zijn het huiswerk voor de volgende les.

Bedankt voor jullie aandacht