NN6 - H3 - Taalverzorging - ik-vorm van het werkwoord

Stillezen
Je begint aan je volgende leesboek.

Check vooraf bij mij of je dit boek mag lezen!!

timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stillezen
Je begint aan je volgende leesboek.

Check vooraf bij mij of je dit boek mag lezen!!

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer met
de persoonsvorm.
Wat weet jij er
nog van?

Slide 2 - Woordweb

Wat is waar?
A
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
B
De persoonsvorm staat altijd aan het begin van een zin.
C
De persoonsvorm kun je vinden door te vragen: Wie of wat + onderwerp
D
De persoonsvorm kun je alleen vinden door de zin vragend te maken.

Slide 3 - Quizvraag

Ook hebben we geleerd het over
het onderwerp.
Hoe vind ik het
onderwerp van een zin?

Slide 4 - Woordweb

Lesdoel
Ik kan de ik-vorm van werkwoorden in de tegenwoordige tijd spellen.

Slide 5 - Tekstslide

De ik-vorm is het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ‘ik’ komt te staan.
Zo schrijf je de ik-vorm van een werkwoord
:

Hele werkwoord: denken → 
ik denk → 
de ik-vorm van denken is denk

Hele werkwoord: slapen → 
ik slaap → 
de ik-vorm van slapen is slaap.

Slide 6 - Tekstslide

LET OP!
De ik-vorm eindigt nooit op een v of een z:
- proeven → ik proef → de ik-vorm is proef
- reizen → ik reis → de ik-vorm is reis.


De ik-vorm eindigt nooit op twee dezelfde medeklinkers:
- bukken → ik buk → de ik-vorm is buk
- zetten → ik zet → de ik-vorm is zet
- schudden → ik schud → de ik-vorm is schud.

Slide 7 - Tekstslide

kopen - ik ...

Slide 8 - Open vraag

betalen - ik ...

Slide 9 - Open vraag

lezen - ik ...

Slide 10 - Open vraag

leven - ik ...

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag
Inloggen: Magister
Studiewijzer Nederlands

H3 Taalverzorging
de ik-vorm van het werkwoord
1 t/m 14B

Denk ook aan afmaken H3 - Taalverzorging - Onderwerp




Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je geleerd deze les?
Maak de zin af.
Ik kan ...

Slide 13 - Open vraag

Maak een ik-gedicht
Noteer vijf weetjes van jezelf en zet die onder elkaar. 
Elke zin begint met: Ik + werkwoord.

Ik heet Rebecca.
Ik houd van chocola.
Ik sport te weinig.
Ik eet graag sushi.
Ik word later oud.

Slide 14 - Tekstslide