Stevigheid en beweging

skelet
1 / 33
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

skelet

Slide 1 - Woordweb

                              Stevigheid en beweging. 


In deze les gaan we herhalen hoe ons skelet eruit ziet en wat de functie van ons skelet is

Slide 2 - Tekstslide

Functies van het skelet
- Stevigheid
- Beweging
- Vorm
- Bescherming

Slide 3 - Tekstslide

stevigheid
beweging

Slide 4 - Tekstslide

bescherming
Vorm

Slide 5 - Tekstslide

Programma
Rt-map
Terugblik vorige les het skelet
Uitleg basisstof 2
Demonstratie practicum
Verwerkingsopdrachten
Afsluiten/huiswerk


Slide 6 - Tekstslide

Hoe heet bot nr 3?
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet bot nr 9?
A
Dijbeen
B
Kuitbeen
C
Scheenbeen
D
Knieschijf

Slide 8 - Quizvraag

Noem eens een ander woord voor botten?
A
skelet
B
beenderen
C
geraamte

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor wervelkolom?
A
rug
B
borstkas
C
ruggengraat

Slide 10 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 11 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 12 - Quizvraag

Basisstof 2: Botten
Leerdoelen
         - Je kunt de kenmerken van bot en van kraakbeen noemen.
   - Je kunt beschrijven hoe botten veranderen als mensen ouder worden.

Slide 13 - Tekstslide

Botten
Kraakbeen> Weefsel dat stevig en buigzaam is.

Waar vind je kraakbeen in het lichaam?

Slide 14 - Tekstslide

Botten
Geven ons lichaam stevigheid en bescherming. 
Botten bestaan uit: kalk en lijmstof

Kalk is stevig maar breekt snel.
Lijmstof is soepel en buigzaam maar niet zo stevig.

Slide 15 - Tekstslide

Botten
Botten van baby's bestaan geheel uit kraakbeen en lijmstof en heel weinig kalk
- En zijn daarom erg buigzaam
- De baby wordt ouder, kraakbeen verdwijnt en er komt meer steeds meer kalk in de botten
 

Slide 16 - Tekstslide

Botten van ouderen
Bij oudere mensen verdwijnt steeds meer lijmstof uit de botten.
In de botten van bejaarden zit nog maar weinig lijmstof. Hun botten bestaan vooral uit kalk. Deze botten breken gemakkelijk 

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk!
Lees en maak van thema 4 basisstof 2
Basis: 1t/m7 en test jezelf
kader:1t/m9 en samenhang
Klaar>Flitskaarten maken van B2

Slide 18 - Tekstslide

Botten kunnen kalk en lijmstof bevatten.
Welke van deze twee zorgt ervoor dat botten een beetje soepel zijn?
A
Kalk
B
Lijmstof

Slide 19 - Quizvraag

Zorgt kalk of lijmstof voor stevigheid?
A
Kalk
B
Lijmstof

Slide 20 - Quizvraag

De botten van oudere mensen bevatten:
A
Veel kalk + veel lijmstof
B
Veel kalk + weinig lijmstof
C
Veel kraakbeen + weinig lijmstof
D
Weinig kalk + weinig lijmstof

Slide 21 - Quizvraag

Zit er in de botten van baby's meer kalk of lijmstof?
A
Meer kalk
B
Meer lijmstof
C
Evenveel kalk als lijmstof
D
Er zit geen kalk en lijmstof in de botten van baby's

Slide 22 - Quizvraag

Samenvatting 
• Botten zijn stevig door kalk en lijmstof.
– Kalk is hard.
– Lijmstof kan buigen..
• Kraakbeen bevat veel lijmstof.
– Kraakbeen buigt gemakkelijk.
– De botten van baby’s bestaan vooral uit kraakbeen.
-De botten van ouderen bestaan vooral  uit kalk.

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt de werking van spieren beschrijven.

Slide 24 - Tekstslide

spieren
waarvoor heb je spieren?
wat zijn spieren?

Slide 25 - Tekstslide

Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. 

Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid. Ook het hart is een spier.

Veel spieren zorgen voor beweging. 


Slide 26 - Tekstslide

Andere spierbewegingen
Spieren in organen = orgaanspieren.
Bewegingen gebeuren niet bewust.

Slide 27 - Tekstslide

wat is functie van pezen?
A
om een bot sterker te maken
B
om de spiervezels van elkaar te scheiden
C
om de spieren aan elkaar te verbinden
D
om een spier aan het bot te verbinden

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn antagonisten
A
Spieren met een zelfde werking
B
Spieren met een tegenovergestelde werking

Slide 29 - Quizvraag

Kunnen pezen zich samentrekken?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

De pezen zitten vast aan
A
je vel
B
je huid
C
je bot
D
je cellen

Slide 31 - Quizvraag

Werking van een spier

Samentrekken van een spier:

  • Spier wordt korter
  • Spier wordt dikker
  • De afstand tussen 2 aanhechtingsplaatsen wordt kleiner

Slide 32 - Tekstslide

Opdrachten in de klas
Gewiste opdrachten B4 maken.

Slide 33 - Tekstslide