6.1 6.2 6.3 bvj oud transport en afweer

H6 Transport en afweer, blz. 84
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H6 Transport en afweer, blz. 84

Slide 1 - Tekstslide

§6.1: Bloed
Bloed bestaat uit bloedplasma (55%) en uit bloedcellen en bloedplaatjes (45%). 
Bloedplasma: water met plasma-eiwitten en opgeloste stoffen. Bloedplasma vervoert zuurstof (een klein beetje) voedingsstoffen, antistoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen. 

Slide 2 - Tekstslide

Rode beenmerg

Slide 3 - Tekstslide

Rood beenmerg
Rood beenmerg
Rood beenmerg
Geel beenmerg

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bloedcellen

Slide 6 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Functie:  vervoert zuurstof

Let op: geen KERN

belangrijk: bevat hemoglobine

Slide 7 - Tekstslide

Hemoglobine
Hemoglobine is een eiwit wat in de rode bloedcellen voorkomt. Hemaglobine kan aan zuurstof en koolstofdioxide binden. Het geeft een rode kleur en het bevat ijzer (Fe2). 

Ijzer is erg belangrijk voor het aanmaken van rode bloedcellen. Daarom recyclet  je lichaam het ijzer uit dode rode bloedcellen om er weer 
nieuwe rode bloedcellen mee te maken. 

Dode rode bloedcellen worden afgebroken in 
het rode beenmerg, de milt en de lever. 

Slide 8 - Tekstslide

Witte bloedcellen
Functie: 
Doden ziekteverwekkers en bacteriën. 


Slide 9 - Tekstslide

Witte bloedcellen

Functie: Ziekteverwekkers onschadelijk maken

Geen vaste vorm

Pus: dode witte bloedcellen en bacteriën. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bloedplaatjes
Functie: 
zorgt voor bloedstolling
vorm: 
geen vaste vorm
kern?
geen celkern

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bloedplaatjes

Slide 14 - Tekstslide

6.2 De bloedsomloop en het hart

Slide 15 - Tekstslide



Hart-longen-hart = kleine bloedsomloop

Slide 16 - Tekstslide



Hart-organen-hart = grote bloedsomloop

Slide 17 - Tekstslide

 het hart

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg het hart
Je ziet hier het buitenaangezicht van het hart.

Om het hart lopen kransslagaders om zuurstof aan het hart te geven.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Onderdelen Hart (binnen)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

6.3 Bloedvaten

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

In welke volgorde stroomt het bloed vanaf het hart?
A
Slagader - haarvaten- ader
B
haarvaten - ader - slagader
C
Ader - haarvaten - slagader
D
Slagader - ader - haarvaten

Slide 28 - Quizvraag

Heeft klepjes
A
Slagader
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 29 - Quizvraag

Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

De poortader is belangrijk.
Wat is waar over de poortader?
A
Vervoert veel voedingsstoffen
B
Vervoert veel zuurstof
C
A en B zijn beide juist
D
A en B zijn beide onjuist

Slide 32 - Quizvraag

De poortader
A
vervoert zuurstofrijk bloed naar de lever
B
Vervoert zuurstofarm bloed naar de lever
C
Vervoert o2 rijk en voedingsstoffen naar de lever
D
Vervoert o2 arm bloed en voedingsstoffen naar de lever

Slide 33 - Quizvraag

De poortader is belangrijk.
Wat is waar over de poortader?
A
Vervoert veel voedingsstoffen
B
Vervoert veel zuurstof
C
A en B zijn beide juist
D
A en B zijn beide onjuist

Slide 34 - Quizvraag

De poortader is:
A
Zuurstofrijk-voedingsstofrijk
B
Zuurstofrijk-voedingsstofarm
C
Zuurstofarm- voedingsstofrijk
D
Zuurstofarm- voedingsstofarm

Slide 35 - Quizvraag

Hartinfarct 

Slide 36 - Tekstslide

aan de slag
maken opdrachten van §13.1 - 13.3

Slide 37 - Tekstslide