In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Vandaag:
Veiligheid
Slide 1 - Tekstslide
Vragen les 1 Krachten
Slide 2 - Tekstslide
Snelheid berekenen
De koffer maakt een eenparige beweging:
iedere seconde wordt dezelfde afstand afgelegd.
v=ts
Omrekenen snelheden:
Slide 3 - Tekstslide
Even oefenen!
Een boot legt 20 kilometer af in 1 uur en 20 min.
Bereken de snelheid van de boot
in m/s en km/h.
Slide 4 - Tekstslide
Even oefenen!
G: s = 20 km, t = 1, 33 h
G: v = ?
F:
B:
A: de snelheid is 15 km/h of 4,18 m/s
v=ts
v=1,3320=15
v=3,615=4,18
Slide 5 - Tekstslide
Afstand,tijd-diagram
Hoe een beweging verloopt kun je zichtbaar maken in een:
afstand,tijd-diagram = s,t-diagram
Slide 6 - Tekstslide
Snelheid,tijd-diagram
Hoe een beweging verloopt kun je zichtbaar maken in een:
snelheid,tijd-diagram = v,t-diagram
Slide 7 - Tekstslide
§7.2 - Gemiddelde snelheid
gemiddelde snelheid = totale afstand delen door de totale tijd.
vgem=ts
vgem⋅ts
Slide 8 - Tekstslide
Versnellen
eenparig versnellen = lineair verband.
Hoe steiler de lijn, des te groter de
versnelling.
Slide 9 - Tekstslide
Versnellen
Gemiddelde snelheid bij eenparig versnellen of vertragen.
Deze formule staat niet in Binas
vgem=2(vb+ve)
Slide 10 - Tekstslide
Even oefenen!
Een fietser versnelt eenparig vanuit stilstand
tot 18 km/h in 7,5 s.
Bereken de afstand die de fietser aflegt tijdens
dit versnellen.
Bereken eerst de gemiddelde snelheid.
Slide 11 - Tekstslide
Even oefenen!
G: ve = 18 km/h = 5 m/s, vb = 0 km/h = 0 m/s, t = 7,5 s
G: s = ?
F:
B:
A: de trein legt een afstand af van 18,75 m.
v=ts
s=2,5⋅7,5=18,75
s=vgem⋅t
vgem=2(vb+ve)
vgem=2(0+5)=2,5
Slide 12 - Tekstslide
Vertragen
eenparig vertragen = lineair verband.
Hoe steiler de lijn, des te groter de
vertraging.
Slide 13 - Tekstslide
Voortstuwende krachten
Voortstuwende kracht: kracht die nodig is om te gaan bewegen.
-motorkracht, spierkracht, zwaartekracht, .......
Voortstuwende kracht werkt vóóruit in de richting van de beweging.
Voortstuwende kracht noemen we ook wel: aandrijfkracht
Slide 14 - Tekstslide
Tegenwerkende kracht
Tegenwerkende kracht: kracht die nodig is om af te remmen.
- wrijving, rolweerstand en luchtweerstand
Tegenwerkende kracht werkt áchteruit, in tegenovergestelde richting van de beweging.
Slide 15 - Tekstslide
Wrijving
Als twee voorwerpen langs elkaar schuiven zorgt dit voor een tegenwerkende kracht.
Dit noemen we wrijving
Slide 16 - Tekstslide
Rolwrijving
Het rollen van de banden over de weg zorgt voor een tegenwerkende kracht.
Dit noemen we rolwrijving
Slide 17 - Tekstslide
Luchtwrijving
Als je fietst of loopt, wordt je tegengewerkt
door de lucht. De lucht oefent een
tegenwerkende kracht uit.
Dit noemen we de luchtwrijving.
Slide 18 - Tekstslide
Nettokracht
nettokracht
-alle krachten in dezelfde richting bij elkaar optellen.
resulterende kracht
of
resultante
Slide 19 - Tekstslide
Nettokracht
3 soorten beweging:
- versnellen
- eenparig
- vertragen
Slide 20 - Tekstslide
Nettokracht
Bereken de nettokracht.
Slide 21 - Tekstslide
Nettokracht
Bereken de nettokracht.
situatie 1:
70 N naar rechts
situatie 2:
470 N naar links
Slide 22 - Tekstslide
Een kracht tekenen
Teken een kracht als een vector (pijl) met een:
A: aangrijpingspunt
B: richting
C: grootte
A
B
C
Slide 23 - Tekstslide
Krachtenschaal
≙
Komt overeen met
Slide 24 - Tekstslide
Wat weet je al???
Slide 25 - Tekstslide
Wat hoort waar bij? Sleep de symbolen naar de juiste plek. Er moeten er overal drie staan!
snelheid
afstand
tijd
s
h
m/s
km/h
t
m
km
v
Slide 26 - Sleepvraag
Omrekenen: 12 minuten =
A
0,5 uur
B
0,2 uur
C
0,12 uur
D
0,72 uur
Slide 27 - Quizvraag
Omrekenen: 1,55 h =
A
5880 s
B
93 s
C
37,2 s
D
5580 s
Slide 28 - Quizvraag
Omrekenen: 1 h en 21 min =
A
1,35 h
B
0,35 h
C
1,21 h
D
2,26 h
Slide 29 - Quizvraag
Omrekenen: 108 km/h =
A
388,8 m/s
B
3888 m/s
C
3 m/s
D
30 m/s
Slide 30 - Quizvraag
Met welke formule kun je de snelheid uitrekenen?
A
v= s : t
B
v = s x t
C
v = t : s
D
v = t + s
Slide 31 - Quizvraag
Bereken de gemiddelde snelheid in de volgende situatie: een vrachtwagenchauffeur versnelt eenparig vanuit stilstand naar 50 km/h. Schrijf je berekening op
Slide 32 - Open vraag
Bereken de gemiddelde snelheid in de volgende situatie: een vrachtwagenchauffeur vertraagt eenparig van 120 km/h naar 80 km/h. Schrijf je berekening op
Slide 33 - Open vraag
Welke grafiek geeft een versnelde beweging weer?
A
B
C
D
Slide 34 - Quizvraag
Wat voor soort beweging voert het paard hiernaast uit?
A
een eenparige beweging
B
een vertraagde beweging
C
een versnelde beweging
D
dat kun je niet zeggen
Slide 35 - Quizvraag
Wat voor soort beweging is in deel E van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand
Slide 36 - Quizvraag
Op 4 s is er sprake van een:
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
stilstand
Slide 37 - Quizvraag
Wat voor soort beweging is in deel C van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand
Slide 38 - Quizvraag
Wat voor soort beweging is in deel A van de grafiek getekend ?