Politiek Les 6 H3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?

Hoofdstuk 3
Wat gebeurt er bij verkiezingen?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Wat gebeurt er bij verkiezingen?

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer ik deze les?
  • wat de namen, uitgangspunten en de bijbehorende   politieke stromingen van de landelijke politieke partijen   zijn
  • wat de kenmerken van een parlementaire democratie zijn
  • wat de 6 aspecten van het functioneren van de     Nederlandse parlementaire democratie zijn
Ik leer...

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer ik deze les?
  • de namen, uitgangspunten en de bijbehorende politieke     stromingen van de landelijke politieke partijen die zetels   hebben in de Tweede Kamer 
  • de 4 kenmerken van populistische politieke partijen
  • de kenmerken van een parlementaire democratie
  • de 6 aspecten van het functioneren van de Nederlandse     parlementaire democratie
Ik leer...

Slide 3 - Tekstslide

Populisme
Populistische partijen vinden dan andere partijen en politici niet goed luitsteren naar het volk, dat doen zij wel. 

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken van populisme
  1. Afkeren van andere partijen en de bestuurlijke elite
  2. Luisteren naar wat het volk wil
  3. Een sterke aansprekende leider
  4. Vaak wordt een beroep gedaan op vaderlandsliefde

Slide 5 - Tekstslide

1

Slide 6 - Video

00:39
Wie is de baas in de gemeente?
Wie is de baas in de gemeente?
A
Gemeenteraad
B
Burgermeester
C
Minister-president (Mark Rutte)
D
Wethouder

Slide 7 - Quizvraag

Tijdlijn van de verschillende verkiezingen
2017
Verkiezingen Tweede Kamer
2018
Verkiezingen gemeenteraad
2019
Verkiezingen Provinciale Staten
2020
Verkiezingen Tweede Kamer
2021
Verkiezingen gemeenteraad
2022
Verkiezingen Provinciale Staten

Slide 8 - Tekstslide

Bestuurs-vormen
Volks
vertegen
woordiging
Dagelijks bestuur
Belangrijke rol in het bestuur
Landelijk
Parlement
Kabinet/  regering
Minister- president
Provincie
Provinciale staten
Gedeputeerde Staten
Commissaris van de Koning
Gemeente
Gemeente-raad
College van        B en W
Burger-meester

Slide 9 - Tekstslide

Parlement
Parlement bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer.
Samen worden die de Staten-Generaal genoemd. 

Bij verkiezingen krijgt het parlement de macht om het land te besturen.

Slide 10 - Tekstslide

5 zaken die voor de verkiezingen gebeuren
  1. Politieke partijen maken hun verkiezingsprogramma
  2. Persoon bovenaan de lijst is de lijststrekker
  3. Er worden stemhulpen gemaakt voor mensen
  4. Politici houden peilingen voor de verkiezingen in de gaten
  5. Mensen krijgen stempassen thuis en op de dag zelf kunnen zij stemmen 

Slide 11 - Tekstslide

Mensen die twijfelen over op welke partij ze gaan stemmen. 
Dit gebeurt steeds meer omdat mensen niet meer automatisch op dezelfde partij als de vorige keer stemmen.
Zwevende kiezers
Mensen die twijfelen over op welke partij ze gaan stemmen.
Dit gebeurt steeds meer omdat mensen niet meer automatisch op dezelfde partij als de vorige keer stemmen.

Slide 12 - Tekstslide

Peter wilt lijsttrekker worden van het CDA. Van welk soort kiesrecht wilt hij gebruik maken als lijsttrekker?
Peter wilt lijsttrekker worden van het CDA. Van welk soort kiesrecht wilt hij gebruik maken als lijsttrekker?

Slide 13 - Open vraag

Vijf zaken die na de verkiezingen gebeuren:
1. De gekozen verkenner praat met alle fractievoorzitters om hun meningen over een eventuele coalitie te horen.
2. Een informateur gaat kijken welke partijen in de coalitie kunnen en willen.
3. Reageerakkoord wordt geschreven als de coalitie is gemaakt.


Punt 4 en 5
4. De formateur zoekt de ministers en staatsecretarissen. Hij vormt het kabinet.
5. De leden van het nieuwe kabinet worden door de koning beëdigd. 

Slide 14 - Tekstslide

2

Slide 15 - Video

01:25
Wat is een coalitie?
Wat is een coalitie?
A
Samenwerking met de grootste partijen
B
Samenwerking van partijen die de meerderheid hebben
C
Samenwerking van partijen die de minderheid hebben
D
Samenwerking met alle politieke leiders

Slide 16 - Quizvraag

01:48
Welke drie functies uit de 2e kamer zijn nodig om een coalitie te vormen?
Welke drie functies uit de 2e kamer zijn nodig om een coalitie te vormen?

Slide 17 - Open vraag


Een informateur is
Een informateur is:
A
Iemand die het kabinet vormt
B
Iemand die de leden van het nieuwe kabinet beëdigd
C
Iemand die praat met alle fractievoorzitters
D
Iemand die kijkt welke partijen kunnen en willen samenwerken

Slide 18 - Quizvraag

Welke zaken gebeuren voor de verkiezingen en welke na de verkiezingen?
LIjststrekker
Regeer-akkorord
Peilingen
Zwevende kiezers
Verkenner
VOOR
NA

Slide 19 - Sleepvraag

Lesopdracht Basis

Wat? Hoofdstuk 3 
Opdracht 3 en 4
Hoe? Je schrijft in je boek
Hulp? Lees eerst de tekst, vraag je buur en daarna pas TIV
Klaar? Je antwoorden nakijken en verbeteren
Lesopdracht Kader

Wat? Hoofdstuk 3
Opdracht 2 en 4
Hoe? Je schrijft in je boek
Hulp? Lees eerst de tekst, vraag je buur en daarna pas TIV
Klaar? Je antwoorden nakijken en verbeteren
timer
25:00

Slide 20 - Tekstslide