8.3 Eenheden van tijd

Start les
Leg je spullen klaar op tafel.
Schrift is open voor huiswercontrole.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Start les
Leg je spullen klaar op tafel.
Schrift is open voor huiswercontrole.

Slide 1 - Tekstslide

Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie              Klein getal 

Slide 3 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie
Klein getal               Wetenschappelijke notatie


Slide 4 - Tekstslide

In de wetenschappelijke notatie...
A
0,77×107
B
7,7×108
C
77×109
D
7,7×107

Slide 5 - Quizvraag

In 4 minuten zitten 240...
A
uren
B
seconden
C
dagen
D
minuten

Slide 6 - Quizvraag

In 5 uur zitten 300...
A
seconden
B
uren
C
minuten
D
dagen

Slide 7 - Quizvraag

In 7 weken zitten 49...
A
uren
B
maanden
C
weken
D
dagen

Slide 8 - Quizvraag

Eenheden van tijd
1 millenium = 1000 jaar                1 kwartaal = 13 weken
1 eeuw = 100 jaar                             1 week = 7 dagen
1 jaar = 4 kwartalen                        1 dag = 24 uur
1 jaar = 12 manden                          1 uur = 60 minuten
1 jaar = 52 weken                             1 minuut = 60 seconden
1 jaar = 365 dagen

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen met tijd
1 dag heeft 24 uur
3,5 dagen = 3 dagen + 0,5 dagen
0,5 dagen = 0,5 x 24 = 12 uur

Dus 3,5 dagen = 3 dagen en 12 uur

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen met tijd
1 uur heeft 60 minuten:
3,4 uur = 3 uur + 0,4 uur
0,4 uur = 0,4 x 60 = 24 minuten

Dus 3,4 uur = 3 uur en 24 minuten

Slide 11 - Tekstslide

2,2 dagen = 2 dagen en ... uur en.....minuten

Slide 12 - Open vraag

4,8 uur = 4 uur en ... minuten

Slide 13 - Open vraag

Toepassing
Bente loopt 10 kilometer in 52 minuten. 
Hoeveel minuten en hoeveel seconden doet Bente over 1 kilometer? 

Slide 14 - Tekstslide

Toepassing
Bente loopt 10 kilometer in 52 minuten.
Hoeveel minuten en hoeveel seconden doet Bente over 1 kilometer? 
Over 1 km doet Bente 52 : 10 = 5,2 minuten
5,2 minuten = 5 minuten + 0,2 minuten
0,2 minuten = 0,2 x 60 = 12 seconden 
Bente doet 5 minuten en 12 seconden over 1 km. 

Slide 15 - Tekstslide

Janneke gaat op de fiets naar haar vriendin. Ze heeft om 10.15 uur met haar afgesproken. Ze fietst 12 km. Ze vertrekt om 9.33 uur. Janneke fietst gemiddeld 16 km/uur. Is Janneke op tijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Uitwerking
Janneke doet 12 : 16 = 0,75 uur over de fietstocht
0,75 uur = 0,75 x 60 = 45 minuten
9.33 + 45 minuten = 10.18 uur
Janneke is niet optijd bij haar vriendin 

Slide 17 - Tekstslide

Omrekenen van m/s naar km/uur
  • Van meters naar kilometers= delen door.............
  • Van seconden naar uur is ...........x............=...............seconden
...........................sec:.......................=.............

  • Dus van m/sec naar km/uur= x 3,6
  • van km/uur naar m/sec= : 3,6

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het antwoord op vraag 55 en 58 uit je boek?

Slide 19 - Open vraag

Een opa verdeeld zijn geld €270.000 over drie kleinkinderen in de verhouding 5:3:1. Hoeveel krijgt elk kleinkind?

Slide 20 - Open vraag

Verhoudingen
Kenmerk van een verhoudingstabel:

Wat je bovenin de tabel doet, doe je ook onderin. ( alleen x en :)

Slide 21 - Tekstslide

Maken van de opdrachten 8.5
  • testvraag blz136 nakijken door docent
  • 0-4 punten maakt: 67, 68, 69, 70, 71, 72
  • 5-6 punten maakt: 69, 70, 71, 72, 73

 

timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide