Begrijpend lezen E4

Begrijpend lezen
Eind groep 4

Ik oefen met het lezen van korte teksten en het beantwoorden van vragen.

Ik kan de vragen beantwoorden als ik de strategieën inzet.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen
Eind groep 4

Ik oefen met het lezen van korte teksten en het beantwoorden van vragen.

Ik kan de vragen beantwoorden als ik de strategieën inzet.

Slide 1 - Tekstslide

Tekst 1

Slide 2 - Tekstslide

Wat zou de beste titel zijn?
A
Hier sta ik
B
Zwaard
C
Schipbreuk
D
Lorreteen

Slide 3 - Quizvraag

Lees de zin met de stip ervoor.
Wat doet papegaai Lorreteen hier?
A
Hij herhaalt wat piraat Eenbeen gezegd heeft.
B
Hij geeft piraat Eenbeen straf.
C
Hij stelt een vraag aan piraat Eenbeen.
D
Hij geeft piraat Eenbeen een compliment.

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent bedaard?
A
vrolijk
B
verdrietig
C
rustig
D
boos

Slide 5 - Quizvraag

Lees de zin met de driehoek ervoor.
Wat bedoelt papegaai Lorreteen met "loop naar de maan!" ?
A
Ik vind het naar, wat je overkomen is.
B
Jij bent een aardige man.
C
Jij kan me niets schelen.
D
Je kunt beter gaan lopen, dan zwemmen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is dit voor een tekst?
A
een raadsel
B
een strip
C
een verhaal
D
een versje

Slide 7 - Quizvraag

Tekst 2

Slide 8 - Tekstslide

Lees zin 1 en 2 nog eens.
Er is veel aan de hand in circus Krakkemix.
Wat is er met de aap aan de hand?
A
De aap moet lachen om alles wat mis gaat.
B
De aap mag niet uit de auto.
C
De aap is op het dak van de tent geklommen.
D
De aap is ziek geworden.

Slide 9 - Quizvraag

Lees zin 3 nog eens.
De directeur probeert hem te vangen.
Wie moet er gevangen worden?
A
de leeuw
B
de directeur
C
de olifant
D
de aap

Slide 10 - Quizvraag

Lees zin 4, 5 en 6 nog eens.
Wat is goed?
A
De olifant mag de auto uit, als de mensen kaartjes gekocht hebben.
B
De olifant mag de auto uit, als de lekke band geplakt is.
C
De olifant mag de auto uit, als de aap gevangen is.
D
De lekke band kan geplakt worden, als de olifant uit de auto is.

Slide 11 - Quizvraag

Lees zin 6 nog eens: En dat kan nog wel even duren.
Wat kan nog wel even duren?
A
tot de aap gevangen is
B
tot de leeuw weer in zijn kooi zit
C
tot de olifant de band geplakt heeft
D
tot de lekke band geplakt is

Slide 12 - Quizvraag

Lees zin 8 nog eens: De leeuw is te sterk voor hem.
Voor wie is de leeuw te sterk?

A
voor zijn vriend, de aap
B
voor de circusdirecteur
C
voor zijn vriend, de olifant
D
voor de leeuwentemmer

Slide 13 - Quizvraag

Lees zin 10 nog eens: Als dat allemaal maar goed komt...
Waar gaat het verhaaltje over?
A
Over een olifant in een kleine wagen.
B
Over wat er allemaal mis is in circus Krakkemix.
C
Over een aap, die ontsnapt is.
D
Over de directeur van circus Krakkemix.

Slide 14 - Quizvraag

Tekst 3

Slide 15 - Tekstslide

Wat was de Efteling vroeger?
A
Een bioscoop
B
Een kermis
C
Een museum
D
Een sprookjespark

Slide 16 - Quizvraag

Wie is hij in r. 2?
A
Henri Pieck
B
Hans Christian Andersen
C
Anton Pieck

Slide 17 - Quizvraag

Lees: Hij moest huilen (r. 3)tekst.png

Waarom moest het jongetje huilen?
A
omdat hij niet wist wat hij moest tekenen
B
omdat hij de regen niet kon tekenen
C
omdat zijn krijtjes op waren
D
omdat hij straf had

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn illustraties (r. 8)?
A
tekeningen
B
korte verhalen
C
sprookjes
D
gedichten

Slide 19 - Quizvraag

Hoe oud is Anton Pieck ongeveer geworden?
A
80 jaar
B
70 jaar
C
60 jaar
D
90 jaar

Slide 20 - Quizvraag