herhaling pers vnm haben sein feesttenten
persoonlijke voornaamwoorden
1 / 17
Onderdelen in deze les
persoonlijke voornaamwoorden
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Video
wij
timer
0:05
Slide 3 - Open vraag
ik
timer
0:05
Slide 4 - Open vraag
hij
timer
0:05
Tekst
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
jullie hebben
Slide 7 - Woordweb
zij zijn
Slide 8 - Woordweb
wij zijn
timer
0:05
A
ihr seid
B
wir sind
C
wir sein
D
wir seid
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
u loopt naar huis
A
sie geht nach Hause
B
sie gehen nach Hause
C
Sie geht nach Hause
D
Sie gehen nach Hause
Slide 11 - Quizvraag
timer
0:10
jullie bellen (telefonieren)
Slide 12 - Woordweb
zij zwemmen
timer
0:05
A
sie schwimmen
B
sie schwimmt
C
sie schwemmen
D
sie schwimm
Slide 13 - Quizvraag
hij heeft pech
timer
0:10
A
er habe Pech
B
he hat Pech
C
er hast Pech
D
er hat Pech
Slide 14 - Quizvraag
wij kopen brood
timer
0:20
Slide 15 - Open vraag
de hond blaft (bellen)
timer
0:20
